Schrijven vanuit de herinnering

De mooiste romans worden niet geschreven over onbereikbare liefdes, maar over moeders. Odes aan de vrouw die jarenlang wasgoed heeft uitgespoeld, uitgewrongen en opgehangen, die kindermonden heeft gevoed, dag na dag, die eten heeft bereid, vlees gemarineerd, soep geroerd, groenten gesneden. De Nederlandse literatuur kende al een aantal prachtige werken waarin de moeder centraal staat. Ik noem Wit is altijd schoon van Leo Pleysier. Een roman over een oude, babbelzieke Vlaamse moeder die ontroerend vertelt over de verhoudingen binnen het gezin, haar kennissenkring, en hoe haar begrafenis moet worden geregeld. Of, recenter, Sprakeloos van Tom Lanoye. In deze autobiografische roman vertelt Lanoye over pijnlijke aftakeling van zijn moeder. Ze heeft meerdere beroertes gehad en lijdt aan afasie. De vrouw die altijd als amateuractrice op toneel stond, is haar taal kwijt geraakt. En nu is er Gestameld liedboek. Moedergetijden van Erwin Mortier. Eveneens een pijnlijk verhaal over de ziekte van een moeder, een vrouw die al op vroege leeftijd door Alzheimer wordt getroffen. Een verhaal over een zoon die, net als in Sprakeloos, ook door het ziekteproces wordt overmeesterd – of hij nu wil of niet – en hulpeloos aan de kant staat. Desondanks weet Mortier zich met zijn Gestameld liedboek te onderscheiden van de eerder genoemde moederboeken.

Niets dan taal

Mijn moeder heeft me vandaag een stofbeurt gegeven, ze meende dat ik een meubel was. Misschien een ladekast of een oud fornuis. Ze ging met een helgeel doekje over de knopen in mijn hemd, naar mijn hals toe, wimpelde ermee rond mijn oren, stofte mijn kin af. Toen gaf ze een teken dat ik mijn mond moest openen – en propte daar de stoflap in en vergat ons.

Zo begint Gestameld liedboek en meteen is duidelijk waarom Mortier in 2009 de Tzum-prijs won voor mooiste zin. De openingszin ontroert me. Een moeder die door de Alzheimer haar zoon niet meer herkent. Maar de zinnen die volgen zijn sensitief. Een moeder die, ondanks haar vergeetachtigheid, lichamelijk contact heeft met haar zoon.

Het is de taal die centraal staat in zijn werk. Dat is ook de reden waarom ik als lezer altijd weer terugkeer naar het werk van deze schrijver. De zinnen van Mortier zijn als barokke kastelen, vol details waarop je niet uitgekeken raakt. Zijn werk leent zich dan ook voor eindeloos herlezen. De taal is sensitief, met een duidelijke Vlaamse inslag, doordesemd van metaforiek en met een zweem van humor.

Taal zoals we die ook teruglazen in Sprakeloos. Maar waar de roman van Lanoye vele verhaallijnen kent, bombastisch was, gaat Mortier recht op zijn doel af. Geen zijwegen, niet de angst om te beginnen, geen plaats voor de hete brij. Hij komt meteen ter zake: de langzame aftakeling van zijn moeder. Al op pagina acht lezen we:

De dood die hier aan tafel zit, zijn naam is ma. Aan het hoofd van de tafel zit hij in haar en onze kleren, de vertrouwde plek die hij nu al maanden op haar schuifelende tred van de voordeur naar de eetkamer voor zich opeist. Mijn moeder, de verkouden kraai met altijd die ene druppel traanvocht aan haar snavel. Ons ooit zo vlezige nest: een kromgetrokken kooi waarin een mechanische zangvogel wegroest.

De taal heeft Mortier altijd de mogelijkheid geboden om zijn verhalen te vertellen, zijn gevoelens te uiten, een herinnering op te roepen, beelden te verbinden. Nu speelt de taal ook nog eens de een rol in het ziekteproces van zijn moeder, evenals bij de moeder van Lanoye. Zij raakt langzamerhand haar taalgevoel kwijt. Ze is op weg naar zwijgzaamheid. Hiermee is het boek ook een ode aan de taal. Mortier merkt wat zijn moeder gaat missen:

Ik merk dat ik alleen al schrijf om zinnen zonder haperingen door mijn kop te horen dansen. Om ritme, versnelling, vertraging, om rustpunten te laten zingen. Alleen al om aan gedachtestrepen – de trapezes van de syntaxis – heel even gewichtloos in de nok van een zin te kunnen hangen, laat ik deze woorden los. Wat een weelde is het, als een gedresseerde aap van liaan naar liaan door regenwouden van taal te kunnen zwieren.

Leegte als vergeetachtigheid
En dan de structuur. Mortier presenteert het verhaal van zijn moeder gefragmenteerd. Zoon observeert ziekteproces moeder. Het zijn soms kleine dagboeknotities. ‘We verwachten jullie al langer, zegt de mevrouw van de opnames, nadat ze mijn zus en ik in haar kantoor een stoel heeft aangeboden. Maar we forceren niets. Dat doen we nooit. De vraag moet van de familie komen.’ De korte fragmenten baden in een zee van witregels. De structuur van Gestameld liedboek is als de Alzheimer bij zijn moeder. De fragmenten als de aftakeling van het brein: alleen nog brokjes herinneringen, niet het geheel meer kunnen overzien. De leegte op de bladzijden als de vergeetachtigheid.

Gestameld liedboek is niet alleen een boek over taal, over de ziekte van een moeder, maar ook een verhaal over schrijverschap. Mortier zelf zei hierover: ‘Het klinkt ontzettend pathetisch als ik het zeg, maar dit boek heeft mijn leven gered. Het heeft mij als schrijver gered. Het heeft mij het levensplezier teruggeschonken. Het heeft mij de herinnering aan mijn moeder teruggeschonken van voor ze ziek was.’ Dat laatste is kenmerkend voor het kleine oeuvre van de Vlaamse schrijver. Mortier schrijft namelijk altijd vanuit de herinnering.

In zijn vroege boeken deed hij dat vanuit het perspectief van het kind. De jongen die zijn omgeving aftast, leert kennen en kleine of grote familiegeheimen ontrafelde. Dit nieuwe boek sluit goed aan bij het oudere werk. Het mooist vind ik namelijk de fragmenten, waarin Mortier de herinneringen aan zijn jeugd – deze sluiten naadloos aan bij zijn debuut Marcel of de prachtige novelle Alle dagen samen.

Ik herinner me het huis, leeg nog zonder broers en zussen. Dat ik tussen de blokken en de autootjes over de zwart-witte tegelvoer op haar toe kruip. Ze draagt een zwarte maillot want ’s middags doet ze turnoefeningen op een rieten mat. Ik kruip op haar toe, ze kijkt geamuseerd op me neer. Ik ga zitten op haar voeten, die ze onder mijn billen op en neer beweegt. Ik dein en schommel en schater.

Opvallend is dat in één van de fragmenten Marcel licht doorklinkt. Het verhaal over een jongen die wordt opgevoed door zijn grootouders. Langzaam ontdekt hij een geheim en de schande die sinds de oorlog aan de familie kleven. Tegelijk draait het verhaal om Marcel, die enkele decennia eerder aan het Oostfront is gesneuveld. Als Mortier in Gestameld liedboek over de laatste maanden van zijn grootmoeder schrijft, staat er: ‘Ze lijkt geen besef meer te hebben van plaats of tijd, en toen ik haar zag sprak ze me aan met ‘Jozef’, dat is de naam van haar in de oorlog gesneuvelde broer.’ Dit laat zien hoe sterk het werk van Mortier met elkaar verweven is.

Poëzie
De stijl van Mortier kun je poëtisch noemen. Het is dan ook niet verrassend dat hij in Gestameld liedboek gedichten heeft opgenomen. Eerder publiceerde hij onder andere de dichtbundels Vergeten licht en Uit één vinger valt men niet. De laatste jaren is er geen bundel meer verschenen. De gedichten uit Gestameld liedboek doen je verlangen naar een nieuwe bundeling. Eén van de sterkte gedichten vond ik het onderstaande:

Het zitten,
dat zitten van haar,

naast me op de bank.

Dat zitten zonder iets,
en de stilte: een leeg
huis in de middag,

de kraan lekt.

Het is vooral de eenvoud die me aanspreekt. De eenvoud waarin zoveel ontroering schuilt. Zomaar een moment op de dag, een intiem moment dat ook schrijnend is. Niet alleen de mooiste romans worden over moeders geschreven, ook de mooiste gedichten.

Bart Temme

Erwin Mortier – Gestameld liedboek. Moedergetijden. De Bezige Bij, Amsterdam, 192 bladzijden. € 17,90.