Het mooiste grensverhaal

Een jaar of vier geleden, wat vliegt de tijd, vroeg een collega op een drukbezochte bijeenkomst naar waar ik aan werkte. Ik vertelde hem in grote lijnen wat een jaar later het prachtboek De grens, langs de randen van Nederland zou worden, en merkte daarbij op dat ik het niet over de voor de hand liggende dingen zou hebben: ‘Het Drielandenpunt bijvoorbeeld, dat kent iedereen.’ ‘Maar wist je,’ vroeg Maarten Dessing, want die was het, ‘dat dat ooit een Vierlandenpunt was?’

Het bleek dat bezuiden Vaals enige tijd Neutraal Moresnet had bestaan, een stuk land waarvan de status nooit helemaal duidelijk is geworden. Het ontstond nadat het Congres van Wenen na de val van Napoleon de Europese grenzen opnieuw had getekend. In het veld leidde dat niet zelden tot bizarre situaties, die ter plekke werden opgelost.

Alleen rond het dorp Kelmis lukte dat niet, vooral vanwege de aanwezigheid van een lucratieve zinkmijn. Pruisen en Nederland besloten een taartpunt gebied dan maar zo te laten en het gezamenlijk te beheren. Na het Verdrag van Londen nam België de plaats van Nederland in, maar Moresnet, zoals de streek heette, bleef zijn aparte status behouden.

Dat had behoorlijke gevolgen. Er was geen leger en geen dienstplicht, dus wie zich uit een omliggend land wilde drukken vestigde zich in Moresnet. Dat was lang zeer eenvoudig, wegens het ontbreken van een bevolkingsregister. Accijnzen werden niet geheven. Gezag was er nauwelijks, zodat drank, gokken, vrouwen en andere elders gereguleerde vermaken welig tierden.

moresnet

Interessant is ook de natuurlijke neiging tot staatsvorming die zich in Moresnet manifesteerde, juist in een tijd waarin de moderne natiestaat zijn huidige vorm begon te krijgen. Moresnetters ondernamen bijvoorbeeld diverse pogingen om eigen postzegels uit te geven. Het leidde er allemaal niet toe dat het ook een echt land werd, met alles erop en eraan. Moresnet bleef zijn bijzondere status behouden, ook al omdat niemand eigenlijk goed weet welke regels er van toepassing zijn. Dat wordt van incident naar incident bekeken, meest vanuit een pragmatische invalshoek.

Als in de Eerste Wereldoorlog de Duitsers Moresnet bezetten en na Versailles de Belgen. In 1920 lijven die het gebied in, maar daarbij blijven nog flink wat losse draadjes over die nog lang tot gedoe zullen blijven leiden. Ook een neutraal gebied hef je niet zomaar op.

Met dit onderwerp heeft Dröge goud in handen. Dankzij zijn vlotte stijl, uitgebreide bronnenonderzoek en oog voor veelbetekenende en smeuïge details is het een feest van een verhaal geworden. Dat ook tot nadenken stemt, want het lijkt allemaal zo voor de hand te liggen dat je in een land woont met belastingen, wetten en alles wat de moderne beschaving ons heeft gebracht, keurig opgeborgen achter goed gedefinieerde grenzen. Moresnet laat zien wat er gebeurt als je dat allemaal niet hebt. Als Moresnet niet had bestaan, zou het een mooi gedachtenexperiment zijn geweest.

Het aardige van grensverhalen is dat er altijd een ander verhaal achter schuilgaat en het telkens net niet zo is als je eerst dacht. In en epiloog vertelt Dröge dat Moresnet zeker niet uniek was in de wereld. Er is zelfs elders nog een vierlandenpunt, in het zuiden van Afrika. Daar zouden we ook wel eens een boek over willen lezen.

Enno de Witt

Philip Dröge – Moresnet, opkomst en ondergang van een vergeten buurlandje. Spectrum, Houten/Antwerpen. 272 blz. € 19,99.