Het schuldig landschap

In 1982 werd in Kassel voor de zevende maal een Documenta gehouden, de grootste overzichtstentoonstelling van moderne beeldende kunst in West-Europa. Een van de opvallendste bijdragen kwam van Armando, de in Berlijn wonende schrijver en schilder. Zijn reusachtige doeken, composities in zwart en wit, beeldden vlaggen uit, Fahnen, die in hun soberheid herinnerden aan thema’s als oorlog, anarchie, nationalisme en dood. De catalogus voegde er nog een prachtig vierluik aan toe: Schuldig landschap, geschilderd in 1977. Voor mij was het aanleiding kennis te nemen van de bundels die Armando al geschreven had en van de ‘verslagen’ die hij sindsdien publiceerde: Uit Berlijn (1982), Machthebbers (1983) en Krijgsgewoel (1986). Met elkaar vormen ze een doorlopende speurtocht naar de essentie van de geschiedenis, die van de Tweede Wereldoorlog zeer in het bijzonder. Hoewel nog jong, tien toen de oorlog uitbrak, is Armando ooggetuige geweest en daarvan doet hij zijn onophoudelijk en hoogst persoonlijk verslag.

armando de_straat_en_het_struikgewasOok weer in De straat en het struikgewas, een bundel aantekeningen die door Leendert Stofbergen van een fraai omslag is voorzien, geheel in de stijl van die Documenta-presentatie. Anders dan in de vorige bundels, die verzamelingen van artikelen waren, valt ditmaal de grote coherentie van Armando’s tekst op: de herinneringen aan de meidagen van 1940, de oorlogsjaren en de periode ha de bevrijding zijn chronologisch geordend en daardoor laten de aantekeningen zich lezen als een roman. Niet dat Armando zijn stijl ervoor heeft aangepast, die is soepel als altijd, op het achteloze af, maar ook heel precies. Mochten de herinneringen op zichzelf niets toevoegen aan wat we al van de oorlog weten, dan ontlenen ze hun bestaansrecht, aan de vorm die ze op papier hebben gekregen. Schoonheid is het sleutelwoord en in het scheppen daarvan toont Armando zich een meester.

Gevangenenkamp
Opnieuw toont hij veel oog te hebben voor de veranderingen in de omgeving waarin het doen en laten van mensen zich afspeelt – dat ‘schuldig landschap’. Een bosgebied verandert in een gevangenenkamp, het zandpad wordt bestraat en tot toegangsweg verheven. Na de oorlog wordt het kamp ontmanteld en wie nu ter plaatse rondloopt, heeft geen vermoeden van de gruwelen die zich hebben afgespeeld. Het landschap zelf is de enige, maar stomme getuige. Of: ‘aan de bosrand werd een zootje mensen vermoord, er werd geslagen, gekermd, geschreeuwd en geschoten. Intussen zong een vogel het hoogste lied. Hij zat een beetje te schommelen op een tak.’ ‘Laakbaar en loffelijk tegelijk,’ noemt Armando die rol van het landschap als stille getuige.

Woorden zijn voor de voortgang van Armando’s geschiedschrijving een belangrijk instrument. Vooral in de meidagen van 1940 doken er tal van nieuwe woorden op of kregen oude woorden een nieuwe betekenis. Provocateur, landverrader, evacueren, sneuvelen, uniform, verduisteren, onderduiken, om maar een paar van de vele voorbeelden te noemen. En ‘vijand’ natuurlijk, oftewel: de Duitsers.

Onvermoeibaar is Armando waar het erom gaat de verschillen tussen de bezetter en de eigen bevolking op te sporen. Na de bevrijding reist hij al spoedig naar Duitsland om te zien hoe een vijand eruitziet ‘die geen vijand meer is’. ‘Ze spraken, ze konden spreken. Ze schreeuwden niet meer. Hoe was het mogelijk.’ Vijf lange jaren en hun nasleep worden zo exact mogelijk beschreven en getypeerd: Armando analyseert niet en moraliseert niet, of hoogstens onderhuids. Nergens probeert hij standpunten op te dringen en toch zegt hij veel. Dat is de kracht van De straat en het struikgewas, een heel mooi boek.

Anton Brand

Armando – De straat en het struikgewas, aantekeningen. De Bezige Bij, Amsterdam, 264 blz.

Deze recensie verscheen voor het eerst in het Nieuwsblad van het Noorden, 10 juni 1988.