Recensie: Bill Cheng – Als de hond het spoor kruist
Alles wat geleend is, moet op een dag worden terugbetaald
Als een boek ‘de blues’ heeft dan is het de debuutroman Als de hond het spoor kruist van de Amerikaan Bill Cheng (1983). Lijdend voorwerp Robert Chatham is een jongen van acht jaar oud van Afro-Amerikaanse origine. Dat laatste gegeven wordt overigens pas in de loop van het eerste deel duidelijk.
Door de grote overstroming van 1927 van de Mississippi is hij alles kwijtgeraakt. Aanvankelijk wordt hij samen met zijn vader en moeder opgevangen in een tentenkamp, maar de omstandigheden zijn dermate erbarmelijk dat zijn vader hem een baantje bezorgt bij een hoerentent. Dan begint de ‘vervloekte’ tocht door het leven in het diepe zuiden van een zwarte jongen die er alleen voorstaat. Een jongen die het idee heeft dat hij gebrandmerkt is, dat hij geboren is voor het ongeluk. Een onheil dat niet af te wenden lijkt. Het is een kwestie van tijd voordat het noodlot, de duivel, de zwarte hond of hoe je het ook wilt noemen hem in de klauwen krijgt.
Cheng, zelf een typische New Yorker van Chinese afkomst, is voor het schrijven van deze roman nooit in de delta geweest van de Mississippi. Sterker nog: hij zette voordien nooit een voet in een van de zuidelijke staten van de VS. Dat hoeft geen bezwaar te zijn, is meestal zelfs een voordeel. Je kunt daardoor je eigen emoties op de personages projecteren, afdalen naar de donkere zijde van je ziel. Hoe aimabel je als persoon ook bent. Alleen de beste schrijvers kunnen de overtreffende trap, het chargeren in goede banen leiden. Als de hond het spoor kruist is daardoor een geloofwaardige roman over discriminatie en zorgt tegelijk voor een nuancering van het door boeken en films ontstane beeld (van de wankele geschiedenis) van het zuiden.
De constructie van de roman kan voor wat verwarring zorgen. De delen ‘De vloed (1927)’, ‘Hotel Beau-Miel (1932)’, ‘Wrakgoed (1927)’, ‘Een stralend nieuw zuiden (1941)’, ‘Etta (1927)’ en ‘Thuis (1941)’ zouden elk apart ook hun bestaansrecht hebben. Het is alsof je steeds weer met een nieuwe roman begint. Waar dat bij andere titels vrijwel zonder uitzondering tot irritatie leidt, is dat hier juist een geslaagde ingreep van de schrijver. Na lezing van de laatste delen valt alles samen. Alsof je ineens een geurig gebakken brood in handen hebt, terwijl het deeg nog niet helemaal gekneed leek.
Debet daaraan is ook de originele stijl van Cheng. De vertaler Joop van Helmond verdient absoluut hulde. Cheng schrijft pure poëzie, zonder afbreuk te doen aan de leesbaarheid. Hier is een auteur aan het werk geweest die zijn zinnen op een weegschaal heeft gelegd zonder dat dat doorschemert.
Daarnaast heeft de tekst een duidelijke cadans, het ritme van de door Cheng zo bewonderde blues. Een muziekstijl die volgens hem ondergewaardeerd wordt. De muziek is al terug te vinden in de oorspronkelijke titel: Southern Cross the Dog. Ene W.C. Handy hoorde begin 1900 een zwarte gitarist een nummer zingen over de plek in Mississippi (Moorhead) waar de Southern spoorlijn de Yazoo Delta spoorlijn kruist die in de volksmond de Yellow Dog werd genoemd. (‘Dog’ is zwartrijderstaal voor een lokale spoorlijn.) Hij ‘componeerde’ later daarover ‘The yellow Dog Blues’. Een van de vele originelen die door blanke muzikanten van de nakomelingen van de negerslaven gestolen werden.
Spoorlijnen spelen altijd een grote rol in de blues, al was het alleen maar vanwege het ritme van de wielen. In dit geval houdt Moorhead ook een belofte in. Het is de plek waar de lijnen oost-west en noord-zuid elkaar kruisen. Je kunt alle kanten op, maar het lijkt erop dat Robert geen keus heeft. Dat is wat hem het meeste dwarszit. Maar wat kan hij er tegen doen? Hij legt zich erbij neer, heeft daarbij steeds in gedachten wat er met zijn oudere broer Billy is gebeurd. Hij was iemand die niet wilde buigen, die voor zijn menselijkheid streed, met het weinige dat hem tot zijn beschikking stond. Is er dan helemaal geen hoop voor Robert, hij komt na zijn omzwervingen toch weer ‘thuis’?
Als de hond het spoor kruist is een ruraal, organisch boek. Het beschrijft de oerdriften van de mens na zoiets ingrijpends als een allesvernietigende vloed, na het ‘ingrijpen’ van de natuur. De roman is alleen al waard om te lezen vanwege de taal, de muziek, het ritme en bijvoorbeeld ook vanwege het deel over de arbeiders (van wie Robert er een is) die het Panther Swamp in Yazoo County moeten ontginnen. Hij komt bij een van oorsprong Franse tappersfamilie terecht die met hand, tand, strikken en geweer strijdt tegen de verwoesting van hun manier van leven. Indringender als in deze roman valt het moeras van het leven haast niet te beschrijven.
Guus Bauer
Bill Cheng – Als de hond het spoor kruist. Vertaald door Joop van Helmond. Anthos, Amsterdam. 320 blz. € 19,95.