Recensie: Willem van Toorn – Een dichteres van Malta
Afscheid van een hoofdpersoon
De nieuwe bundel van Willem van Toorn, Een dichteres van Malta, bestaat uit zes teksten: vier verhalen, een hoorspel en een interview. Van die zes teksten is de vijfde, het interview, stellig het opmerkelijkst en het belangrijkst.
Erik Leeman, Van Toorns hoofdpersoon door de jaren heen – ook in de vier voorafgaande teksten -, reist naar Drenthe om een vraaggesprek te hebben met zijn schepper, de schrijver Willem van Toorn. Maar al snel blijkt dat de ontmoeting tussen schrijver en hoofdpersoon veel meer behelst dan een vraaggesprek: het is een confrontatie, ja zelfs een afrekening. In niet mis te verstane bewoordingen geeft de schrijver te kennen dat hij van zijn hoofdpersoon af wil. Al gedraagt Erik Leeman zich onafhankelijker en zelfbewuster dan ooit, Willem van Toorn laat hem weten dat hij ’te lastig’ is, hij wil zijn ‘eigen herinneringen wel eens ontdoen van Leemans herinneringen’. Schrijver neemt afscheid van hoofdpersoon, in de bedoeling voortaan autobiografischer te gaan schrijven — dat is de essentie van Een dichteres van Malta. Het kwalificeert het boek enerzijds als een curiosum in het geheel van Van Toorns oeuvre, anderzijds vermoedelijk als de scheidslijn tussen wat overwegend fictief en wat overwegend autobiografisch is — al valt dat laatste natuurlijk pas bij een volgend boek vast te stellen.
Wat kan een gewaardeerd auteur als Willem van Toorn, die zijn succes toch voor een deel dankt aan zijn altijd aanwezige alter ego Erik Leeman, ertoe aanzetten zo’n papieren moord te plegen? De behoefte te bekijken ‘hoe dicht je écht bij het autobiografische kunt komen’, allicht. Maar waar komt die behoefte dan vandaan? Bezie ik het werk dat Van Toorn in de afgelopen jaren gepubliceerd heeft, dan springen twee mijlpalen in het oog: de vertaling van de enerverende autobiografie van Klaus Mann, Het keerpunt (1985), en de zeer persoonlijke roman Een leeg landschap, die eerder dit jaar verscheen.
Wellicht, maar het is niet meer dan een veronderstelling, heeft Van Toorn bij het vertalen van het boek van Mann ervaren hoe sterk en overtuigend het ongekuist persoonlijke kan zijn. In Een leeg landschap heeft hij die lijn doorgetrokken, nog met Erik Leeman, en nu heeft hij besloten Leeman maar helemaal overboord te zetten en alleen nog maar voor zijn eigen woorden te staan. Ik moet zeggen: het was wel even schrikken, maar tegelijkertijd is het een fascinerende ontwikkeling. Aan het interview gaan drie reisverhalen en een hoorspel vooraf. Die reisverhalen — over een vossenjacht in Engeland en congressen in Oost-Europa — zijn wat we van Willem van Toorn gewend zijn: elegante, goed geschreven vertellingen waarin het niet alleen om ervaringen onderweg gaat maar ook om de herinneringen die door het reizen naar boven komen. Het hoorspel heeft de positie van mensen in Oost-Europa tot onderwerp, en hun kijk op het Westen. De rol van Erik Leeman wordt hier gespeeld door een acteur die John heet, en het opvallende is dat Johns rol behoorlijk in discussie raakt: voor de één is die Leeman ‘een zeurpiet’, voor de ander een ‘serieuze man, die over de dingen nadenkt’. Zoveel is zeker: de contouren van het afscheid tekenen zich af.
‘Plaveisels’, het vierde en laatste verhaal van de bundel, biedt ons een eerste blik op een universum zonder Erik Leeman. Het is een jeugdherinnering waarin Van Toorn zijn kindertijd vanaf een stoeprand bekijkt. De zes pagina’s zijn nog te weinig om een oordeel over de nieuwe Willem van Toorn te vellen, maar als de schijn niet bedriegt staat ons sterk en persoonlijk werk te wachten. Ik zie er zeer naar uit.
Anton Brand
Willem van Toorn – Een dichteres van Malta, Vier verhalen, een toneeltekst en een interview Querido, Amsterdam, 120 blz.
Deze recensie verscheen eerder in het Nieuwsblad van het Noorden op 25 november 1988.