Nieuws: Philip Snijder over zijn uitsluiting van de J.M.A. Biesheuvelprijs
Het genre
Wat een prijzenswaardige prijs! Dat vond ik toen ik een paar maanden geleden via Twitter vernam over het onverwachte initiatief om een nationale bekroning voor de beste verhalenbundel van het jaar in te stellen: de J.M.A. Biesheuvelprijs. En dat vind ik nu, kort voor de eerste uitreiking, nog steeds. Het gaat om een uiterst sympathiek project, waarvoor een groepje mensen zich belangeloos, uit liefde voor de literatuur in het algemeen en voor dit te vaak veronachtzaamde genre in het bijzonder, inzet. Via een creatieve manier van crowdfunding is er zelfs een heel behoorlijk geldbedrag vergaard dat de op 14 februari bekend te maken winnaar ten deel zal vallen.
Een prijzenswaardige nieuwe prijs, dus. En wat een aangenaam idee was het dat mijn laatste boek De volcontinu – bestaande uit twaalf verhalen – door mijn uitgeverij Atlas Contact was ingezonden en naar de eerste editie van die mooie prijs zou meedingen, waardoor het ongetwijfeld onder de aandacht van meer potentiële lezers zou komen. Multatuli is tenslotte niet de enige schrijver die gelezen wil worden.
Toch moet ik bekennen dat in de afgelopen maanden de prijs en de inzending van mijn boek me niet voortdurend hebben beziggehouden. Ik keek dan ook verbaasd op toen ik dit weekend een e-mail kreeg van een bevriende collega-schrijver die me meldde dat hij had gezien dat De volcontinu ‘niet was genomineerd voor de J.M.A. Biesheuvelprijs’.
O ja, dat was ook zo, ik deed mee aan die prijs. Aha, niet genomineerd dus. Jammer, dacht ik. Slikken dan maar, deze lichte teleurstelling, zo’n jury heeft gewikt en gewogen, en naar eer en geweten beslist. Zo gaat dat.
Maar wacht eens even, hoezo niet ‘genomineerd’? Had ik niet in het voorbijgaan ergens gelezen dat de J.M.A. Biesheuvelprijs helemaal geen nominaties ként? Geen longlist, geen shortlist, en dat er alleen een winnaar wordt gekozen? Ik zocht de website van de prijs op.
De collega-schrijver bleek zich vergist te hebben. Het lijstje van elf boeken dat hij had gezien, was een zogenaamde groslijst: alle boeken die ‘volgens het reglement’ mochten deelnemen aan de jurering. Bij de samenstelling van deze lijst had dus nog geen enkele weging op literaire kwaliteit plaatsgevonden.
Waarom stond mijn boek er dan niet bij? Het summiere ‘reglement’ op de website bracht geen uitsluitsel. Daarin was, ook na lange bestudering, niets te vinden dat de kennelijk over mijn boek uitgesproken banvloek kon verklaren.
Och jee, dacht ik, wat pijnlijk, ze zijn bij mijn zo gewaardeerde uitgeverij dus tóch vergeten De volcontinu in te zenden. Mijn beschroomde navraag leverde echter op dat dit geenszins het geval was: midden december waren er vijf exemplaren naar de jury gestuurd, waarvan de ontvangst keurig was bevestigd.
Hoe zat het dan wél? Een medewerker van mijn uitgeverij legde die vraag voor aan een lid van de jury, en bracht mij later op de hoogte van het ontvangen antwoord: De volcontinu was terzijde gelegd omdat het boek naar het oordeel van de jury geen verhalenbundel, maar een roman is.
De twaalf verhalen in De volcontinu staan los van elkaar, hebben elk hun eigen opbouw van begin naar slot, hebben elk een eigen spanningsboog die niet teruggrijpt op een eerder verhaal, en kennen geen van bladzijde 1 tot bladzijde 222 doorlopende handeling. Wel is het zo dat in alle verhalen de (naamloze) verteller/hoofdfiguur steeds herkenbaar dezelfde is, en dat de verhalen in een soort chronologie zijn geplaatst: in het eerste verhaal is de hoofdfiguur een jongen van tien, in het laatste een man van achter in de vijftig.
Die laatste twee elementen in het boek zijn voor de jury kennelijk genoeg reden geweest om het, in het kader van de J.M.A. Biesheuvelprijs, als onzuiver aan te merken, en het niet in het verhalenbundelgenre te willen plaatsen. Ik kan ze in die zienswijze op geen enkele manier volgen. En ik kan me niet anders voorstellen dan dat veruit de meeste lezers van het boek dat onbegrip met me zullen delen.
Deze beslissing van de jury ontneemt me een mogelijkheid om, via de belangstelling die er voor deze nieuwe prijs zeker zal zijn (en terecht!), lezers te bereiken die De volcontinu nog niet kennen. Dat betreur ik.
Natuurlijk, het is de eerste keer, dus we moeten allemaal even wennen. Het opzetten van de J.M.A. Biesheuvelprijs is, door de inzet van mensen die hun vrije tijd ervoor hebben opgeofferd, bewonderenswaardig snel verlopen. Misschien is in die hectiek het besluit om mijn boek af te wijzen wat te haastig genomen. Maar misschien ook is de jury nog steeds ten volle overtuigd van de juistheid daarvan. Het zij zo.
Ik wens de eerste editie van de J.M.A. Biesheuvelprijs alle succes toe, en een prachtig winnend boek dat het volkomen verdient. Keuze genoeg tussen die elf collega’s. Maar wat ik de organisatoren daarnaast ook toewens – voor de vele jaren dat de prijs zeker nog zal bestaan – is een wat ruimere blik op het genre dat ze bekronen dan ze deze keer hebben getoond.
Philip Snijder