Recensie: Naomi Rebekka Boekwijt – Hoogvlakte
Bang voor een overstroming
In Hoogvlakte, de debuutroman van Naomi Rebekka Boekwijt, is de gemiddelde zinslengte zes woorden en daarbij lijkt Jip en Janneke nog zware opgave. Je moet wennen aan die ultrakorte manier van uitdrukken, voordat je meegaat in het leven van de twintigjarige Nederlandse Maite van Veen die in Zwitserland op een boerderij werkt.
Agnes fietste de veldweg op. De werkdag zat erop. Ik ging nog eens langs het paard. Waakzaam stond het in zijn hoek. Het leek op iets te wachten.
Gelukkig volgt er dan een zin van 22 woorden zodat je even van die kortademige zinnetjes verlost bent.
Het lijkt of je in Hoogvlakte de wereld van Gerbrand Bakker binnenstapt. Niet alleen door de boerderij, maar ook door de nukkige manier waarop mensen met elkaar omgaan en de gevoelens die niet uitgesproken worden. Ondanks dat Maite de godsdienstige boer voor wie ze werkt licht merkwaardig vindt – hij bouwt een ark voor het geval het water in de nabijgelegen rivier te hoog wordt – is ze liever bij hem in dienst dan bij buurman Wyss die op een hypermoderne manier boert. Wyss die met hypermoderne machines over de landerijen raast, verkoopt met graagte zijn overbodige werkpaard, de grauwe, die door Maite met liefde wordt verzorgd.
Even later komt er een mooi rijpaard bij dat ook op de boerderij gestald wordt. Maite wordt verliefd op Reina, de eigenaresse van het paard. Reina vindt het wel spannend om even een relatie te hebben met een vrouw, maar ze stort zich – bang voor reacties van de buren – ook snel weer op een man. Boekwijt zet in Hoogvlakte de nieuwe normen op seksueel gebied die Maite meeneemt tegenover de oude die gelden in het Zwitserse dorp. In deze omgeving blijft ze een eenling. Heel soms denkt of zegt ze iets over haar vaderland. Ze komt uit een gelovig gezin, maar wat precies de reden van haar vertrek is, blijft onduidelijk. Boekwijt schakelt binnen een alinea van het woord ‘huiselijk’ naar een herinnering aan een schaatstocht waarbij ze een woerd onder het ijs zag. ‘Hij had waarschijnlijk gevochten om eruit te komen: de volledige spanwijdte van zijn vleugels was te zien.’ Een beeld dat lijkt te willen aangeven dat ze altijd een eenling is geweest die wil ontsnappen, zonder dat het ooit zal lukken.
Toch blijven een paar verhaallijnen hangen. Als Maite een bijbaantje krijgt om Nederlands te geven aan zakenlui in Zürich, komt even het contrast van het platteland met de stad aan de orde, maar helaas gebeurt er voor de rest niet veel met dat gegeven. Boekwijt had iets meer mogen doorpakken in de beschrijving van verhoudingen, karakters en conflicten.En ja, er komt hoog water, maar niet genoeg voor de nieuwe ark. Zo stevent deze licht teleurstellende roman af op een apotheose die niet waargemaakt wordt.
Coen Peppelenbos
Naomi Rebekka Boekwijt – Hoogvlakte. De Arbeiderspers, Amsterdam. 176 blz. € 17,95.
Een iets verkorte versie van deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 19 december 2014.