Nieuws: Joost Zwagerman, de enthousiaste man in vier foto’s
Vier foto’s met Joost Zwagerman.
Joost Zwagerman, in 2011 te gast op de Dag van Taal en Cultuur, waarin hij een zaal vol docenten Nederlands gloedvol toesprak over het korte verhaal. Met de enorm dikke (en erg goede) bloemlezingen die hij maakte voor Prometheus stelde hij een eigen canon vast. In Groningen zei hij dat hij het verhaal ‘Een, twee, drie, vier, vijf’ van Simon Vestdijk misschien wel het mooiste verhaal uit de Nederlandse literatuur vond. De volgende dag een mailtje van hem of ik de foto’s kon sturen die ik zittend op de grond gemaakt had. Het was toch wel imposant om op die plek bij de universiteit te staan. Dat zouden ze thuis wel leuk vinden.
Een nachtmerrie voor elke schrijver: denken dat je geïnterviewd zal worden en dan vlak voor aanvang horen dat je een lezing moet houden. Er was enige miscommunicatie tussen studentvereniging Flanor en de schrijver geweest. In aller haast werden nog enkele boeken aangesleept, zodat Zwagerman eruit kon voorlezen. Hij hield vijftig minuten lang vol enthousiasme over kunst. Na de pauze klom collega Ronald Giphart op het podium om hem vragen te stellen, zodat de avond wat makkelijker voor hem verliep. ‘Nu eerst een borrel,’ zei hij na afloop.
Manuscripta 2012. Zwagerman interviewt met groots gemak Julian Barnes en zijn vertaler Ronald Vlek in het Engels. Als interviewer dienstbaar, uiterst voorkomend, goed ingelezen en er niet op uit om punten te scoren ten koste van zijn gasten. Pas als je het meemaakt, weet je wat je vaak mist bij andere interviewers.
Joost Zwagerman dit jaar op het Boekenbal. Uiterst vrolijk, maar de afgelopen jaren waren veel minder aangenaam: depressies, doodsbedreigingen, scheiding. Rogi Wieg, een goede vriend, die hij kapot zag gaan. Dan kun je wel de schrijver van het Boekenweekgeschenk zijn geweest en met je kop op tv komen, maar uiteindelijk telt dat toch niet mee.
Dit jaar maakte hij nog een geruchtmakende overstap naar een andere uitgeverij. Heb een paar mailtjes daarover waarin hij zich niet rancuneus opstelt naar De Arbeiderspers. Ik citeer:
Ik ga overigens met dankbaarheid en zonder wrevel (nou, vrijwel zonder wrevel) weg. Mijn inlijving door Over Amstel voelt aan als pionieren. […] Ik moet het van mijn enthousiasme hebben.
(foto Boekenbal © Dolf Verlinden, de rest CP)