Nieuws: Op weg naar Frankfurt 2016 – Leipzig in zes hoofdstukken (3)
Beursdag 2
Thorsten Ahrend, de uitgever van Wallstein, ontmoet ik op vrijdagochtend als eerste. Hij bracht de roman Ein Brautkleid aus Warschau van Lot Vekemans in februari al op de markt. Trots op het boek en de auteur, die als toneelschrijver bekendheid geniet in Duitsland. Der Spiegel roemde de ‘grandios-seltsamen Roman’ direct na publicatie. Lot heeft veel optredens en wordt door verschillende media geïnterviewd.
Om 11.00 uur mag ik zelf op het podium van de onafhankelijke uitgevers. Bij editionfünf kwam recentelijk de bloemlezing Wär mein Klavier doch ein Pferd uit. De titel is ontleend aan een verhaal van Helga Ruebsamen en de bundel bevat 14 verhalen van Nederlandse vrouwelijke auteurs: van Marga Minco tot Maartje Wortel. Met uitgeefster Karen Nölle en samenstelster Doris Hermanns spreken we over de kenmerken van deze schrijvende vrouwen. Doris heeft een gevarieerde keuze gemaakt. Ik mag van mijn drie favoriete auteurs uitleggen waarom die zo goed zijn: Maria Dermoût, Annie M.G. Schmidt en Margriet de Moor. Karen en Doris spreken over Hella S. Haase en Anneloes Timmerije.
Bij de stand van editionfünf is er veel vraag naar persexemplaren. Dat maakt deze beurs bijzonder zinvol: zelden zie je zoveel journalisten bij elkaar.
In de middag spreek ik Zwitserse uitgevers én journalisten van Schweizer Buchhandel: het valt niet mee in een land dat geld uitgeeft in Franken en de inkomsten grotendeels ontvangt uit het grote buurland in euro’s. Toch blijven ook de Zwitsers titels van Nederlandse auteurs kopen: Simon Carmiggelt, Connie Palmen, Leon de Winter en Miek Zwamborn.
De ontmoeting met Ingrid Holzheimer van A1 is bijzonder feestelijk. Samen met Gerd Busse komt ze met uitgestoken handen op me af: de vertaling van Stadium IV van Sander Kollaard is net van de pers gerold. Dat is nog eens hard werken. In oktober spraken we er in Frankfurt over, in maart overhandigt ze mij vol trots het boek.
Om 18.00 uur treedt Suzanna Jansen op in de Stadsbibliotheek. Ze vertelt uitgebreid over de geschiedenis van Veenhuizen die is verwerkt in haar boek Het pauperparadijs. De Duitse vertaling is Das Paradies der Armen is net uitgekomen. Schaamte over armoede is een thema dat bij het publiek in Duitsland herkenning oproept.
De vertaalster Andrea Prins is als de meeste vertalers bescheiden. Maike Albath, de moderator van de avond, beseft hoe belangrijk het werk van vertalers is, dus zij noemt Andrea enkele malen. Zelf werkt Maike namelijk als journalist én vertaler.
Op naar het Sächsische Psychiatriemuseum voor een avond over Voskuil. De vertaler Gerd Busse is al jaren actief. Hij vertaalt in straf tempo de romancyclus Het bureau van J.J. Voskuil, waarvan het vierde deel kortgeleden bij Verbrecher Verlag is verschenen: Das A.P. Beerta-Institut.
Vanavond treedt Gerd op met zijn redacteur Ulrich Faure en de acteur Wolfgang Schiffer. Zelf mag ik een klein fragment voorlezen: het publiek stelt het op prijs om de Nederlandse tekst te horen. De mensen begrijpen er helemaal niets van; pas wanneer ik de tekst in het Duits voorlees wordt er gelachen.
Reintje Gianotten