Recensie: Nathaniel Rich – Kleine kans op morgen
Angst is business
Wie op YouTube filmpjes van de Amerikaanse onderzoeksjournalist Alex Jones heeft bekeken, is inmiddels bekend met het begrip ‘fear porn’. Met zijn apocalyptische voorspellingen jaagt deze complotdenker iedereen de stuipen op het lijf. Enkele voorbeelden: George W. Bush organiseerde zelf de aanslagen van 9/11, Illuminati veroorzaken klimaatrampen om bestaande infrastructuren omver te werpen en Obama is de geheime leider van een nieuwe wereldorde. Als iemand verslaafd is aan angstporno betekent dat niet alleen dat diegene verslaafd is aan negatieve nieuwsitems; hij of zij ziet ook overal losse puzzelstukjes die als geheel een onheilspellend toekomstbeeld schetsen.
In zijn laatste roman Kleine kans op morgen maakt Nathaniel Rich knap gebruik van dit gegeven. Het verhaal speelt zich af in de nabije toekomst, waarin Seattle is getroffen door een allesvernietigende aardbeving. Mitchell Zukor, de hoofdpersoon uit het boek, is een deskundige op het gebied van natuurrampen en worstcase-scenario’s. Hij verhuist naar New York om voor een onderneming te werken (FutureWorld) die andere bedrijven adviseert en klaarstoomt voor toekomstige rampen. Maar Zukor, die in staat is om met wiskundige precisie de kans op een catastrofe te berekenen, is doodsbang voor zijn eigen profetieën. Hoop op een rampenvrije toekomst heeft hij niet.
Het eerste deel van de roman toont een angstindustrie waarin economische wetten overheersen. Zukor ontwikkelt zijn theorieën telkens vanuit de stelling dat geld het scharnierpunt van rampscenario’s vormt. Wat gaat de toekomst ons kosten? Moeten we rekening gaan houden met buitensporige uitgaven? Deze kansberekeningen zijn echter alleen voor een rijke klasse weggelegd. Als het water eenmaal komt, zal het gros van de bevolking nooit in staat zijn om op tijd te vluchten.
Dan volgt – natuurlijk – het onvermijdelijke. In het tweede deel beschrijft Rich, in één lange scène, hoe orkaan Tammy zich voltrekt. Metershoge golven bereiken in rap tempo New York. Ze maken wegen en straten onbegaanbaar. Lijken en ratten drijven langs ondergelopen wolkenkrabbers, New Yorkers plunderen winkels en restaurants. Zukors ergste nachtmerrie komt uit. Samen met zijn collega-futurist Jane probeert hij in een kano Grand Central Station te bereiken, om van daaruit de stad te ontvluchten. De voorspeller verschuilt zich niet langer achter zijn eigen theorieën. Hij moet in actie komen.
Het derde en laatste deel van de roman speelt zich op een ecoboerderij af, een vluchtelingenoord waar men een nieuwe beschaving opbouwt. Hier leven de mensen die niet waren gewaarschuwd voor de ramp, die het einde der tijden niet konden betalen. Terwijl de rijke elites Zukor als nieuwe messias bestempelen, weet hij tegen de echte slachtoffers niets te zeggen. Hij kan zich niet langer verschuilen achter zijn rol als sceptische cijfervreter, maar moet opeens handelen. Hoewel deze dramatische verandering onopvallend is, vormt het een belangrijk keerpunt in het verhaal. Zukor komt pas heel laat, nadat hij met eigen ogen de ware gevolgen van Tammy heeft gezien, tot het inzicht dat theorie iets anders is dan praktijk. Deze ontwikkeling simpelweg omschrijven als ‘de hoofdpersoon komt in een vluchtelingenkamp terecht en krijgt medelijden met arme sloebers’ is wat kort door de bocht. Rich wil ons laten zien dat de gevolgen van een ramp zich in verschillende gedaanten kunnen aankondigen. Voor sommigen betekenen ze het einde, voor anderen juist een nieuw begin. Of ze verschijnen in een vorm die je nooit verwachtte. Overleven is voor Zukor opeens iets heel anders dan een overlevingsstrategie bedenken.
Op een kleine twintig meter afstand van Madison liep de kano vast op het asfalt en kwamen ze tot stilstand achter een busje dat midden op de weg stond geparkeerd. Ergens voor hen klonk een dreun en door de mist heen konden ze de donkere gedaanten onderscheiden van mannen die met ijzeren staven op de ramen van een deli inbeukten. Toen de ramen uit elkaar spatten schopten de mannen het glas de straat op. Vervolgens bestormden ze de zaak, gooiden kasten en vitrines ondersteboven, graaiden zoveel flessen, frisdrank, blikjes bier, zakken chips en dozen snoep mee als ze maar konden dragen. Ze waren nu al veranderd in beesten. Grauwend, bruut, kwaadaardig. Ging het zo snel, de overgang naar totale verwildering? Had hij het ook in zich?
In sommige commentaren vergelijkt men deze roman met het post-9/11-tijdperk, waarin de dreiging van terreur voor een nieuw politiek systeem zorgde. ‘Terreur’ kunnen we dan vervangen door het begrip ‘angst’. De schrijver overstijgt de actualiteit van het onderwerp door impliciet een aantal relevante vragen op te roepen. Waaruit bestaat onze obsessie met veiligheid? Waarom wil een mens zich tegen elk gevaar indekken? Wat is een waardig levenseinde? En is dat voor iedereen weggelegd? Maar Rich grijpt vooral terug naar een eeuwenoude grap, waarbij Thales van Milete in een put valt omdat hij naar de sterrenhemel liep te staren. Dit paradigma, bekend onder wetenschappers en filosofen, stelt ons voor de vraag: hoe kun je verwachten alles over de hemel te leren, als je niet eens kunt zien wat vlak voor je voeten ligt?
Nathaniel Rich heeft met Kleine kans op morgen een fascinerende ideeënroman ontwikkeld. Het verhaal is vlot en komisch geschreven, het onderwerp realistisch en actueel. Rich verdiepte zich jarenlang in orkanen en global warming en schreef er voor The New York Times verschillende artikelen over. Toen orkaan Sandy in 2012 de Amerikaanse kust bereikte, kon Rich niet om deze gebeurtenis heen en herwerkte zijn manuscript. Hij vulde het aan met klimatologische details, persoonlijke getuigenissen en anekdotes. Door zijn laconieke stijl vergeet je bijna dat Rich ook een vlijmscherpe observator is. Verbaal gezien is hij een lenige acrobaat, die zijn scherpe journalistenpen duidelijk en herkenbaar inzet – niet alleen door zijn actieve taal, maar ook door het boeiende vertelperspectief (vanuit een oud-klasgenoot die als een journalist het verhaal optekent). Met deze roman onderzoekt Rich zowel de beangstigende als opwindende kanten van het nadenken over een einde der tijden. Misschien hebben wij ons als samenleving zo overtuigd van haar onvermijdelijkheid, dat we er wanhopig naar op zoek gaan – zodat we ons in elk geval geen zorgen meer hoeven te maken. Maar nadenken is altijd iets anders dan beleven, zo laat Rich ons zien.
Justin Waerts
Nathaniel Rich – Kleine kans op morgen. Vertaald door Nicolette Hoekmeijer. Ambo|Anthos, Amsterdam. 298 blz. € 19.95.