Reportage: Vers voor de Pers met schaars aanbod
De aankondiging van Vers voor de Pers repte in december over een ‘dynamische omgeving met presentaties, brainstorms, inspiratiesessies en meetingpoints’. De oude opzet is op de schop genomen en bij binnenkomst wordt dat snel duidelijk. De stands van de uitgeverijen staan op de begane grond van de Openbare Bibliotheek Amsterdam en de jeugdafdeling waar voorheen de stands waren opgesteld wordt niet gebruikt. Naast twee podia op de begane grond en een Duits podium op de eerste etage wordt ook het Theater van ’t Woord op de zevende etage gebruikt.
In de centrale hal wordt om twee uur geopend met de perspresentatie van het poëziegeschenk Neem en lees van Stefan Hertmans. Evi Hanssen praat de boel aan elkaar, noemt alle samenwerkingspartners voor de Poëzieweek en aangezien het thema van die week ‘herinneringen’ is vraagt ze aan CPNB directeur Eppo van Nispen naar zijn vroegste herinnering aan poëzie. Dat blijkt Hieronymus van Alphen te zijn, een verre voorvader van Van Nispen. Er is nog even tijd voor poëzie en Hertmans draagt het gedicht A 1000 xx deep voor. Hierna volgt Lucky Fonz III die Ruwbouw op muziek heeft gezet. Al met al een fijn voorproefje van de bundel die op 28 januari in Groningen gepresenteerd wordt.
Als festivalorganisator ben ik vooral benieuwd naar de schrijvers die optreden. Ik loop wel enkele keren langs de standjes, maar dat zijn kleine vierkante sta tafels met maar ruimte voor enkele boeken en catalogi. Bij enkele andere bezoekers van Vers voor de Pers merk ik dat het schaarse aanbod niet bij iedereen in de smaak valt.
De presentaties op de podia zijn vooral snel en dat kan goed werken. Zo starten de Overamstel uitgevers de presentatie van hun voorjaarstitels slim met Joost Vandecasteele. Jungle verschijnt bij Moon en Vandecasteele maakt vooral nieuwsgierig door zijn gedreven presentatie. Het gaat ook wel eens mis. Lia van Reedijk presenteert vandaag Hoi-hoi wat fijn, het dikke voorleesboek voor peuters. Ze zou samen met zangeres Mariska Simon optreden, maar die is door ziekte verhinderd. Na een gesprekje van vijf minuten is de koek helaas al op. Bij de gezamenlijke presentatie van Guus Bauer en Peter Drehmanns had er wel wat tijd bij gemogen. De schrijvers zijn goed op elkaar ingespeeld en gaan in sneltreinvaart door een aantal vragen heen. Familierelaties spelen in beide boeken en rol en hoe persoonlijk die zijn blijkt uit de opmerking van Bauer die hoopt dat zijn moeder het boek Vogeljongen niet leest. Drehmanns’ boek Vaderval handelt over een kat en muis spel tussen vader en zoon.
De middag wordt afgesloten met de perspresentatie van het boekenweekgeschenk Broer van Esther Gerritsen. Na een ode op Duitsland door Margriet Brandsma wordt het boekenweekessay Zink van David van Reybrouck gepresenteerd. Van Reybrouck is in Indonesië voor een nieuw boek en dus trok hij met cameraman naar het voormalige dwergstaatje Neutraal Moresnet dat van 1816 tot 1920 grensde aan Nederland, België en Duitsland. Voor de presentatie van Esther Gerritsen is er een kast vol servies op het podium geplaatst. Dit blijkt een verwijzing te zijn naar de hoofdpersoon: een financieel directeur van een servieswinkel die voor een aandeelhoudersvergadering te horen krijgt dat bij haar broer een been zal worden afgezet. Eppo van Nispen mag na het interview het geschenk onthullen dat wordt opgediend door een ober. Daar krijgen we ook te horen dat hij in de woonkamer van Esther Gerritsen door de knieën is gegaan om haar over te halen het geschenk te schrijven. Gelukkig gaat hij voor de verzamelde pers nogmaals door de knieën om het geschenk te overhandigen.
Maarten Praamstra