Recensie: F. Springer – Quadriga
Springer blijft meester van de deceptie
Ook in de nieuwste roman van F. Springer neemt de auteur je, zoals gebruikelijk, weer mee de landsgrenzen over. In Quadriga wordt reisjournalist Robert Somer uitgenodigd voor een bezoek aan de DDR. We schrijven dan 1987: twee jaar voor de val van de Berlijnse muur. Aanvankelijk neemt Genosse (te vertalen als ‘vriend’) Schulze deze Somers onder zijn hoede, want op eigen houtje Berlijn verkennen zit er natuurlijk in die jaren nog niet in. De volgende dag neemt Frau Monika Rittner echter de rondleidhonneurs waar. Somers reageert in eerste instantie erg kregelig, maar in de loop van de dag valt hij als een blok voor deze Oost-Duitse dame. In die zin is de verhaallijn van Quadriga niet erg verrassend. Iedereen die een paar werken van Springer gelezen zal meteen –de juiste- vermoedens hebben over hoe het verhaal zal eindigen.
Maar gelukkig is er meer. In het begin van Quadriga wordt lezer enigszins overweldigd door de grote hoeveelheid namen die op hem af komt. De diverse Genossen vliegen je namelijk om de oren. Springer weet hier de verwardheid van de hoofdpersoon mooi te spiegelen in de ervaring van de lezer. Ook hanteert Springer op een humoristische wijze het Duitse idioom: ‘op veilige afstand van Berlijn, in fraaie bosrijke omgeving en in goed-burgerlijke omstandigheden. Gemütlich theedrinken met Erich Honecker zelf, schnaps met diens gedoodverfde opvolger Egon Krenz, een voedzame Sauerkraut mit Eisbein’. Springer blijkt in staat de verschillende personages uit Quadriga een eigen stem mee te geven. Vooral de diplomaat Raaf weet met zijn snedige opmerkingen de mondhoeken van de lezer te krullen.
Hoewel het een fictief verhaal betreft, zijn er foto’s opgenomen in Quadriga. Foto’s die het verhaal een zeker echtsheidgehalte geven. Allereerst is daar de foto van Quadriga zelf, het beroemde vierspan dat bovenop de Branderburger Tor staat. ‘Het vierspan met steigerende paarden, de zegekar, de met lauwerkrans getooide Siegesgöttin, de adelaar fier en vol triomf omhoog geheven.’ Dat vierspan contrasteert overduidelijk met de deceptie die Somers uiteindelijk te verwerken krijgt. Quadriga overleeft de Wende, de liefde van Somers niet. Op sommige foto’s staan ook personen afgebeeld die in het boek voorkomen. Vrijwel iedereen die ouder is dan dertig zal zich de beeltenis van Erich Honecker nog wel voor de geest kunnen halen, maar voor jongere lezers zal dit een aardige toevoeging zijn. Wel wordt er op deze wijze minder beroep op de fantasie gedaan: je hoeft de personages niet meer in je hoofd te creëren.
Net als de politici in de DDR blijkt Somers in Quadriga uiteindelijk schimmen na te jagen. Een thema dat in vrijwel alle werken van Springer aan de orde komt. De ondergang van de DDR gaat gelijk op met de ondergang van Somers laatste grote liefde. Wat dat betreft is ook de ondertitel ‘een eindspel’, uitermate zorgvuldig gekozen, want deze is immers te verbinden met de twee verhaallijnen. Als geen andere Nederlandse auteur weet Springer ook deze liefdesmislukking weer fraai op papier te krijgen. Quadriga is dan wel niet het beste boek van Springer, daarvoor is de ontknoping te voorspelbaar en is de thematiek te bekend, maar vooralsnog blijft Springer de Nederlandse meester van de deceptie.
Cilla Geurtsen
F. Springer – Quadriga, een eindspel. Querido. 190 blz. € 17.95.