Recensie: Romain Puértolas – De wonderbaarlijke reis van de fakir die vastzit in een Ikea-kast
Wat zat je haar goed, Gat van hete sater, Laffe spatel
Het wereldwijde succes van de schelmenroman De honderdjarige man die uit het raam klom en verdween van de Zweedse schrijver Jonas Jonasson – onlangs op uitstekende wijze verfilmd, nooit gedacht het ooit nog eens te zeggen: de film is beter dan het boek – heeft er naar het schijnt vooral in Frankrijk voor gezorgd dat schrijvers een poging wagen in het ‘nieuwe’ genre van de kolderieke reisroman. Als dit is wat de massa wil, dan geven we ze dat. Waarschijnlijk zal La cuisinière d’Himmler met een kokkin van vijfentachtig jaar in de hoofdrol ook hier snel verschijnen. Maar dit terzijde.
Romain Puértolas (1975) was onder meer dj, componist, tolk, vertaler, steward en goochelaar en woonde en werkte in Spanje, Engeland en zijn thuisland Frankrijk. Zijn debuutroman De wonderbaarlijke reis van de fakir die vastzit in een Ikea-kast is een megaseller in eigen land – denk daarbij niet aan het land van de film noir, maar aan dat van Louis de Funès – en verovert zo zoetjesaan de rest van de wereld. Er staan vijfendertig vertalingen op stapel.
Ajatashatru Lavash Patel is een hindoe uit Rajasthan in India, met, ja nogal wiedes, een tulband, druipsnor en een ritssluiting van piercings in zijn lippen. Hij is fakir van beroep, eerder zou je hem goochelaar kunnen noemen of eigenlijk flessentrekker. Wanneer hij scherpe naalden door zijn tong duwt, klemt hij een stuk latex tussen zijn tanden. Het glas dat hij eet is van caloriearm suiker. Hij heeft zijn dorpelingen zo ver gekregen om een reis te betalen naar het dichtstbijzijnde Ikea-filiaal om een spijkerbed te kopen. Nu gaan we lachen: ‘een echt astridlindgrenen spijkerbed, speciale fakiruitvoering Pasöpputprykt, met in hoogte verstelbare (roestvrijstalen) spijkers’.
Toevalligerwijs is de goedkoopste bestemming Parijs. Vooruit, we gaan erin mee. Met een vals biljet van honderd euro aan een onzichtbaar draadje en een munt met aan beide zijden dezelfde afbeelding komt hij aan op de luchthaven van Parijs en neemt een taxi naar de Ikea En dan begint de lolbroekerij. Met zijn vingervlugheid en het biljet aan een draadje weet hij de taxichauffeur, Gustavo, een zigeuner en liefhebber van de Gypsy Kings (zucht), te bedotten. Daar gaat hij later uiteraard nog last van krijgen.
De schrijver gaat direct los. Tussen haakjes worden ‘uitspreeksuggesties’ gegeven voor de Indiase namen. Misschien dat het heel in de verte nog enigszins amusant had kunnen zijn als Puértolas had weten te doseren. De adoptiemoeder van onze fakir heet Sihringh, spreek uit Sering of The Ring voor anglofielen met het accent van inspecteur Clouseau. Ajatashatru Lavash moeten we gedurende de ‘wonderbaarlijke reis’ van tweehonderdvijftig pagina’s onder meer lezen als: At je dat stalen schroefje alvast, Wat zat je haar goed, Gat van hete sater, Laffe spatel, Altijd dansende sater, meneer een-twee-drie-schatrijk, meneer Acht-gaten-in-je-strandbroek-Lapzwans-Proleet, Ach-wa-doet-‘t-er-toe-Lange-Waaghals.
Omdat onze fakir geen geld heeft, neemt hij zijn toevlucht tot een van zijn trucjes. Hij heeft een geprepareerde zonnebril en gaat vlak achter een dame in het restaurant van Ikea staan. Wanneer ze hem aanstoot, valt zijn bril in duigen. Ze geeft hem een biljet van twintig euro en biedt hem een maaltijd aan. Deze Marie valt direct voor zijn charme. En onze fakir heeft eigenlijk spijt haar bedot te hebben, maar hij is op een missie. Na afscheid van haar genomen te hebben, verstopt hij zich onder een bed, en wanneer middenin de nacht medewerkers komen om in te pakken voor een transport, in een kast.
En zo komt Aja in een vrachtwagen terecht die op weg is naar Engeland, alwaar ook een zestal illegale Sudanezen zitten. Bij de grens worden ze gesnapt, niemand gelooft een woord van het verhaal van de fakir en hij wordt met zijn nieuwe vrienden gerepatrieerd naar Spanje. De Sudanezen hadden een bonnetje van een Spaanse supermarkt bij zich. Toevalligerwijs gaat de zigeunerfamilie van Gustavo precies op dat moment naar Barcelona voor een korte vakantie. O, al dat heerlijk toeval. Op de luchthaven komen ze elkaar bij het bagagedepot tegen. Aja vlucht via de transportband en neemt plaats in een hutkoffer die van een beroemde actrice blijkt te zijn. Ergo, volgende plaats van handeling Rome. In het vliegtuig besluit Aja om schrijver te worden. Omdat hij alleen een potloodje van Ikea bij zich heeft, schrijft hij een verhaal op zijn overhemd. Aardige vondst.
De actrice heeft een hele verdieping in een luxehotel in Rome. Ze schrikt even wanneer ze haar hutkoffer opent, maar is toch geamuseerd. Ze gelooft zijn verhaal niet en besluit – dat is dus wel wrang grappig – om hem te adopteren als een politiek schrijver die in zijn land werd vervolgd en clandestien naar Europa was gekomen om asiel te vragen. Ze regelt nota bene een contract voor hem bij uitgeverij Trammelant (zucht) met een voorschot van honderdduizend euro.
Gustavo heeft uitgedokterd dat Aja in Rome zit en stuurt zijn neef Gino met een mes op hem af. Zoek de verschillen met de Honderdjarige man. Man met koffer met geld op de vlucht voor belagers. De rest in sneltempo: Aja vlucht met een heteluchtballon, landt in zee, wordt opgepikt door een schip, komt zo in Libië terecht, vliegt vandaar uiteindelijk met het restant van het geld naar Parijs. Eenmaal raden welke taxi Marie neemt om hem op te halen. Het komt allemaal helemaal goed. Onze fakir wordt een successchrijver. Er zou zomaar een Bollywood-film van gemaakt kunnen worden.
De Ikea-ontwerpers waren geraakt door Ajatashatru’s belevenissen in de truck naar Engeland en hadden hard gewerkt aan een origineel kastmodel met wc en survivalkit. Het werd de komende maanden ongetwijfeld een kaskraker bij de Grieks-Turkse grens.
De wonderbaarlijke reis van de fakir die vastzat in een Ikea-kast is een luchtig werkje met, laten we het netjes zeggen, onverbloemde humor, puur geschreven op effect, voor het amusement. Op zich is daar natuurlijk niets op tegen, maar de romans van Jonasson zijn in vergelijking met dit boek Nobelprijswaardig. Ach, misschien is het wel bedoeld als pastiche en lacht Puértolas zich rot op en neer naar het filiaal van zijn bank.
Guus Bauer
Romain Puértolas – De wonderbaarlijke reis van de fakir die vastzat in een Ikea-kast. Vertaald door Lidewij van den Berg en Katrien Vandenberghe. De Bezige Bij, Amsterdam. 256 blz. € 18,90.
Wat hierboven vergeten wordt is dat je, tijdens dit slapstick-verhaaltje, wel even het vluchtelingenprobleem, het krankzinnige leven van de super-rijken en de pech van \’wie aan de verkeerde kant van de Middellandse Zee\’ is geboren, door je strot gewurmd krijgt.
Dat is ondanks alles toch weer even slikken