Recensie: John Fante – De broederschap van de druif
De laatste klus van vader
De vijftigjarige schrijver Henry Molise woont ver genoeg van zijn ouders af om niet meegezogen te worden in de dagelijkse, hoog oplopende familieruzies waaruit de licht ontvlambare aard van de oorspronkelijk Italiaanse vader en moeder blijkt. Maar als de broer Mario belt dat hun hoogbejaarde ouders na hun zoveelste ruzie dreigen te scheiden, reist Henry naar San Elmo om te redden wat er te redden valt.
De cultschrijver John Fante wordt om de zoveel jaar herontdekt en opnieuw uitgegeven. Naast een herdruk van de klassieker Vraag het aan het stof heeft uitgeverij Meulenhoff nu ook De broederschap van de druif op de markt gezet, een boek van iets minder kwaliteit dat Fante in 1977 schreef. De ingrediënten voor de boeken zijn veelal dezelfde: meestal een jonge schrijver die niet kan aarden in de Italiaanse familiekring. Henry valt terug in het rollenpatroon van zijn jeugd bij een moeder die iedereen weet te verleiden met lekkere Italiaanse gerechten en als die methode niet werkt, kan toneelspelen zonder weerga, waarbij huilen en flauwvallen op het vaste repertoire staan. De huwelijkscrisis is al voorbij als Henry aankomt.
Maar de belangrijkste figuur is vader Nick: bouwer, drinker en vrouwenjager. Met oude kameraden brengt hij zijn dagen het liefst kaartend door in het café. Met zijn kinderen had hij geen geluk. ‘Hij kreeg een schrijver, een banklokettist, een getrouwde dochter en een remmer bij de spoorwegen. Op een bepaalde manier probeerde hij zijn zoons tot steenhouwers te vormen zoals hij stenen hun vorm gaf: door erop in te hakken.’ Nu zijn oudste zoon toch in huis is, kan hij meteen meehelpen bij een klus op een afgelegen plek: het bouwen van een rookhok om hertenvlees te roken. Vader en zoon eindelijk samen aan het werk, als ze niet enorm veel drank nuttigen. Het zal de laatste klus voor zijn vader worden.
In De broederschap van de druif vliegt Fante af en toe uit de bocht, waardoor het verhaal te grotesk wordt. Zoals de aversie van Nick tegen het honkballen van zijn zoon Mario; hij ging zelfs op de tribunes zitten waarbij hij ‘de tegenstanders aanmoedigde zijn eigen vlees en bloed op zijn lazer te geven.’
In de tweede helft van de negende inning, bij een gelijke stand, sloeg Mario een homerun waarmee zijn ploeg het kampioenschap won. Toen hij, onder gejuich van het thuispubliek, over het derde honk kwam, stormde mijn vader woedend de tribune af en tackelde de grijnzende Mario.
Op zulke momenten wordt het boek te veel in al zijn groteskheid te ongeloofwaardig. Maar daar staan tientallen mooie, subtiele en grappige zinnen tegenover die je met liefde zou willen citeren.
Coen Peppelenbos
John Fante – De broederschap van de druif. Vertaald door Dirk-Jan Arensman. Meulenhoff, Amsterdam. 216 blz. € 17,95.
Deze recensie verscheen in een iets kortere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 11 juli 2014.