Recensie: Marlon James – Een beknopte geschiedenis van zeven moorden
Op de shortlist van de Man Booker Prize
Wie de Man Booker Prize op 13 oktober zou moeten winnen is voor mij een uitgemaakte zaak: Een beknopte geschiedenis van zeven moorden natuurlijk. Het is de derde roman van Marlon James, een Jamaicaanse schrijver die emigreerde naar de Verenigde Staten. Het kan bijna niet anders dat een schrijver die opgroeit in de heksenketel van het licht ontvlambare Jamaica in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw en daarover schrijft, een politieke schrijver is, en dus is Een beknopte geschiedenis van zeven moorden een politieke roman; een heftige politieke roman bovendien.
Beknopt is Een beknopte geschiedenis van zeven moorden zeker niet; de roman is een rauw, krankzinnig epos dat in ruim 700 pagina’s de turbulente geschiedenis van Jamaica in de jaren zeventig voor het naakte, kille voetlicht brengt. Hoewel hij niet aan het woord komt, is Bob Marley de centrale figuur in het nogal gewelddadige verhaal dat Marlon James vertelt. Bob Marley is dan een rijzende ster op het wereldpodium van de rockmuziek. Het is 1976 en Jamaica is verwikkeld in een burgeroorlog tussen de nationalistische PNP en de socialistische JLP; beide partijen worden gesteund door stadsguerillas en criminele gangs. Op de achtergrond oefenen de communisten van Cuba en de Amerikaanse CIA hun invloed uit. Temidden van deze gewelddadige strijd poogt Bob Marley met zijn Smile Jamaica-concert de partijen te verzoenen, maar dan wordt een aanslag op zijn leven gepleegd. Marley, geraakt door meerdere kogels, overleeft het op miraculeuze wijze. De reggaester is echter wel getraumatiseerd voor de rest van zijn – beperkte – leven. Hier raakt Marlon James de historische feiten, maar anderszins speculeert hij met gebruikmaking van fictieve, maar levensechte personages, wat er op de achtergrond van de geschiedenis daadwerkelijk gebeurd zou kunnen zijn. James gebruikt hiervoor een veelkleurige stijl en vertellers (van hun eigen verhaal) als Papa Low, Josey Wales, Shotta Sheriff en Funnyboy – allen bewoners van het getto van Kingston.
Bijzonder knap aan de stijl van James is dat de roman een fascinerend beeld geeft van de moeizame relatie tussen Bob Marley en Jamaica, maar dat dat gebeurt door gebruik te maken van een veelheid – zo’n dertig in getal – aan stemmen. James doet er nog een schepje bovenop door de mise-en-scène halverwege de roman te verplaatsen naar het New York van de jaren tachtig en andere personages aan het tableau toe te voegen., waarbij de algehele teneur is en blijft dat James zowel criminelen en daders als onschuldige slachtoffers aan het woord laat. De nadruk ligt hierbij op de dialoog – meertijds fel realistisch en heftig – zodat de imposante roman het karakter krijgt van een klassieke oral history.
Resumerend is Een beknopte geschiedenis van zeven moorden niet alleen vanwege de lijvige omvang een monumentaal werk, maar ook vanwege het bijzonder fraai en intens vertelde verhaal, en nog meer omdat deze roman een grote historische betekenis heeft. Het lijkt mij dat dat de Man Booker Prize van 2015 zou moeten kunnen opleveren.
Wiebren Rijkeboer
Marlon James – Een beknopte geschiedenis van zeven moorden. Vertaald door Arjaan en Thijs van Nimwegen. Lewbowski Publishers, Amsterdam. 720 blz. € 24,99.