Recensie: Paul Auster – Sunset Park
Ziekenhuis voor Kapotte Dingen
‘Hij maakt nu al bijna een jaar foto’s van achtergelaten dingen.’ Een kenner weet bij deze eerste zin uit Sunset Park meteen dat hij te maken heeft met een onvervalste Paul Auster. Het is bovendien een programmatische zin, want de laatste roman van Auster lijkt te gaan over het vasthouden van het verleden, het bewaren van herinneringen, of dat nu individueel is, als familie of zelfs als natie.
Miles Heller mest woningen uit en van de spullen die zijn achtergebleven maakt hij foto’s. Het is een baantje dat ver onder zijn kunnen ligt, maar Miles is gestopt aan de universiteit en ervandoor gegaan. Het breekpunt in het leven van Miles is een ruzie met zijn halfbroer waarna deze op ongelukkige wijze verongelukt. Het toeval, een van de constanten in het werk van Auster, is deze keer de hoofdpersoon niet goed gezind. Het schuldgevoel drijft Miles van zijn familie. Hij verdwijnt voor jaren uit hun leven. Alleen zijn oude vriend Bing Nathan uit New York houdt nog contact met hem.
Bing biedt hem ook onderdak als hij in de problemen komt door zijn relatie met een superintelligent meisje. Het meisje is echter nog minderjarig en als Miles bedreigd wordt en afgeperst, vlucht hij naar het kraakpand in Sunset park. Miles is weer terug in de stad waar zijn vader en stiefmoeder wonen en die niets weten over de ware achtergrond van het ongeluk. Toevallig komt ook zijn moeder naar de stad om in het bitter opgewekte toneelstuk Happy Days van Beckett te spelen. Meer van de inhoud zal ik niet verklappen, maar het boek zit nog vol met andere personages uit het kraakpand die ook allemaal hun eigen leven meebrengen.
Op het eerste gezicht draait het natuurlijk om het trauma van Miles. Hij kan nooit de dood van zijn halfbroer goedmaken en toch moet hij zien te overleven. Hoe kan hij zijn familie ooit weer onder ogen komen. Je kunt het boek echter ook als een generatieboek zien, waarbij de generatie van nu wordt afgezet tegen de generatie vlak na de oorlog. De roman staat vol van de verhalen over honkbalidolen die door het toeval getroffen zijn, waardoor hun leven er totaal uit is gaan zien. Centraal staat ook de film The best year of our lives, die vlak na de Tweede Wereldoorlog is gemaakt en laat zien hoe veteranen, na alle verschrikkingen die ze hebben meegemaakt weer opgenomen worden in de Amerikaanse samenleving. Auster lijkt die generatie te zetten tegenover de generatie van nu, de generatie die 9/11 heeft meegemaakt. Ook deze jonge mensen nemen hun verantwoordelijkheid en proberen weer een nieuw soort samenleving te bouwen.
Bing bezit een ‘Ziekenhuis voor Kapotte Dingen’ waar hij kapotte spulletjes repareert. Opnieuw een typische vondst van Auster. Hij zoomt in op zoiets kleins, terwijl de hele roman draait om zaken die geheeld moeten worden of die troost kunnen bieden. Sunset Park is een mooie roman die meer aanroert dan je in eerste instantie denkt en zich pas bij herlezing prijsgeeft.
Coen Peppelenbos
Paul Auster – Sunset Park. Vertaald door Ton Heuvelmans. De Arbeiderspers. 232 blz. € 19,95
https://www.youtube.com/watch?v=Ob4Hy-AAOUA