Recensie: Maxim Biller – De verloren brief aan Thomas Mann
Vogelvrij
De novelle Im Kopf von Bruno Schulz van Maxim Biller, nu in vertaling uitgebracht door Cossee onder de naam De verloren brief aan Thomas Mann – hoewel Bruno Schulz (1892-1942) een van de bekendste Poolse schrijvers is, moet hij het inderdaad qua naamsbekendheid afleggen tegen Thomas Mann – is een uitnodiging om het werk van Schulz te herlezen. Degenen die het Verzameld werk van Schulz in de vertaling van Gerard Rasch, daarvoor onderscheiden met de Martinus Nijhoff-prijs, niet in huis hebben, zouden kunnen wachten op het door Arjan Peters gecureerde deel in de Meulenhoff Schatkamer-serie, gepland voor begin maart. Hierbij een voorproefje uit De kaneelwinkels (een van de mooiste titels uit de wereldliteratuur):
Omdat hij het niet wilde laten bij het uitbroeden van steeds weer nieuwe exemplaren, organiseerde mijn vader op zolder vogelbruiloften, hij zond koppelaars weg en bond aantrekkelijke, smachtende bruiden vast in de holen en gaten van het dak en bereikte daarmee in feite dat het dak van ons huis, een reusachtig met schindels bedekt zadeldak, een ware vogelherberg werd, een ark van Noach waar allerlei gevleugelden van heinde en verre bijeenkwamen. Tot lang na de liquidatie van de vogelhuishouding leefde deze traditie van ons huis in de vogelwereld voort en tijdens de voorjaarstrek streken meer dan eens hele vluchten kranen, pelikanen, pauwen en diverse andere pluimages neer op ons dak.
De bespreking van de Meulenhoff-uitgave volgt tzt. In Maxim Billers door de Duitse pers hogelijk geprezen novelle, komen eveneens veel vogels voor, duiven, als symbool van (bewegings)vrijheid lijkt het, maar ook als aankondigers van onheil; bij de inval van de Duitsers in 1941 werden in de woonplaats van Schulz, Drohobycz (toen Polen, nu Oekraïne), de Joden vogelvrij verklaard. Uitgangspunt in de novelle is Schulz, die bezig is aan een brief aan Mann – Schulz heeft in werkelijkheid gecorrespondeerd met Mann, maar daarvan is niets bewaard gebleven – waarbij hij trekken van paranoia en andere waanzin lijkt te vertonen; hij schrijft dat er in Drohobycz iemand rondloopt die zich uitgeeft voor Mann. Schulz wil voor deze bedrieger waarschuwen en vraagt ook of Mann wellicht kan helpen met de publicatie van zijn werk buiten Polen.
Met deze korte maar interessante novelle over Schulz schreef Biller een hallucinatorisch en sadomasochistisch angstvisioen over de op handen zijnde Europese catastrofe, een schreeuw om hulp:
Bruno sprong opgewonden overeind en liep een, twee, drie keer om de tafel. Toen hij weer ging zitten waren op de lamp twee kleine duiven neergestreken, een witte en een grijze. Ze keken hem zwijgend aan, boven op de vensterbank zaten nog meer duiven, naast zijn stoel ook, maar hij besteedde geen aandacht aan de plotselinge vogelplaag in zijn kelder. ‘Het lijdt voor mij,’ schreef hij aarzelend verder, ‘geen enkele twijfel meer wat hier gebeurt, wij worden bespioneerd! Wat de Duitsers precies van plan zijn weten we niet. We weten alleen hoe het met de Joden in hun oude vaderland gaat en hopen dat het nieuwe Nazirijk niet blijft groeien en met zijn tentakels op een dag ook onze stad bereikt.
Op 19 november 1942 werd Bruno Schulz tijdens een wilde actie van de Gestapo op straat neergeschoten. Een oproep aan Nederlandse uitgevers: de essays van Schulz zijn nog steeds niet in het Nederlands verschenen. Wie maakt dat gemis goed?
Johannes van der Sluis
Maxim Biller – De verloren brief aan Thomas Mann. Vertaald door Marcel Misset. Cossee, Amsterdam, 62 blz. € 16,90.