Recensie: Andrea Maria Schenkel – Het monster van München
Gillen is het enige, het enige wat ze nog kan
Midden in de zomer zie je bij de afdeling ‘spannende boeken’ van de bibliotheek nog maar heel weinig boeken, alle populaire titels zijn uitgeleend. Dan vallen de smalle ruggetjes van drie romans van de Duitse schrijfster Andrea Maria Schenkel eindelijk op. In de Detectivegids van de Vrij Nederland zoek je haar werk tevergeefs. Echt aanlokkend zien de drie door uitgeverij Signatuur uitgegeven romans er ook niet uit. Niet bekend en lelijk uitgegeven, geen wonder dat de bibliotheekbezoeker de boeken laat staan. Maar is dat terecht? Na Blik op het duister, een beklemmend inktzwart verhaal over de moord op een boerenfamilie, is nu Het monster van München (oorspronkelijke titel Kalteis) aan de beurt om gelezen te worden.
De schrijfster heeft opnieuw een uiterst naar onderwerp gekozen. Aan het begin van haar boek wordt Josef Kalteis terechtgesteld. Zijn laatste uren in de cel voor hij naar de guillotine wordt gebracht, beschrijft zij klinisch. Vervolgens ontvouwt zij de redenen voor zijn terechtstelling: hij heeft in de jaren dertig in München verschillende vrouwen vermoord. Daarmee is dit boek opnieuw niet een echte detective en volgt het niet het procedé van misdaad – speurtocht – oplossing. Schenkel is veel meer geïnteresseerd in wat er aan de moorden vooraf ging, om wat voor vrouwen ging het en hoe Kalteis hen heeft kunnen vermoorden. Ze gebruikt getuigenverklaringen, korte impressies van omstanders of beschrijft hoe omstanders een lijk vinden. Het meest uitgewerkt wordt de geschiedenis van het meisje Käthe. Zij is het ouderlijk huis ontvlucht en hoopt in München een vrolijk en opwindend leven te kunnen leiden. Käthe is daarbij nog heel naïef en goed van vertrouwen. Zodra een man een drankje voor haar koopt is ze al verliefd en gaat ze zonder aarzelingen met hem naar bed. Maar onder de slachtoffers van Kalteis is ook een getrouwde vrouw en een meisje dat voor geen man bang is. Steeds krijgt de lezer een voortreffelijk beeld – hoe kort ook – van het leven van een vrouw voor het bruut afgebroken wordt.
De roman is heel fragmentarisch opgezet en springt vrijmoedig met de chronologie van de gebeurtenissen om. Sterk is de wijze waarop de moordenaar geportretteerd wordt. Als hij pas gearresteerd is, lijkt hij nog het slachtoffer van een aantal hysterische vrouwen te zijn. Gaandeweg kom je meer over zijn duistere gedachten te weten, tot duidelijk wordt dat hij een extreme lustmoordenaar is die er van geniet een vrouw zoveel mogelijk te kwellen.
Ze gilt. En gilt. Gillen is het enige, het enige wat ze nog kan. Ze gilt terwijl ze zo op de grond ligt, achter het tentje. Ze gilt voor haar leven. Om de pijn. Ondanks de pijn. Gillen zolang ze kan. Gillen. Gillen.
Opnieuw een inktzwart boek, dat geheel illusieloos het leven van normale mensen beschrijft, tussen wie zich toevallig een ijskoude moordenaar bevindt.
Doeke Sijens
Andrea Maria Schenkel – Het monster van München. Vertaald door W. Hansen. Signatuur. Amsterdam. 140 blz. € 6,85.