Nieuwe types: Jasmijn Kam – Het schelpje
Op het nieuwe festival Nieuwe types in Arnhem treedt op zaterdagavond 27 juni de eerste lichting afgestudeerden van Creative Writing ArtEZ aan. Op Tzum stellen we enkele studenten aan u voor.
Jasmijn Kam schrijft proza en poëzie. Haar stijl werd eerder omschreven als ‘gruwelijk maar betoverend’. Kam haar werk is lichamelijk, intiem en soms bruut. Ze schreef onder andere voor het Eeuwige Jeugd Project van de BNG Bank en stond in de top honderd van de Turing gedichtenwedstrijd. Haar afstudeerwerk is een roman die gaat over de verstikkende vriendschap tussen twee meisjes. Een verhaal over hoe het is om op te groeien met het internet, de wreedheid die alle jongvolwassenen in zich hebben en wat er gebeurt als je die niet ontgroeit.
Het schelpje
(Fragment)
Ik draaide rondjes op het zwarte zitje en keek hoe de kettingen in elkaar draaiden.
‘Op mijn vorige school deed een meisje dat ook een keer,’ zei Milo.
De ketting was tot vlak boven me nu helemaal in elkaar gedraaid. Ik moest vooroverbuigen om er niet met mijn hoofd tegenaan te komen en haalde plots mijn voeten van de grond. In een sneltreinvaart draaide de schommel rondjes.
‘En toen? Vroeg ik.
‘Toen bleef het touwtje van haar trui vastzitten.’
Milo pakte de mouw van haar shirt, trok hem naar voren en wikkelde hem om haar nek. Ze hield haar hoofd een beetje schuin en liet haar tong uit haar mond hangen. Ze rolde haar ogen naar achter in hun kassen, haar wimpers trilden terwijl ze het deed. Ik kon een beetje oogwit zien.
‘Dood?’
‘Gewurgd door die kettingen. Ze was helemaal blauw toen ze haar vonden. Uitpuilende ogen, alles.’
‘Gatver.’
Ik ging wat langzamer schommelen. We sleepten de punt van onze voeten door de gemalen schelpen en stukjes porselein die onder de schommels lagen. Onze schoenen werden wit en stoffig.
Een meisje liep naar ons toe. Ik wist dat ze Myrthe heette. Ze droeg haar haren in twee vlechten met grote kwasten. Er zaten twee gekleurde elastiekjes in, een roze en een rode.
‘He, mag ik zo ook op de schommel?’ Milo keek niet op.
‘Ze zeggen dat niemand doorhad dat ze door de schommel gewurgd was. Dat pas toen haar ouders haar op kwamen halen ze haar daar vonden.’
Milo pakte mijn hand. Hij was een beetje zweterig. Ik wilde hem terugtrekken maar durfde niet. Het meisje herhaalde haar vraag. Milo trok een wenkbrauw op.
‘Wij zitten hier nu toch?’
‘Ja, maar jullie zitten er al de hele pauze. En jullie schommelen niet eens, jullie hangen maar een beetje.’ Milo ging wat rechterop zitten, trok aan het spijkerrokje dat ze aanhad.
‘Hoe heet je?’ Ze fluisterde haast, haar stem was zacht en poeslief.
‘Myrthe.’
‘Beste Myrthe, mijn beste vriendin en ik willen hier met zijn tweeën op de schommels zitten. Jij wil in je eentje schommelen. Kan je tellen?’
‘Ja?’ Milo wees naar mij en toen naar haar eigen borst. Ze stak haar vingers op.
‘Twee.’ Toen wees ze naar Myrthe en stak een vinger op. ‘Één.’
Het meisje bleef voor ons staan. Haar armen hingen langs haar lijf, haar onderlip pruilde een beetje naar voren.
‘Heb je nog nooit van democratie gehoord, Myrthe?’
‘Jawel.’
‘Nou dan.’
Myrthe rechtte haar schouders een beetje. Ze keek het schoolplein rond, leek de juf te zoeken.
‘Waarom zeg je niet iets, Bree?’ Het was de eerste keer dat Myrthe mij aansprak.
‘Heeft je moeder je nooit verteld dat je geen roze en rood samen moet dragen? Het vloekt. Ik zou die vlechten uithalen als ik jou was.’
Milo grinnikte en kneep in mijn hand, haar duim wreef over de rug. Myrthe liep weg richting de juf, haar armen haast theatraal over elkaar heen geslagen. Milo liet me los en maakte voor het eerst vaart, ze stak haar been uit. Myrthe viel op haar handen en knieën. Haar rok was een beetje omhoog gewaaid. Met een rozig hoofd en betraande wangen stond ze op. In haar knie zat een scherp wit schelpje gedrukt, de huid eromheen was rood en er kwam bloed uit. Huilend rende ze richting de juf.
‘Oh kut,’ zei ik.
Myrthe liet haar knie aan de docente zien, zette haar voet demonstratief op het bankje. De juf veegde het stof af. Ze deed het met zachte hand, pakte de scherf van het schelpje tussen haar wijsvinger en duim vast en trok hem snel uit Myrthe haar knie. Ze haalde een flesje jodium uit haar handtas, depte een beetje op de open huid. Myrthe schokte, haar knie kleurde oranje.
‘Nu opletten,’ fluisterde Milo in mijn oor en ze beet hard in haar eigen arm. Ze hield me in de gaten terwijl ze het deed. De kleine tanden hadden elk een perfect afdrukje gemaakt. Bleekgeel met een roze omtrek. Milo veegde het heldere speeksel van haar huid.
‘Nu jij.’ Ze sliste opgewonden en pakte mijn arm, duwde hem richting mijn mond. Ik was net op tijd. Myrthe en onze juf kwamen samen op ons af. Ik staarde naar de vlechten die op het meisje borst lagen, er zaten geen elastiekjes meer in. Ze gingen snel op en neer.
‘Waarom heb je Myrthe laten struikelen, Milo?’
‘Ze heeft me gebeten. En Bree ook. Laat je arm maar zien, Bree.’
‘Is dat zo?’ De juf keek mij bezorgd aan. Ik knikte, stak mijn arm uit. Milo sloeg de hare om mij heen.
‘Mij deed het niet zoveel pijn, maar ik kan mijn beste vriendin toch niet in de steek laten?’
Jasmijn Kam
(foto via Flickr Commons)