Recensie: Een land van waan en wijs (red: Rita Ghesquière, Vanessa Joosen en Helma van Lierop-Debrauwer)
Een nieuw standaardwerk over jeugdliteratuur
Eind vorig jaar verscheen Een land van waan en wijs, geschiedenis van de Nederlandse jeugdliteratuur. Het werd ook wel tijd dat er een nieuwe literatuurgeschiedenis voor de jeugdliteratuur verscheen, want de laatste, De hele Bibelebontse berg, verscheen in 1990. Dat laatste boek was grondig en uitvoerig, maar af en toe ook wel een tikkeltje saai. Bijna een kwart eeuw later is daar dan een opvolger die veel toegankelijker is voor een breed publiek.
De aanpak van de schrijvers van dit boek is dan ook anders. In plaats van een chronologische lijn, beginnend in de middeleeuwen en eindigend in de tegenwoordige tijd, gaat men, na een ‘geschiedenis van de jeugdliteratuur in vogelvlucht’ over tot de ontwikkeling van jeugdboeken binnen bepaalde genres. Historische jeugdboeken, jeugdpoëzie, fantasieverhalen, gezinsboeken en schoolverhalen komen aan bod en ook het jeugdtheater en de verfilmde jeugdliteratuur wordt niet vergeten.
Het is aardig om historische lijnen te trekken binnen genres, want zo kun je binnen een hoofdstuk aantonen hoe het meisjesboek geëvolueerd is. Een eeuw geleden creërde Cissy van Marxveldt nog rolmodellen waar we vandaag wat afstand van hebben genomen. ‘Ze missen de daadkracht en fermheid van moderne jonge meisjes.’ Bovendien leek de Joop ter Heul-serie de jonge meisjes vooral voor te bereiden op hun taak als toekomstig echtgenoot en moeder. Heel wat anders dan de typische meisjes die voorkomen in de chicklit, een genre dat in het verlengde ligt ‘van een nieuw postfeministisch vrouwbeeld.’ De Hoe overleef ik-reeks van Francine Oomen laat een veel zelfstandiger hoofdpersoon zien.
Ook de jongensboeken hebben een grote ontwikkeling doorgemaakt. Denk nog maar eens aan de spreekwoordelijk geworden De Brave Hendrik, een boek uit het begin van de negentiende eeuw, die binnen een eeuw al veranderde tot het kwajongensboek met Dik Trom en Pietje Bell als iconische hoofdpersonen. Aan het begin van deze eeuw is er juist weer de roep om echte jongensboeken (auteur Tjibbe Veldkamp is zo’n roepende in de woestijn), want die lijken een beetje verdwenen te zijn uit het landschap van de jeugdliteratuur.
Naast Tzummer ben ik ook nog docent aan een hogeschool. Toen ik Een land van waan en wijs in handen kreeg heb ik een dubbele radslag gemaakt, want tot voor kort was er geen enkel boek dat geschikt was voor mijn studenten die in de bachelor worden opgeleid. Alle boeken over jeugdliteratuur (zoals Jeugdliteratuur voor de beroepspraktijk) werden afgestemd op de Pabo, maar dit boek behandelt naast de kinderboeken ook de jeugdboeken en boeken voor adolescenten. Het boek neemt, zonder de teksten al te zwaar te maken, wel de wetenschappelijke benaderingen van jeugdliteratuur mee. Het is kortom een boek dat wij volgend jaar gaan voorschrijven voor onze studenten. En, mag ik de uitgeverij meteen verzoeken: kan dit boek de komende twintig jaar in druk blijven? Met om de vijf jaar een kleine update? Desnoods als paperback of als pod-uitgave? Als het maar beschikbaar blijft. Dan weten we zeker dat we de komende jaren goed zitten.
Voor mensen die geen opleiding volgen maar gewoon geïnteresseerd zijn in een goed boek over jeugdliteratuur: zoek niet langer, dit is het standaardwerk.
Coen Peppelenbos
Rita Ghesquière, Vanessa Joosen en Helma van Lierop-Debrauw (redactie) – Een land van waan en wijs. Atlas Contact, Amsterdam. 576 blz. € 34,99.