Column: Karel ten Haaf – Mythe
‘Rembrandt? Wie is dat? Ik hou helemaal niet van sport.’ Aldus werd iets meer dan een week geleden Jan Cremer aangehaald op facebook.
De uitspraak is letterlijk wereldberoemd, iedereen kent hem. Dat is wellicht ook de reden waarom de quote in zoveel verschillende vormen is overgeleverd. Daarbij komt dat de uitspraak niet werd opgeschreven door Jan Cremer, waardoor hij eenvoudig zou zijn na te slaan, maar dat hij werd gedaan in een televisieprogramma – in 1960. Ik heb het beeldmateriaal niet kunnen achterhalen op internet, maar het zou me niet verbazen als het helemaal niet meer bestaat: zowat alle historische Nederlandse televisie is immers gewist om de banden te kunnen hergebruiken.
Hoe de uitspraak werkelijk luidde zal dus waarschijnlijk niet meer met zekerheid te achterhalen zijn. Kort gegoogle levert de volgende versies:
‘Rembrandt? Wie is dat? Ik hou helemaal niet van sport.’ (facebook 2011)
‘Rembrandt, wie is dat? Nooit van gehoord. Ik heb geen verstand van sport.’ (Rudie Kagie in Vrij Nederland, 23 april 2005)
‘Rembrandt? Wie is dat? Ik heb geen verstand van sport.’ (Wikipedia Nederlands, lemma Jan Cremer)
‘Rembrandt? Wie is dat? Ik doe niet aan sport.’ (citatensite one-liners.nl)
Allemaal recent neergeschreven, allemaal verschillend. Misschien brengt het raadplegen van geautoriseerde bronnen uitsluitsel. In mijn boekenkast bevinden zich er twee.
Jan Cremer in beeld (Loeb 1985), samengesteld door Guus Luijters:
‘Rembrandt? Wie is dat? Nooit van gehoord. Ik houd niet van sport.’ (p. 207)
Jan Cremer Documentaire (Signature 2005), samengesteld door Hans Düting:
‘Rembrandt? Wie is dat? Ik heb geen verstand van sport.’ (p. 58)
Dat brengt me dus ook niet veel verder. Een oude geschreven bron dan maar.
Denis Arnolds – Hij, Jan Cremer (Walter Soethoudt [1966]):
‘Rembrandt? Wie is dat? Ik doe niet aan voetballen.’ (p. 53)
Ja, hoor eens – het wordt alleen maar erger. Ik vrees dat er niets anders opzit dan om naar het Omroepmuseum af te reizen in de hoop dat de band met de Rembrandtuitspraak van Cremer niet gewist is; maar dat laat ik graag aan een ander. Mocht het item inderdaad wegbezuinigd zijn, dan brengt een reisje naar de andere kant van de wereld wellicht uitsluitsel, misschien gaat men in Australië minder slordig om met historische televisiebeelden – naar verluidt werd de uitspraak ook daar op tv uitgezonden.
Aardig is trouwens dat Denis Arnolds al in 1966 schrijft: ‘De opmerking was origineel genoeg om voor een hoop publiciteit te zorgen. Zelfs nu, na jaren, wordt er nog grif gebruik van gemaakt.’ (p. 53)
Wat zeker is: Cremer deed de uitspraak in een televisie-interview naar aanleiding van het te koop aanbieden van één van zijn schilderijen voor het bedrag van een miljoen gulden – de twintigjarige Cremer , die zich toen nog niet manifesteerde als schrijver maar uitsluitend als schilder aan de weg timmerde, was in één klap wereldberoemd. Jan Cremer over zijn actie (geciteerd in Hans Dütting, p. 58): ‘Ik was de enige die zo schilderde en die zich naar buiten manifesteerde. Dat was in die tijd spectaculair. Dat deed geen kunstenaar me na, anders stond ik niet elke dag in de krant. Als ik iets deed was het voorpaginanieuws. Bijvoorbeeld toen ik het schilderij La Guerre Japonaise aanbood voor een miljoen gulden, want ik wilde dat niet kwijt. En dat was toen een komeetachtig bedrag. Nee, ik vond het echt zonde om dat doek te verkopen. Dus dacht ik, wat ze ook bieden, nooit een miljoen. Enige tijd na mijn aanbod van dat schilderij voor één miljoen liet een excentrieke miljonair uit Canada weten dat hij bereid was de prijs te betalen. Op voorwaarde dat ik tien jaar lang niet meer zou schilderen. Ik was straatarm en toch sloeg ik de deal af. De vuilak wilde mijn leven kopen.’
P.S. Had ik net dit stukje af, bedacht ik me dat Jan Cremer in Logboek (Loeb 1978) misschien zelf wel iets had geschreven over de commotie rond zijn uitspraak. En ja hoor, p. 83: ‘Op de vraag van de interviewer wat ik van Rembrandt vond, zei ik namelijk, slordig hakkelend, rook in zijn gezicht blazend, in mijn tanden peuterend en brutaal in de camera kijkend: ‘Rembrandt, wie is dat? Nee! Ik hou niet van sport!’ (Deze uitspraak is door de jaren heen ook al enorm verbasterd tot ‘Rembrandt, kejje dat ete?’en ‘Rembrandt? Nee! Ik rook niet!’)’
Karel ten Haaf
[youtube]https://www.youtube.com/watch?v=8oeNju1eM1w[/youtube]