Recensie: Eric Slot – Moordatlas van Amsterdam
Willen we dit wel weten?
De uitgever weet het goed te verkopen. De Moordatlas van Amsterdam, geschreven door Eric Slot, geeft een overzicht van (bijna) alle moorden in de hoofdstad vanaf het begin van de vorige eeuw tot nu toe, per straat en op huisnummer gerangschikt. Ik begon aan het boek met de vraag of ik er nou veel wijzer van zou worden, en die vraag kan nu eigenlijk al worden beantwoord met een voorzichtig ‘nee’.
Is het leuk om te weten dat iemand met een mes, een geweer, een knuppel is vermoord? Het interesseert me eigenlijk niet welk wapen er gebruikt is: het simpele feit dat je iemand naar de andere wereld ‘helpt’ is al gruwelijk genoeg. Vinden we het belangrijke informatie dat er in sommige panden meer dan een moord gepleegd is? Wordt er dan een verklaring gegeven voor al die moorden? Ja, in veel gevallen wel, en het is op zich knap dat Slot dat in een paar regels per zaak doet. Waar hij het niet weet, of waar het niet uit de politieverslagen dan wel krantenverhalen blijkt, laat Slot het meestal in het midden door zich er handig omheen te wurmen. Een voorbeeld:
De Albanezen Gerto Kondi (25) en Ervin kondi (28) – het waren neven – werden doodgeschoten gevonden in een pand waarin meer illegalen woonden. Niet opgelost.
De belangrijkste vraag is – achteraf gezien – of ik dit allemaal wel wilde weten? Het antwoord is daarop ronduit ‘nee’. Het is met dit boek een beetje zoals met dat mediabericht, waarin melding gemaakt wordt van een gruwelijk misdrijf, ergens ver weg (laten we zeggen: een massamoord, gepleegd door IS-strijders), met daarbij de vermelding dat er ‘beelden van op internet staan’. Nieuwsgierig zoek ik dan met Google naar die beelden, zie soms vreselijke dingen en realiseer me vervolgens dat ik niets anders gedaan heb dan mijn nieuwsgierigheid bevredigen. Leer ik er iets van, heb ik er wat aan? Nee.
Wie herinnert zich nog de aanslag op het Madrileense Atocha-station, en de beeldverwerking daarvan in de media? Naast de getroffen trein lagen verschillende menselijke onderdelen, en sommige kranten drukten de foto’s in kleur af (daarmee was wel duidelijk wat je nou eigenlijk zag), terwijl andere media zich beperkten tot zwart-witbeelden – op zich al gruwelijk genoeg, maar in ieder geval minder schokkend. Ik geef de voorkeur aan deze tweede methode.
Aziatische kranten schijnen vol te staan met foto’s van gruwelijke verkeersongelukken, met uiteengereten slachtoffers en rondzwervende ledematen, terwijl de omstanders lachend toekijken. Ik kan (en wil) me daar geen voorstelling van maken. En zo is het eigenlijk ook met moorden in een willekeurige stad als Amsterdam. Zou er ook zo’n boek verschijnen over – pak ‘m beet – Groningen, zou ik het dan kopen? Ik zou niet weten waarom. Zeker niet om mijn buurt nog beter te leren kennen, zoals de uitgever van dit boek schrijft. Van de enkele, soms gruwelijke moorden in mijn buurt weet ik meestal wel af, en meer hoef ik ook niet te weten.
Opvallend vond ik dat er in Amsterdam nogal wat moorden in de prostitutiesfeer plaatsvonden, en dan ook specifiek in de sfeer van de schandknapen:
Robbie (17), Andre (17) en Kees (32) wilden de 59-jarige David de Haas alleen maar beroven. Robbie en Andre zouden met hem meegaan, Kees zou buiten in de auto wachten: te oud. De Haas was nog getrouwd, maar woonde al twee dagen op zichzelf.
Mij lijkt het eigenlijk veel interessanter wanneer Eric Slot zich eens op dat thema zou werpen, en er met verklaringen voor komt. Wat lokt nu precies geweld uit in deze wereld van de treurigheid, waarin vaak oudere mannen het afleggen tegen jonge knapen? Gaat het dan om roof, om het wegpoetsen van ongewenst gedrag, of spelen er andere zaken mee? Een meer analyserende vertelling was me een stuk welkomer geweest dan deze nogal kale opsomming van vele honderden moorden, per straat en per huisnummer.
Wie van tongue-in-cheek taal houdt zal zich overigens wel vermaken met dit boek: de soms gortdroge commentaren laten zien dat Eric Slot zeker een verteller is, die overigens ook rondleidingen door moorddadig Amsterdam houdt.
De Roemeen Marcus Doro (23) had asiel aangevraagd, maar die vrijdagavond ging hij op stap en dronk veel; net als zijn moordenaar, landgenoot D.I. (23). Ook hij had asiel aangevraagd, maar beiden waren een halfjaar eerder weggelopen uit het asielcentrum en hadden Eeftink 338 gekraakt. Vermoedelijk werd Doro over het balkon gewerkt.
Met veel meer toelichting en een schifting van de moordzaken tot een paar hoofdmotieven was dit boek een stuk beter uitgevallen.
Han Borg
Eric Slot – Moordatlas van Amsterdam. De Kring, Amsterdam. € 19,95.