Recensie: Rik Zaal – Zeventig
Volstaat het niet om gewoon te leven?
Je bent een ideeënman, je hebt een leven lang voor verschillende media geschreven en radio- en tv-programma’s gemaakt. Je hebt reisgidsen geschreven over Nederland en Spanje die men gezaghebbend noemt en er is zowaar ook nog een roman van je verschenen. En dan ben je plots zeventig jaar en blijft er nog een hoop ‘te wensen’ over, maar het hoeft allemaal niet meer zo nodig. Je maakt nog wat notities die uitgroeien tot iets wat het midden houdt tussen columns en essays. En ineens is daar dan Zeventig, een, dat mag gezegd, intrigerend, ontroerend en doordacht boek over het ouder worden.
Hoofdpersoon Rik Zaal (*1945 dus) laat in zesenvijftig stukken zijn gedachten gaan over het ouder worden, over de werdegang van het lichaam, over de veranderende kijk op zijn omgeving, over zijn veranderde smaak en schrijfstijl, over vriendschappen, liefdes en de naderende dood. Een boek met rake, confronterende constateringen, niet zelden gelardeerd met een fijnzinnige (zelf)spot. Eén kolossaal voordeel van de leeftijd: Zaal hoeft geen blad meer voor de mond te nemen en kan nu eindelijk eens flink gepeperd zijn mening geven. Heerlijk voor de schrijver en voor de lezer.
Zaal begint zijn stukken met naar stellingen neigende constateringen die hij onderbouwt dan wel onderuithaalt, variërend van ‘dat je de dood graag uitstelt’ tot ‘dat je op een andere manier je sokken aantrekt’, ‘dat je niet meer begrijpt waarom je W.F. Hermans zo goed vond en dat je dat ook durft te zeggen en op te schrijven’, ‘dat je vrede hebt met al die dingen die je niet kunt’ en ‘dat je graag minder stellig bent’.
Nu, Zaal is juist precies stellig genoeg. Hij heeft een prettige schmierende stijl. Niet voor niets was hij lange tijd columnist.
Er zijn mensen die het lichaam blijven verwaarlozen (de verslaafden, de zonderlingen), en vroeger leek het me een goed vooruitzicht als een zonderling te eindigen en me van geen enkel protocol iets aan te trekken, maar omdat het leven altijd anders gaat dan je je voorneemt, is het daar goddank niet van gekomen. Goddank, ja. Ik had niet gedacht zo conformistisch te worden, zo aangepast, zo behoudend dat ik een groot deel van mijn geestkracht zou wijden aan mijn lichaam. Moest de geest vroeger ‘waaien’, om met Johnny van Doorn te spreken, nu moet zijn kracht geoefend worden om het lichaam in stand te houden. En als dat lukt geeft het mijn geest een kick. […] Ik had dat vroeger sneu gevonden. Maar nu niet. Want het is niet meer vroeger.
Het lichaam dat zogezegd vecht voor lijfsbehoud, als het uw schrijvende recensent geoorloofd is om een zijner eigen leeftijdsgebonden notities te parafraseren. Voor de jongere lezers: Johnny van Doorn, alias de Selfkicker, was een schrijver en een van de oervaders van het slamdichten. Zaal maakt pijnlijk duidelijk hoe rapide je buiten beeld raakt, dat je begint te beseffen dat je bijna niet meer in de huidige wereld past, dat je moet uitleggen wie Wim T. Schippers is, én, nog schrijnender, dat het de jonge toehoorders werkelijk geen bal kan schelen.
De analyse van de hedendaagse tranentrekkende emo-cultuur, de sentimentaliteiscultus, zoals Zaal het fijntjes noemt is niettemin dermate ‘bij de tijd’ dat het een goede zaak zou zijn als jongeren de hand in eigen boezem zouden steken en Zeventig zouden lezen, ter harte zouden nemen. (Alleen al om de melancholie van de hippietijd te proeven.) Want het is pertinent waar dat wanneer het gevoel de rede verdringt rampen, zelfs oorlogen in het verschiet liggen. Niet voor niets laat Zaal zijn boek onder meer voorafgaan door een moto van Horatius. ‘Rede en wijsheid nemen onze zorgen weg. Niet het huis aan zee met een weids uitzicht.’
(Een paar mooie zeer herkenbare notities over de drang naar een tweede huis, naar een nieuwe start ergens ver weg, de zoektocht naar een paradijs elders. Zaal, goed bekend met Spanje en Tsjechië is tenslotte gezwicht voor een huisje in zijn geboorteprovincie Groningen.)
Zaal is opgegroeid in de tijd dat de maatschappij maakbaar was, nu lijkt men te denken dat de mens maakbaar is. Dat iedereen, om maar eens een damesbladenwoord te gebruiken, zijn passie moet volgen. Je moet koste wat kost je dromen waarmaken. Men is er stellig van overtuigd dat dat iedereen ook gegeven is. Wanneer je niet slaagt ben je een ‘loser’. Volstaat het niet om gewoon te leven?
De analyse die Zaal ten beste geeft over het tv-programma De wereld draait door is raak, driewerf raak.
DWDD wordt bevolkt door mensen die hun dromen hebben waargemaakt, die positief in het leven staan, die worden beoordeeld en bejubeld door de culturele oligarchen die het programma maken. Het gaat er in DWDD niet om of de gasten iets van grote waarde hebben geproduceerd, maar of ze ermee gescoord hebben, of ze er een prijs mee hebben gewonnen, of ze er beroemd door zijn geworden, of ze nummer één zijn.
De zonnekoning en zijn volgelingen die bepalen of je aan het hof mag verschijnen. Iets van die strekking. Zaal maakt zich (terecht) druk over sommige maatschappelijke kwesties, maar verliest met het ouder worden ook een zekere interesse. Dat moge paradoxaal lijken, maar is het niet. Zaal, in zijn jongere jaren een mooiboy, nu een stuk lelijker, stond bekend als arrogant, iets dat hij zelf met het moderne equivalent ‘cool’ aanduidt. Met het klimmen der jaren is hij milder geworden. Milder ten opzichte van zichzelf, van zijn ambities. Hetgeen hem een te benijden vrijheid heeft opgeleverd. Hij hoeft niet meer zo nodig, al dienen de ideeën zich nog steeds onverminderd aan.
Zeventig is een gezaghebbend boek over het ouder worden. Geschreven in de ‘klassieke’ columnistenstijl. Ironisch, relativerend, ietwat cynisch, maar met een diepmenselijke ondertoon. Geen belevenisjes van de schrijver, althans niet tot in het extreme, zoals heden ten dage gebruikelijk is onder columnisten. Zaal geeft meningen, soms ter vergroting van het effect een weinig gechargeerd, waar je het doorgaans volmondig mee eens kan zijn. Hij rekent af met zijn jeugd, zijn dromen, zijn arbeidsleven, de arbeidscultuur van de jaren zeventig, tachtig en negentig van de vorige eeuw.
Het woord ‘vroeger’ maakt de ouder wordende mens pas echt oud. Elke dag, omdat je ‘vroeger’ elke dag bij je draagt.
Zaal verheerlijkt het verleden niet. Dat maakt dit boek zo goed, zo goed leesbaar. Hij romantiseert niet. Hij is van de generatie die op school en thuis nog nauwelijks seksueel werden voorgelicht. Zijn trauma’s lijken naarmate de tijd is verstreken minder pijn te doen, maar wanneer je over de eerste ervaringen met het andere geslacht leest, is dat nu weliswaar hilarisch om te lezen, maar sijpelt daar de frustratie, de kwelling van die tijd nog steeds behoorlijk ernstig doorheen. Ook voor (veel) jongere lezers is Zeventig meer dan leerzaam. Hier schrijft een tevreden mens. Iemand die ook heeft leren zwijgen over bepaalde kwesties. Iets dat knap lastig moet zijn voor iemand die overal iets van vindt.
Guus Bauer
Rik Zaal – Zeventig. Lebowski, Amsterdam. 252 blz. € 19,95.