Nieuws: Poëzie op het examen en een nietszeggend rapport
Nicolaas Beets: Madelieven (1869), Willem Kloos: Verzen (1894), Paul van Ostaijen: Bezette stad (1921), Martinus Nijhoff: Vormen (1924), M. Vasalis: Parken en Woestijnen (1940) en Rutger Kopland: Alles op de fiets (1970). Volgens Bas Jongenelen, docent Nederlands aan de Fontys Lerarenopleiding Tilburg, zou deze lijst geschikt zijn om poëzie te toetsen tijdens het centraal examen op het VWO.
Jongenelen stort zich op Neder-L daarmee in de discussie rond het literatuuronderwijs die al zo’n twee weken woedt in kranten en op weblogs.
Afgelopen week presenteerde Paul Schnabel ook een redelijk nietszeggend rapport over de toekomst van het onderwijs (basisschool en voortgezet onderwijs) waarin er een nieuw record open deuren intrappen wordt gevestigd.
Leerlingen doen kennis en vaardigheden op door creatief en nieuwsgierig te zijn.
Leerlingen vormen hun persoonlijkheid.
Leerlingen leren om te gaan met vrijheid en verantwoordelijkheid. Ook leren ze over grenzen heen te kijken.
Leerlingen leren de kansen van de digitale wereld te benutten.
Leerlingen krijgen betekenisvol onderwijs op maat.
Ondanks de vaagheid van het rapport zijn er al wel mensen die boos zijn op de inhoud. In de Volkskrant van vandaag reageert Ewout van der Knaap, voorzitter Vereniging van Germanisten aan Nederlandse Universiteiten, op de eenzijdige gerichtheid op het Engels in dit rapport.
Voor liefhebbers van taal en cultuur citeren we nog graag even wat visieproza:
Taal & Cultuur. Cultuur bepaalt in hoge mate wat we maken en doen, hoe we betekenis geven aan de werkelijkheid en hoe we met elkaar omgaan en communiceren. In dit domein gaat het om de rol en de betekenis van cultuur in de samenleving. Leerlingen krijgen inzicht in hun eigen cultuur en hoe die tot uitdrukking komt in taal en kunst. Ze maken kennis met kunstzinnige elementen zoals literatuur, muziek, cultureel erfgoed, theater en beeldende kunst en leren hierop te reflecteren en er (vanuit eigen verbeelding) aan bij te dragen. Ook leren ze over cultuuruitingen in andere landen. Kennismaking met religie, als aspect van cultuur, behoort ook tot dit domein.
Aan vage veranderingen van de Nederlandse taal hebben we niets.
Studenten moeten er wel beter van worden.
Geen poëzie in het in het examenprogramma.
Wel eens goed kijken en nadenken hoe het literatuuronderwijs een goede impuls krijgt. Het huidige literatuuronderwijs is niet meer van deze tijd en niet meer uitdagend voor de moderne studenten.
Ik stel voor dat we ook vertaald werk laten lezen zoals Mankell, Larsen en enkele andere grote jongen in Scandinavië.
Nesbo en consorten mogen er wat mij betreft ook op. lezen doe je tenslotte voor je plezier en niet het boekverslag is heilig.