Reportage: Derde dag Read my World
De laatste dag van Read my World heeft een vergelijkbare opzet als de zaterdag, maar dan korter. Van de zondagmiddag tot de zondagavond staan er een negental lezingen en optredens gepland bij de Tolhuistuin. Opvallend is dat de belangstelling tegen viel. Waar het zaterdag nog wel gezellig druk was zijn er bij de lezingen die ik zondag bijwoonde telkens maar tientallen bezoekers. Als iedereen dan ook nog op de stoelen plaatsneemt en niet op de kubussen voor het podium is er gelijk een grotere afstand tussen de sprekers en de bezoekers.
Naast schrijvers uit het Caraïbisch gebied is er ook aandacht voor Berberliteratuur. Uitgever Jurgen Maas presenteerde een ‘voorpresentatie’ van het vijfde deel uit de Berberbibliotheek, een reeks die de uitgever overneemt van collega Athenaeum, Polak & Van Gennep. Het gaat om Liefde met een lok haar van de Marokkaanse Mohammed Mrabet. Het meest intrigerende is dat Mrabet analfabeet is. De verhalenverteller vertelt verhalen die worden opgenomen en uitgetikt om daarna op de markt te komen. In een prettig gesprek met Asis Aynan en Sahand Sahebdivani ging Mathijs Deen onder andere in op de verschillen tussen Iraanse en Marokkaanse verteltradities. Vooral Aynan toont zich een enthousiast pleitbezorger van Mrabet en roemt hem als verhalenverteller.
Hierna schoof ik aan bij de De Lezer, een programma dat wel eens eerder in poëziepodium Perdu werd georganiseerd en waarbij schrijvers de lezer van hun werk moeten interviewen. Zo las Maarten van der Graaff het werk van de Belgische dichter Tom Van de Voorde en Annelies Verbeke las de Lopers van licht van Hagar Peeters. De gesprekken gaan onder meer over genotzuchtige dichters en of je aan een bundel kan zien hoe oud iemand is, waarbij Van der Graaff opmerkt dat het hem vreselijk lijkt om nu al aan de thema’s te denken die hij voor zijn vijfenveertigste wil overhouden.
Vladimir Lucien stond al eerder op het podium, maar had ook een eigen programma. Zijn debuutbundel Sounding Ground (juni 2014!) heeft een enthousiast onthaal gehad in de Caraïben en de schrijver mag uitgebreid voordragen. Geert Buelens gaat in op de taal en Maria van Daalen op de achtergronden en het geloof. Hierna volgt nog een kort gesprek met Joost Baars over die bijdrages wat door het korte tijdsbestek niet helemaal uit de verf komt.
Het aansluitende programma Room With a View was vervolgens één van de hoogtepunten van het festival. Evenals vorig jaar (presentator Jasper Henderson durft voorzichtig al over een traditie te spreken) hebben de buitenlandse auteurs foto’s gemaakt van het uitzicht vanuit hun werkkamer en de organisatie heeft Gerbrand Bakker, Karin Amatmoekrim, Rashid Novaire en Auke Hulst gevraagd daarbij een verhaal te schrijven. In het tafelgesprek dat na de voordrachten volgt blijkt dat Amatmoekrim zich liet inspireren door haar oom die ze recentelijk weer had ontmoet, hierdoor krijgt haar verhaal een zeer persoonlijke lading. Novaire heeft een prachtig verhaal over de ‘vrijstad’ Cullemborg waar een gezin de eettent Lekkers aan de Lek overneemt en een benefietactie houdt voor Haïtianen. Novaire blijkt ook met een nieuwe roman te komen die zich afspeelt in een koelcel te Amsterdam. Ter voorbereiding mocht hij een tijdje meelopen met een uitvaartverzorger. Bakker en Hulst lieten zich beiden inspireren door een foto van een kale berg. Het personage van Bakker wil er een wijngaard van maken en die van Hulst is een zevenentachtigjarige man die er fantaseert over zijn jeugd.
Terugkijkend is duidelijk dat Read my World één van de meest eigenzinnige literatuurfestivals van Nederland is (zeker wat de buitenlandse programmering betreft), maar die eigenzinnigheid vertaalt zich niet in een heel groot publiek. De zichtbaarheid kan (ook letterlijk) nog verbeterd worden en soms zaten de programma’s erg vol. Ik had enkele malen een spreker graag langer horen voordragen. Alsof de organisatie bang was een onderwerp onbesproken te laten nu deze schrijvers (waarschijnlijk eenmalig) in Nederland zijn. Naar ik begreep staat volgend jaar Indonesië centraal en ik ben in elk geval nieuwsgierig naar het talent dat ze daar hopen te vinden.
Maarten Praamstra