Twee Voerlui

Een karretjen op den Zandweg reed;
De maan scheen helder, de weg was breed,
Het paardje liep met lusten
(‘k Wed, dat het zelf zijn weg wel vindt);
De voerman leî te rusten….
Ik wensch je wèl-thuis, mê-vrind!

Een karretje reed langs Berg en Dal;
De nacht was donker, de weg was smal,
Het paard liep als met vleugels
(De sneeuwjacht zweept zijn oogen blind);
De voerman houdt de teugels….
Ik wensch je wèl-thuis, mê-vrind!

Eén karretje keert behouden weêr;
Het ànder heeft geen voerman meer; –
Waar mag hij zijn gebleven?
‘k Wed-dat je’em op den Zandweg vindt
Of mooglijk wel daarnéven….
Hij komt niet weêr thuis, die vrind!

Jan Pieter Heije

Je moet een zekere leeftijd hebben om bovenstaand lied nog te kennen. Ik wist niet dat het eigenlijk ‘Twee voerlui’ heette. De tekst zit half in het geheugen, na twee zinnen ga je al over in lalalalalalala. Een vrolijk lied voor op de bejaardensoos, dacht je, maar nu je het hele lied doorleest, ontdek je het gruwelijke eind.

De andere liedjes van Jan Pieter Heije klinken eveneens heel vrolijk, maar in wezen zijn ze dat niet. ‘Daar zaten zeven kikkertjes’ (zing maar mee) heeft de regel ‘De sloot was toegevroren, / Ze lagen hallef dood, / Ze kwekten niet, ze kwaakten niet / Van honger en verdriet.’ En de hazen in het groen groen knolle-knolle-land worden ook neergeschoten. Kinderliedjes waren voor de sterken van geest.

Acht liedjes van Jan Pieter Heije verzameld in het boek Daar zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot zijn vanaf begin februari te vinden op DBNL. Vanaf deze maand zijn daar ook de verzamelde dichtwerken van Bilderdijk te vinden, rijmpjes van J.J.A. Goeverneur en prozawerk van Maurits Dekker. Zie hier voor de complete lijst met nieuwe titels.

[youtube]https://www.youtube.com/watch?v=Nt8eVeV7Rmc[/youtube]