Recensie: Georges Wildemeersch – Hugo Claus. De jonge jaren
De jonge Hugo Claus
Je hebt schrijvers die uit schaamte of onverschilligheid hun manuscripten weggooien, zeker als het om hun eerste probeersels gaat. Hugo Claus heeft gelukkig altijd veel bewaard, zodat zijn literaire ontwikkeling vanaf het begin gevolgd kan worden. Georges Wildemeersch, die al vaker onderzoek naar het werk van Claus heeft gedaan, neemt in zijn nieuwe publicatie de periode vanaf de oorlogsjaren tot aan het verschijnen van De Metsiers en De Hondsdagen onder de loep. Hoewel hij betoogt dat Claus geen autobiografisch schrijver was, laat hij zien dat er toch talloze ‘uit het leven gegrepen gegevens’ terug te vinden zijn. Het verdriet van België gebruikt hij daarbij steeds als referentiepunt om feit en fictie uit elkaar te kunnen houden. Wildemeersch heeft voor zijn boek trouwens niet alleen geput uit kladjes en aantekenschriftjes van Claus maar ook gebruik gemaakt van de vele interviews, die de schrijver in de loop van zijn schrijversbestaan heeft gegeven.
Wildemeersch begint zijn boek met een gedicht uit 1942, dat de dertienjarige Claus uit het Duits vertaalde. Dit is voor hem aanleiding om het een en ander te vertellen over de ouders van Claus, die overduidelijk sympathiseerden met de Duitse bezetter. Ook Claus was in zijn jonge jaren een bewonderaar van de Wehrmacht. Maar in een patroon dat het gehele boek door gehandhaafd blijft, lijkt Wildemeersch steeds terug te deinzen voor echt diepgaand biografisch onderzoek. Heel snel keert hij terug naar het gedicht, dat hij evenals alle latere literaire werken van Claus, wel uitvoerig bespreekt. Hugo Claus. De jonge jaren is dan ook veel meer een portret van een beginnende literator dan een echte biografie. Dit wordt overigens versterkt door nog een opvallende beperking: de kinderjaren van Claus blijven geheel buiten beeld. Ondanks dit manco is het boek wel een uiterst belangrijke en leesbare bron voor wie meer wil weten over de ontwikkeling van de jonge Hugo Claus als auteur.
De jonge jaren van Claus waren een aaneenschakeling van avonturen, experimenten en valse starts. Wildemeersch brengt dit gedetailleerd in kaart, na zeer zorgvuldig onderzoek, vergezeld door prachtige afbeeldingen. Zoals een paar geleden De wolken is ook dit boek een lust voor het oog, een uitgevershoogstandje. In zijn jonge jaren schrijft Claus gedichten, maar ook kunstrecensies. Hij schrijft zelfs een lovende recensie voor de novelle ‘De eendenjacht’ (het latere De Metsiers) als dat werk nog niet eens is verschenen. Zijn vriendschappen en liefdesrelaties vinden, zo laat Wildemeersch zien, naderhand op de een of andere manier wel hun weg naar zijn gedichten en proza. Het is fascinerend om de route te volgen, die Claus heeft afgelegd, voor hij zijn eerste succes boekte. Het zijn vooral de zijpaden, die Claus daarbij heeft bewandeld, die Wildemeersch systematisch onderzoekt. Zoals bijvoorbeeld zijn medewerking aan een bizar boek over de bezetting door studenten van Het Gravensteen in Gent of een pantomime-gedicht ‘in twee delen voor één stem piano fluit gitaar en drums met een bruitage van vijf sterren’. Vandermeersch besteedt ook ruim aandacht aan het literaire netwerk van Claus uit deze jaren. Het betreft meestal figuren die nu allemaal vergeten zijn, maar voor zijn ontwikkeling als auteur van groot belang waren. Ontroerend blijft het verhaal dat Claus urenlang in een café in Parijs zijn grote held Artaud observeerde, zonder dat hij hem aan durfde te spreken.
De eerste naoorlogse jaren waren miezerig en armoedig, maar nadat hij Elly Overzier ontmoet begint het leven van Claus de glamour te krijgen, die nooit meer is verdwenen. De eerste vrouw van Claus was adembenemend mooi, zoals de foto’s die in het boek zijn opgenomen duidelijk laten zien. Wildemeersch blijft zich ondertussen concentreren op het werk van Claus, wijst op zijn surrealistische experimenten en citeert zakelijk wat Claus allemaal heeft gezegd over een ‘amour fou’. Zijn nauwgezet onderzoek inspireert: na lezing van zijn boek ga je naar de bibliotheek om De Metsiers, De hondsdagen en De zwarte keizer te lenen. Wildemeersch heeft zoveel onbekende aspecten van deze boeken ontrafeld, dat je ze (weer) wilt lezen. Hopelijk gaat hij verder met zijn onderzoek, het zal de Claus-waardering alleen maar ten goede komen.
Doeke Sijens
Georges Wildemeersch – Hugo Claus. De jonge jaren. Uitgeverij Polis, 384 blz. € 34,95 (E-book € 19,95).
(foto, fragment, hierboven: © Bilsen, Joop van / Anefo, CC BY-SA 3.0 NL)