Klassenjustitie

Onderzoeksjournalist Arnold Karskens (1954) zwierf, zoals het een rechtgeaarde jongeling van zijn tijd betaamde, in de jaren zeventig met een rugzak rond in Zuid-Amerika. Een half jaar na de staatsgreep van luitenant-generaal Jorge Videla op 24 maart 1976, deed hij ook het Argentinië van de junta aan. Aan den lijve maakte hij, de beginnend journalist én vorser naar mistoestanden, de paranoïde van de politie en de veiligheidsdiensten mee. Dat is de eerste legitimatie voor het boek De zaak-Zorreguieta, waarin Karskens de medeplichtigheid onderzoekt van Jorge Zorreguieta aan misdaden tegen de menselijkheid tijdens de meer dan zeven jaar durende dictatuur.

Je vraagt je af hoe ‘de vader van’ steeds maar weer kan blijven beweren dat hij eigenlijk van niets wist, dat hij geen weet had van de verdwijningen, van de martelingen, de dodenvluchten boven zee, dat hij – hoe grievend kun je zijn – voor onderzoekscommissies de heikele thema’s een beetje lacherig bagatelliseerde, terwijl Karskens indertijd al binnen een paar weken de ongekende repressie registreerde en de behoefte voelde om in het verweer te komen. Het is het verdedigingsmechanisme van de ontkenning, opportunisten zo eigen.

karskens zorreguitaHet moedige boek zaak-Zorreguieta is de neerslag van gesprekken met nabestaanden van slachtoffers, overlevenden van martelingen en medewerkers en de directe baas van staatssecretaris van Landbouw en Veeteelt Jorge Zorreguieta. Het is een goede zaak om dit dossier levend te houden. Ook al zijn de aangiftes tegen Jorge in Nederland tot tweemaal toe niet ontvankelijk verklaard en werkte haar vader volgens dochter Máxima ‘met de beste intenties’ op het belangrijkste ministerie ten tijde van de junta. Het boek roept eveneens het vermoeden van politiek gemarchandeer op van Nederlandse zijde. Het Openbaar Ministerie lijkt inzake de aangiftes te zijn gestuurd, zoals wel vaker gebeurt bij internationaal gevoelige zaken.

Nederlandse politici die door Jorge handig als bezem zijn gebruikt om het geschonden blazoen onder het bebloede vloerkleedje te schuieren. Van vriend van Videla naar Oranjevriend. ‘Het zal allemaal wel meevallen.’ Vooral na de beroemde traan bij het huwelijk op 2 februari 2002 tussen Máxima en Willem-Alexander vonden steeds meer Nederlanders het geen probleem dat de man die deel uitmaakte van een ongekend repressief systeem – en daar vooral nooit spijt over heeft betuigd, want spijt is erkenning – regelmatig in ons land aanwezig was en is. Die nota bene naast de toenmalige koningin Beatrix in de openbaarheid trad bij de veertigste verjaardag van Máxima. De opname van een van zijn kinderen in de kring van de Europese royalty moet voor hem de vervulling van de ultieme wensdroom zijn. Zorreguieta blijkt uit de door Karskens geschetste levensloop een enorme streber.

Zijn eerste vrouw kwam uit een van de belangrijkste families in Argentinië, een land dat zeker in die tijd sterk afhankelijk was van de landbouw. De grootgrondbezitters hadden het voor het zeggen. Als hoge medewerker van allerlei belangenorganisaties op dit gebied voerde Zorreguieta al maanden voor de coup oriënterende gesprekken met de legerleiding. Daar hoeft op zich nog niet al te veel achter te worden gezocht. Het land leed in die tijd onder enorme inflatie en een wankel peronistisch bestuur. Idealisten die nog geloofden in de maakbaarheid van de samenleving, geheel in de geest van de tijd. Juist dit soort linkse elementen, vaak met de beste bedoelingen, zijn in de jaren van de junta slachtoffer geworden van vervolging, marteling en verdwijning. Meestal mannen, jonger dan vijfentwintig. Maar ook vrouwen werden niet ontzien. Als ze zwanger waren, werden ze gedwongen geaborteerd, of werd het kind aan een kinderloos regimegetrouw echtpaar afgestaan. Het systeem had een duidelijke link met het nazistische gedachtegoed. Hoe tref je je tegenstander het meest? Door ze te laten verdwijnen in ‘Nacht und Nebel’. In het Spaans: ‘Noche y Niebla’.

Karskens voert stukken op van de toenmalige Nederlandse ambassadeur in Buenos Aires. Die berichtte al in de eerste weken over de verdwijningen, over de ongekende willekeur en de paranoia van de troepen van de coupplegers. Kranten stonden er vol van. Jorge Zorreguieta reisde in zijn functie ook veel naar het buitenland, alwaar veelvuldig zorgen werden uitgesproken over de misdaden van het regime. ‘Wir haben es nicht gewusst.’ Zo sust men het geweten. Maar opportunisten zijn doorgaans gewetenloos en weten dat te verbergen onder een innemende buitenkant.

De directe baas van Jorge Zorreguieta geeft in een interview onomwonden toe dat men wist van de verdwijningen van vakbondsleden bij de eigen departementen. Over deze ‘subversieve lieden’ werd regelmatig gesproken. Hij vertelt ook over de militaire observators die binnen de regeringsgebouwen eigen kantoren hadden De bewering van Zorreguieta dat hij van het bestaan van dergelijke infiltranten niet echt op de hoogte was, of in elk geval dat hij maar summier contact met hen had, moet na lezing van het boek van Karskens als ongeloofwaardig worden bestempeld. Hun vergaderzaal lag nota bene direct naast het kantoor van de staatssecretaris.

Als medeleidinggevende van de junta was hij ook verantwoordelijk voor het implementeren van de Wet op de staatsveiligheid en misbaarheid. Een wet die bedoeld was om ongewenste elementen te verwijderen. De redenen van arrestatie waren vaak vergezocht, ingegeven door de paniek van het regime. Verdacht totdat het tegendeel bewezen is. De doodstraf zonder vorm van proces.

Stel dat we Jorge Zorreguieta geloven en dat hij van niets wist – iets dat overigens onwaarschijnlijk is, na de stortvloed aan materiaal die Karskens presenteert – dan is het nog op z’n minst vreemd dat hij kansen om via de zijdeur zonder gezichtsverlies te verdwijnen aan zich voorbij liet gaan. Hij was en blijft overtuigd van zijn gelijk. Het lijkt hoogst onwaarschijnlijk dat de militairen zonder hulp van de burgerbestuurders een dergelijk regime in stand konden houden. Bij hoge ambtenaren lag de politieke beslissingsbevoegdheid en dus de verantwoordelijkheid. Via zijn departement stroomde ten tijde van het regime rond de tachtig procent van de buitenlandse valuta het land binnen. Zou je Zorreguieta dan tenminste als de financier van het geheel kunnen zien?

Karskens is zorgvuldig en ondanks de zwaarte van het onderwerp toch genuanceerd. Hij heeft de tegenpartij ook de kans gegeven om te reageren, maar die wil, uiterst innemend via zijn vrouw en de intercom van de flat, geen commentaar meer geven. Karskens wordt wel vriendelijk bedankt voor de mogelijkheid om het ‘echte verhaal’ boven te krijgen. Tekenend.

In een geciteerd interview met de Nederlandse journalist Jan Thielen verspreekt Zorreguieta zich:

Toen we de macht grepen … eh … ik bedoel … toen ik toetrad tot de regering.

Net zo goed als uit Zorreguieta. Een biografische schets van Jan Thielen blijkt uit De zaak-Zorreguieta dat de man zich nergens voor schaamt. Integendeel, zou je kunnen zeggen. Daarnaast lijkt het alsof de status van het kind de zonden van de vader als het ware wegwast. Het is juridisch-technisch interessant hoe de verschillende aangiftes tegen hem lijken te zijn afgedaan. Op 10 maart 2001 beloofde de vader niet op het huwelijk te komen van zijn dochter. Anderhalve week later meldde het OM niet tot vervolging van hem over te gaan. En dat ondanks de belofte van het OM met een besluit te wachten op de hangende uitslag van het arrest-Bouterse bij de Hoge Raad. Premier Wim Kok, ja, die voormalige vakbondsman, die van het kwartje, had al op 14 maart een fax ontvangen met dit besluit. De officiële stukken werden op 23 maart verstuurd. Op 30 maart maakte koningin Beatrix de verloving van de kroonprins bekend. Lees hierover Crisis in de rechtstaat van advocate Britta Böhler. Het heeft de schijn van handjeklap.

Zijn er meer dan dertigduizend mensen verdwenen of ‘maar’ achtduizend? Los van de discussie over de cijfers, zijn de individuele gevallen die Karskens schetst overduidelijk. In één zaak heeft een van zijn naaste medewerkers Zorreguieta op de man af gevraagd om hulp bij het vinden van zijn verdwenen dochter. De staatssecretaris heeft helemaal niet gereageerd. Een reactie was op zich natuurlijk ook al een erkenning van de gebeurtenis geweest.

Zorreguieta heeft schoorvoetend toegegeven dat hij wist van drie mensen van zijn departement die ‘weg’ waren, maar die uiteindelijk allemaal weer terechtkwamen. Het lijkt er na lezing van Karskens’ boek op dat Zorreguieta niet alleen zijn schoonfamilie maar ook zijn dochter heeft voorgelogen. Het ‘pacto de silencio’ tot aan de dood. De omerta van de zo vurig gezochte macht.

Guus Bauer

Arnold Karskens – De zaak-Zorreguieta. Querido, Amsterdam. 240 blz. € 19,99.