Recensie: Marius Zeven – Meer dan een bibliografie van A.L. Snijders
Van Permafrost tot Bad Luck
Het is steeds moeilijker voor te stellen, maar er is een tijd geweest dat A.L. Snijders nog een onbekende Nederlander was. Hij had geen batterij van 1000 lezers, hij stond niet met een paginagrote foto in de weekendbijlage, hij schoof niet aan bij Matthijs van Nieuwkerk, laat staan dat hij een avondlang in de spotlights van de Amsterdamse cultuurtempel De Balie werd gezet. A.L. Snijders was nog nooit de ‘meester van het eenharig penseel’ genoemd, hij gaf Nederlandse les en schreef gewoon stukjes voor Het Parool. Onder de kleine schare bewonderaars van het eerste uur was ook Marius Zeven. In het prachtig vormgegeven boek Meer dan een bibliografie van A.L. Snijders haalt hij A.L. Snijders uit de schaduw van zijn vroege jaren.
Dit boek is inderdaad meer dan een bibliografie. Het is een korte biografie, een liber amicorum, een bundel verspreide bijdragen van A.L. Snijders en een geïllustreerde bibliografie ineen. Marius Zeven lukt het in zijn biografische schets van Peter Müller (die A.L. Snijders werd) om de vele her en der gestrooide, soms gemystificeerde autobiografietjes van de schrijver tot een samenhangend verhaal te maken, met data en straatnamen. Op de volgende vijftig bladzijden halen vrienden, familieleden en collega-auteurs herinneringen aan de schrijver op.
Een vrolijke boel. Zoon Marcus Müller heeft twee fraaie anekdotes over zijn ouders en laat meteen zien dat hij een zoon van zijn vader is, want zijn bijdrage aan Meer dan is even kort als onnavertelbaar. Jaap Scholten bekent liefdevol dat hij zonder A.L. Snijders nooit was gaan schrijven: hij kreeg ‘militant onderricht in zuivere taal’ en leerde welke schrijvers in de categorie ‘dameskapper’ vielen. Sommige stukken, zoals Erik Nieuwenhuis’ ‘Claim to fame’ en Hanneke Groentemans bakvishistorie, kende ik al – toch zijn ze op hun plaats in dit boek.
Met de bijdrage van L.H. Wiener is iets aan de hand. Zijn ‘Proficiat als profetie’ blijkt een eerdere, sterk afwijkende versie te zijn van de lofrede op de Constantijn Huygensprijswinnaar 2010, zoals deze is gebundeld in Jan Campert-Stichting Jaarboek 2010. Wieners worsteling met zijn tekst (‘ik schrijf niet graag over vriendschappen’) komt mooi naar voren in de eerste alinea’s, die later dus zijn gesneuveld. De vulpen hapert, maar niet door een gebrek aan inkt.
Uit zijn archief koos Marius Zeven 22 al dan niet geweigerde NRC-columns, echt verzonden brieven, niet eerder gebundelde zkv’s en een zlv (zeer lang verhaal) dat Snijders in 1995 aan het tijdschrift Schrijver & Caravan afstond. Vertederend, excusez le mot, is het briefje dat Peter Müller in de postvakjes van zijn collega’s op de Lochemse politieschool De Cloese stopte. Een winterkoninkje heeft een nest gebouwd in het fietsenhok: ‘ik loop op mijn tenen en start de motorfiets een eindje verderop. Namens het vogeltje vraag ik jou hetzelfde te doen’.
En dan de bibliografie, die dit boek niet opent maar afsluit. Marius Zeven heeft niets overgeslagen: Snijders’ eigen boeken, diens bijdragen aan verhalenbundels en bloemlezingen, zelfs de verspreide bijdragen aan bladen als Permafrost, Tijdschrift Humanistisch Verbond en Vrijstaat Austerlitz. Nu heb ik genoeg bibliografieën onder ogen gehad om dit geen volwaardige bibliografie te noemen. Het is een heel handige en beknopte checklist voor verzamelaars van A.L. Snijders, tevens een eye-opener voor lezers die dachten dat Bidinald zijn eerste boek was, meer toch niet. Daarvoor ontbreekt te veel basisinformatie, zoals het formaat van een boek, maar ook de paginanummers van een verspreide bijdrage: ‘(lang verhaal)’ geeft immers amper een indruk van de omvang van een tekst. De bibliograaf moet een boek zo beschrijven dat de lezer het praktisch kan uittekenen. Gelukkig wordt de lezer in dit geval enigszins gecompenseerd: de omslagen van alle handelsuitgaven en bibliofiele edities zijn in de juiste verhoudingen afgebeeld op de binnenzijde van het omslag.
In zijn precisie is Marius Zeven misschien te selectief geweest. Hij maakt melding van de speciale boekenlegger die AFdH aan vijftig exemplaren van de derde druk van Bidinald toevoegde, maar verzuimt de paarse buikband te noemen die leden van het Willem Elsschot Genootschap in 2010 om hun exemplaar van Bordeaux met ijs aantroffen. De fascinerende afdeling ‘Aangekondigde, maar nooit verschenen boeken’ staat bol van de citaten over de spooknovelle Bad Luck, maar over bindproblemen bij de eerste druk van Vijf bijlen, met een afgekeurde oplage en mondjesmate verspreiding tot gevolg, lees ik niets. Door bij zoveel mogelijk titels de dag van verschijnen te noemen, in plaats van de gebruikelijke maand van verschijnen, heeft Zeven het zichzelf moeilijk gemaakt. Wanneer verschijnt een boek? Is dat wanneer de schrijver voor het eerst een exemplaar in handen houdt? Wanneer er een stapel in de boekhandel ligt? Of tijdens een feestelijke presentatie? Zo zouden de eerste en tweede druk van Een handige dromer op 15 november 2010 zijn verschenen; ik kocht mijn exemplaar van de tweede druk twee dagen daarvoor.
Ik weet het, ik ben een pietlut.
Hoe prijzenswaardig het ook is om in eigen beheer 600 exemplaren van een boek te laten vormgeven en drukken, een extra redactieronde was niet overbodig geweest: nom de plume was dan op alle plekken correct gespeld, net als de voornaam van journaliste Jellie Brouwer. En Een behouden prullenmand was dan geen door Martien Frijns vormgegeven jaarwisselingsaffiche geworden, maar de eenvoudige antiquariaatscatalogus die in twee edities verscheen, met een voorwoord van A.L. Snijders. Waardoor hij eigenlijk in een andere afdeling had moeten staan en niet tussen ‘Bibliofiele uitgaven’.
Nick ter Wal
Marius Zeven – Meer dan een bibliografie van A.L. Snijders. m7, Amsterdam. 176 blz. € 29,95 (luxe-editie van 77 door Snijders genummerde en gesigneerde exemplaren € 45)
Bestellen via marius_zeven@hotmail.com
Ha Nick,
Ter aanvulling en correctie: ook niet genoemd is de paarse buikband om de eerste druk van \’Een handige dromer\’. Wat je schrijft over \’Een behouden prullenmand\’ is hersteld in het toegevoegde \’Erratum\’. Blijkbaar ontbreekt die in jouw exemplaar. Helaas klopt je observatie over de omslagen van de handelsuitgaven en bibliofiele edities niet; deze zijn niet allemaal in de juiste verhoudingen afgebeeld. Vergelijk van de handelsuitgaven bijvoorbeeld \’Heimelijke vreugde\’ 1 en 2 met de oorspronkelijke uitgaven van Thomas Rap (kleiner omvang) en met \’Ik ben de vreemdeling die naar de herfst moet gaan\’ (nog kleiner van omvang). Van de bibliofiele edities is \’Lood\’ beduidend langer dan \’De Incunabel\’.
Het valt allemaal dus wel mee met je conclusie dat je een pietlut bent. Ik ken grotere.
Beste Montes,
Voordat we hier met buikbandjes gaan gooien: dank voor de aanvulling. Het losse erratum heb ik niet aangetroffen in mijn luxe-exemplaar, en dat terwijl ik nog wel erratumvelletjes verzamel. Ik zal de uitgever vragen of hij mij een erratum wil toesturen.
Dag Nick,
Check pagina 44. Ik dacht ook dat ik het erratumvel niet had, tot het daar opdook.
Heb je het felbegeerde vel toch niet, vraag dan ook naar de boekenlegger die je ongetwijfeld niet hebt want niet nader door je genoemd in de omschrijving van het boek, onderaan je recensie. Groet!
Wat een spanning.
Check, dubbelcheck – geen boekenlegger en geen erratumvel! Uitgever?