Recensie: Andy Mulligan – Liquidator
O, de problemen van de wereld!
Met Trash schreef de Britse auteur Andy Mulligan één van de meest opmerkelijke jeugdboeken van 2011. Tegenover de ongewone setting van een vuilstortplaats ontspint zich een sterk uitgewerkte detective, waarin geloofwaardig uitgewerkte actiescènes elkaar in sneltempo opvolgen. Tegelijkertijd slaagt Mulligan erin om maatschappelijke wantoestanden aan te klagen, zonder tot expliciet moraliserende betogen te vervallen. Geen evidente combinatie, want in dergelijke jeugdboeken slaat de slinger maar al te vaak in één richting door. Trash werd dan ook terecht internationaal bekroond en verfilmd.
Liquidator is volgens hetzelfde stramien opgebouwd. Tijdens een ‘snuffelstage’ bij advocatenkantoor ‘Lockson & Lockson’ ontdekt protagoniste Vicky louter toevallig een resem van onethische praktijken. Het chique bureau werkt exclusief voor frisdrankenproducent en multinational ‘Liquidator’, dat Afrikaanse kinderen als proefpersonen voor hun ongezonde, verslavende energiedrankjes gebruikt. Met desastreuze gevolgen, want één kind in het bijzonder, Jamie Song, dreigt te sterven aan de gevolgen van overconsumptie. Terwijl ‘Lockson & Lockson’ de onverkwikkelijke affaire in de doofpot probeert te stoppen, ondernemen Vicky en haar klasgenoten een gewaagde poging om Jamies leven te redden.
Na een tergend traag uitgewerkt verhaalbegin, waarin de auteur beurtelings de stageplekken van Vicky’s medeleerlingen op gewild humoristische wijze beschrijft, komt met de schokkende ontdekking van de wantoestanden in Afrika eindelijk wat vaart in de roman. Helaas gaat Mulligan zich aan de meest onwaarschijnlijke acties te buiten: zijn dertienjarige personages verijdelen pogingen tot ontvoering, breken moeiteloos in streng beveiligde kantoren in, regelen probleemloos een traumahelikopter en assisteren voorbeeldig tijdens een openhartoperatie. Dat alles binnen het tijdsbestek van nauwelijks enkele dagen én terwijl de tieners door nietsontziende misdadigers op de hielen worden gezeten. Met deze opgeklopte en vergezochte dramatiek overschrijdt Mulligan herhaaldelijk de grenzen van het aannemelijke en geloofwaardige, en dat schijnt de auteur zelf ook te beseffen, getuige overbodige toevoegingen als: ‘Maar dat was opeens ons leven: een lange reeks riskante dingen.’ en ‘Dit is geen spelletje, man. Het is de wereld waarin we leven.’
Tegenover de egoïstische, inhalige en intellectueel beperkte volwassenen plaatst Mulligan enkele goedbedoelende, intelligente tiener, type jeugdige wereldverbeteraars. Het levert een zelden geziene zwart-wit-typering op. De karakterisering blijkt overigens niet bepaald Mulligans sterkste eigenschap, getuige volgend – willekeurig gekozen – pareltje: ‘Peukie had geen vrienden en had het stomste haar van de hele klas, een soort pruikachtige klont die hij waarschijnlijk dankte aan het nagelschaartje van zijn moeder.’ Dergelijke literaire hoogstandjes zouden niet misstaan in een gemiddelde chick lit, maar staan mijlenver van de stilistische vakkundigheid in Trash.
Na zoveel onwaarschijnlijk dramatische scènes kan de groots aangekondigde apotheose enkel nog tegenvallen, waarbij Mulligan nauwelijks nog een poging onderneemt om het schrijnende gebrek aan geloofwaardigheid, spanningsopbouw of structuur te verhullen, getuige de epiloog: ‘Ja, dit is het eind van het verhaal, op wat losse eindjes na die we nog even aan elkaar moeten knopen, al kun je de uitkomst in sommige gevallen natuurlijk wel raden.’ Let vooral op het eufemistische gebruik van ‘sommige’!
In tegenstelling tot Trash, waarin spanningsopbouw en maatschappijkritiek geheel evenwichtig gedoseerd zijn, zet Mulligan te sterk op actie en dramatiek in. De onethische bezigheden van multinationals, racisme, de verregaande impact van massamedia, onze traceerbaarheid omwille van moderne communicatietechnologie, … het zijn maar enkele van de wereldproblemen die Mulligan in de gauwte nog even aankaart, waarna hij de opsomming beëindigt met de gevleugelde woorden: ‘O, de problemen van de wereld.’ Voor een gedegen uitwerking blijft in dit toch al overvolle verhaal geen ruimte.
Het overkomt wel meer auteurs; na een fascinerend, origineel debuut worden ze lovend door de grote poort van de (jeugd)literatuur binnengehaald, wat de verwachtingen voor nieuw werk aanzienlijk verhoogt. Al te vaak laten deze beginnende auteurs zich dan nogal inspiratieloos leiden tot een zowel inhoudelijk als stilistisch zielloze kloon van hun eersteling. Gebrek aan inspiratie? Te hooggespannen vooruitzichten? Een slopende deadline? Of toch gewoon gebrek aan stilistische vaardigheden? De oorzaak doet er an sich ook weinig toe; een zichzelf respecterende redacteur had dit kladwerk nooit zomaar mogen laten passeren.
Jürgen Peeters
Andy Mulligan – Liquidator. Vertaald door Esther Ottens. Gottmer, Haarlem. 320 blz. € 15.95.