Interview: T.C. Boyle over Wie storm zaait
‘De humor in dit boek ligt bij de lezer’
De veelbekroonde Amerikaanse schrijver T.C. Boyle (1948) heeft vijftien romans op zijn naam staan en een tiental verzamelaars van korte verhalen. Na publicatie van zes romans met historische Amerikaanse thema’s is hij zich steeds meer gaan ontwikkelen tot dé chroniqueur van de babyboomgeneratie en de teloorgang van de eens zo mooie idealen. Zijn helden, zijn antihelden eerder, sterven een schone dood, al dan niet versneld door hun verslavingen. Keer op keer klaagt hij zijn generatiegenoten en de mensheid in het algemeen aan voor de manier waarop we met het milieu omgaan. Gelukkig slaat de aarde soms wreed en onvoorspelbaar terug. Wie storm zaait is de titel van zijn nieuwste vertaalde roman.
Het blijft opvallend dat er nog zoveel xenofobie is in een land dat ontstaan is als een smeltroes van culturen.
Ik ben geen socioloog, maar naar mijn idee zijn we in de VS de laatste dertig jaar meer naar een multiculturele samenleving toegegroeid, al zijn sommige vooroordelen nu eenmaal heel hardnekkig, dermate diep ingesleten dat ze moeilijk uit te roeien zijn. Vooral in de rurale gebieden in de staten in het zuiden en midwesten, Californië uitgezonderd, die over het algemeen nog steeds vrij ‘wit’ zijn. Mensen zijn daar vaak minder geschoold, hebben minder gereisd en zijn daardoor niet erg goed op de hoogte van andere culturen. Het is de angst voor het verliezen van gewoontes. Een angst waar de media op inspelen. Men is gevoeliger voor propaganda, denk aan Fox News. Ik ben schrijver geworden om zaken te onderzoeken die me bezighouden. De manier waarop mensen die opgegroeid zijn in gesloten gemeenschappen, denken en handelen heeft me altijd geïntrigeerd. Sommige schrijvers schrijven over het schrijverschap. Dat boeit mij niet. Ik ben geïnteresseerd in wereldproblematiek, milieukwesties, kosmische vraagstukken. Waarom zijn we hier en wat maken we ervan? Het vallen en opstaan van de mens. Dat alles circuleert door mijn hele oeuvre.
De rol van de media is in dit boek groter dan in eerder werk. De veteraan Sten Stensen wordt nadat hij bij een cruise een overval verijdelt, tot held gebombardeerd, ondanks de fatale afloop. Nadat zijn zoon Adam een ‘copkiller’ blijkt te zijn, wordt Sten in negatieve zin meegesleurd.
Het valt me al een hele tijd op dat de schutters die uit ontevredenheid met hun rol in de samenleving slachtoffers maken op scholen en in winkelcentra, voornamelijk blanke jonge mannen zijn. Ik vraag me af welke invloed de media hierin hebben. Het lijkt op een competitie, alsof het zaak is om eerdere daders te overtreffen, om meer mensen te doden, om wreder te zijn, om wraak te nemen op de gemeenschap. In vroegere tijden zou, hoe tragisch ook, zo iemand zichzelf van het leven hebben beroofd. Nu willen ze de samenleving straffen, want die ziet in hun ogen hun ware genius niet, is schuld aan hun falen. In zekere zin geldt dat ook voor jongeren die zich aansluiten bij de Taliban of IS. Het is het creëren van een nieuw soort samenleving, een ‘gangsociety’ waarin geen discussie, geen compromis meer is, zoals in Mexico en in Syrië.
Zoals er op social media direct een mening moet worden gegeven wanneer er een ingrijpende gebeurtenis plaatsvindt?
Ik doe bewust niets met Facebook en dergelijke. Zestien jaar lang heb ik al een eigen website waarop lezers me kunnen volgen. Mijn uitgever heeft voor Wie storm zaait voor mij een twitteraccount geopend. Daar zet ik foto’s op, vertel over de mensen bij optredens, maar ik meng me niet in politieke discussies. Daar ben ik privé in, ik wil het nieuws op mijn eigen wijze absorberen. In mijn boeken namelijk. Ik luister naar de nationale publiek omroep en lees kranten. Ik kijk geen tv en al zeker geen tv-journaal. Het is te manipulatief. Ik heb ook geen behoeft om 24/7 bovenop het nieuws te zitten of om constant op de sociale media te surfen op zoek naar de meningen van anderen. Het is een vorm van interactie, prima, er zijn een hoop mensen die er baat bij hebben, maar het is mij te triviaal. Ik gebruik het twitteraccount alleen om met mijn lezers te communiceren.
.@tcboyle: ‘I’m fascinated by history that got us where we are now: not battles but stories like Kellogg + FLWright’ pic.twitter.com/7lgUJeQjaI
— Tracy Metz (@tracymetznrc) 5 september 2015
It’s true. And about ninety-three percent of what I say isn’t necessarily so. https://t.co/cmW8sm80CS — T.C. Boyle (@tcboyle) 8 september 2015
Er komen een hoop stereotypes voor in deze roman, onder meer de vigilant, de escapist en de survivalist, maar u ‘kantelt’ ze allemaal.
Dat mag ik hopen, dan doe ik mijn werk als schrijver naar behoren. De drie belangrijke figuren in het boek zijn allemaal door de samenleving op een bepaalde manier disfunctioneel geraakt. Het zijn mensen met wie we niet zo snel aan tafel zouden willen gaan zitten, maar ook al ben je het niet met ze eens – van de daden van de jonge schutter Adam kun je eigenlijk alleen maar gruwen – ergens begrijp je, met hun gedachtegoed in het achterhoofd, waarom ze zo handelen. Het is de taak van de schrijver om zijn personages zo menselijk mogelijk neer te zetten. Ik heb echt plezier beleefd aan het ‘in het hoofd kruipen’ van Adam en de maatschappij-ontkenster Sara en het weergeven van de manier waarop zij het leven zien en hoe dat verschilt van dat van ons. Het is de taak van de schrijver om boven het stereotype uit te stijgen. Het was niet zo moeilijk geweest om een boek te schrijven waarin ik deze personages te kijk zet – kleine steekjes geef ik natuurlijk wel – maar mijn intentie was in dit geval meer dramatisch. De humor in dit boek ligt bij de lezer. In het geval van Sara bijvoorbeeld. Naar haar idee zijn haar standpunten volledig logisch, behoeven zelfs geen verdediging. De lezer kan er de absurditeit van inzien, er hoofdschuddend, met een glimlach, afstand van nemen.
De nuancering als belangrijkste element in de literatuur?
Ja, mensen zijn niet zwart-wit, altijd grijs eigenlijk. Sara en Adam versterken elkaars gekte, maar er is ook de drang tot geborgenheid, liefde, bescherming. Hoe vreemd dit alles zich ook uit. De interpretatie van de mens in thrillers en in Hollywoodproducties is oninteressant, opruiend zelfs, zou je kunnen zeggen. Een simplificatie die verkeerde emoties kan opwekken. Niemand is volledig ‘good’, niemand volledig ‘bad’. Het is de taak van de schrijver om de perceptie van de personages uit te diepen. Dat zorgt voor een intensere provocatie. Ik beschouw de lezer als een gelijkwaardige participant.
Adam wil zich terugtrekken in de natuur, een ongecompliceerd leven leiden. Een droom die u zelf waargemaakt lijkt te hebben?
Ik ben zoals uit mijn oeuvre wel blijkt, altijd heel milieubewust geweest. Bijna veertig jaar geleden ben ik vanuit de staat New York naar Californië vertrokken. Niet dat er iets mis is met het wonen in steden, ik voel me ook daar wel thuis, zoals hier in Amsterdam waar ik in de krakerstijd nog weleens kwam, maar niet te lang. Ik mis na verloop van tijd de onbeteugelde natuur. Sinds lang heb ik een huis op een afgelegen plek in de sequoiabossen in Noord-Californië. Ik verblijf daar vele maanden per jaar, zomer en winter. Ik kan daar werken, heb elektriciteit, een allesbrander en een wand vol met boeken om te (her)lezen, maar het mooiste vind ik dat ik direct achter mijn deur de natuur heb, zonder paden, zonder mensen. Daar kan ik, wandelend met mijn hond, de natuur zien als een kind, je niet constant bewust van de problematiek. Er is geen goed nieuws als je oprecht milieubewust bent. Ik denk weleens dat de enige oplossing is dat we nu ophouden met seks. Over pakweg honderd jaar, als we uit de optelsom zijn gehaald, kan de aarde dan aan het herstel beginnen. Maar je zult zien dat er altijd mensen zullen zijn die bedriegen.
Where am I? Sitting in the artificial vegetation with book & mutt. Waiting. In a barless waste. pic.twitter.com/3tiKPP7YTh
— T.C. Boyle (@tcboyle) 16 september 2015
Hoewel u in deze roman internationale problematiek aankaart, heeft u het verhaal, zoals vaker, gesitueerd in een afgebakende omgeving.
Dat is voor mij de enige manier om het gedrag van mensen goed te kunnen bestuderen, goed te kunnen weergeven. Ik heb net een boek afgerond dat in een soort grote kas speelt. Een experiment in Arizona, waar men getracht heeft een gemeenschap op te zetten die volledig selfsupporting is. Maar de wereldproblematiek speelt zich daar in het klein af. Mensen blijven mensen, zijn uiterst hardleers. Het is de tevergeefse zoektocht naar een paradijs, naar een ideale leefomstandigheid.
Vandaar het motto van D.H. Lawrence? ‘In wezen is de Amerikaanse ziel hard, gesloten, stoïcijns, dodelijk. En nog steeds niet milder geworden.’
Toen Vietnamveteraan Sten Stensen het groepje toeristen waarvan hij deel uitmaakte, redde van de overvallers, had hij de jongen met het pistool ook uit kunnen schakelen, maar hij drukte net zo lang door totdat de jongen stikte, instinctmatig, zoals aangeleerd bij zijn training. Wanneer bij hem de lucifer van het geweld wordt afgestoken, is er geen houden meer aan met de brand. Is dat epigram over de Amerikaanse ziel doorgegeven van generatie op generatie, heeft het met pioniersdom te maken, zijn we zo gewelddadig omdat we een jonge natie zijn? We hebben niet zoals Europa de tijd gehad om redelijk te worden, om het zogezegd uit te vechten. Het is een macho-ding. Sten weet niet of de Mexicanen die hij tegenkomt daadwerkelijk drugssmokkelaars zijn, maar als het er op aan zou komen, dan zou hij niet aarzelen om geweld te gebruiken. Heeft hij dat op zijn jongen overgebracht? En je ziet dat ook bij de politie diezelfde attitude gewoon is, dat het een grondbeginsel is van hun handelen. Er is geen andere optie dan Adam te doden. Eerstens omdat hij slachtoffers heeft gemaakt in hun gelederen, ten tweede omdat hij – net als Aaron Bassler op wie dit boek losjes is gebaseerd – wekenlang uit de handen van de politie met honden, het leger en de speciale SWAT-teams is weten te blijven. Hij heeft ze voor schut gezet. Dan kunnen ze niet over hun kant laten gaan. Deze roman handelt over het dunne laagje vernis van de samenleving. Waar trek je de grens van de persoonlijke vrijheid?
Die welhaast wel ingeperkt moeten worden met de explosie van de wereldbevolking?
Ja, je komt er bijna niet onderuit. Kijk eens wat de vluchtelingen uit Syrië en Afrika nu voor problemen opwekken. Je moet ze ergens kwijt. In de tijd van de pioniers had je in het westen ruimte zat om op bevers te jagen en af en toe zonder verantwoording af te hoeven leggen een paar indianen of concurrenten neer te knallen. Het is allemaal geïnternaliseerd, met als gevolg dat er meer geweld is.
Baseert Adam daarom zijn acties juist op de ‘heroïsche’ daden van de legendarische pionier John Colter uit de achttiende eeuw, legitimeert ze er als het ware mee, in een soort hang naar vroeger tijden, het Wilde Westen?
Ik werk zonder schema, absorbeer materiaal en ga dan aan de slag, een organisch proces. Ik had bijvoorbeeld in het begin geen idee dat Sten de vader zou zijn van Adam. Gedurende het proces stuitte ik op de pelsjager John Colter. Het gaf mij de mogelijkheid om Adams gedachtegang in een historisch perspectief te plaatsen. Ik laat deze tijd in het hoofd van Adam herleven, met zijn verschuivingen. Het is de manier om de geschiedenis uit het historische perspectief te krijgen. De verhalen en de gebeurtenissen rond Colter zijn waar, maar zijn door Adams ietwat scheve interpretatie in het heden geïmplementeerd, met alle gevolgen vandien.
Uw werkwijze verklaart ook de vorm van dit boek. In eerste instantie heb je het idee dat je een zogenaamde roman in verhalen voor je hebt liggen.
De lezer moet creatief zijn – niet zozeer vanwege de ‘ingewikkeldheid’ van de taal of de lengte van de zinnen, ik streef naar een duidelijke stem – maar bij het samenvoegen van de verschillende verhaallijnen. Ik geef genoeg hints bij perspectiefwisselingen. Die sluipen er bij deze werkwijze eigenlijk als vanzelf in. Ik ben er vaak over verbaasd hoe een zeker onbeduidend detail later als vanzelf grote betekenis krijgt. De verhalen stuwen elkaar voort en versmelten uiteindelijk. De vorm dicteert zichzelf. Zodra ik een roman heb afgesloten, komen de korte verhalen vrijwel als vanzelf. Een periode van herstel waarin ik ook kan lezen. Tijdens het schrijven van een roman lukt me dat niet. Dan kruipt de stem van een ander toch ongemerkt in je werk, terwijl je op dat moment juist bezig bent om een specifieke toon vast te houden. Iets dat moeilijk genoeg is. Zodra de verhalen zijn opgedroogd, wordt het tijd voor een nieuwe roman. Een cyclus waar ik me heel wel bij voel.
Guus Bauer
T.C. Boyle – Wie storm zaait. Vertaald door Anne Jongeling. Meridiaan, Amsterdam, 352 blz. € 24,99.