Recensie: Joël Dicker – Het boek van de Baltimores
‘Echte’ roman?
Hij is een onbetwiste bestseller-auteur; Joël Dickers debuutroman De waarheid over de zaak Harry Quebert was in 2012 een megasucces en schopte het tot Boek van de maand bij DWDD. De Zwitserse auteur situeerde zijn debuut aan de Amerikaanse oostkust en creëerde daarmee een American Novel. Naast het succes riep de roman ook een controverse op: heeft het boek een aanvaardbaar literair gehalte of is het louter een good read? Vooralsnog werd het oordeel min of meer in het voordeel van de auteur beslecht. Wat de vraag oproept of opvolger Het boek van de Baltimores de balans ten positieve of ten negatieve doet doorslaan. Ik neig, moet ik zeggen, naar het laatste.
Opnieuw speelt Dickers boek zich af in de Verenigde Staten, en ook weer aan de oostkust. Het hoofdpersonage – en dat is bijzonder – is ook dezelfde: de schrijver Marcus Goldman. In de chronologie van Goldmans leven wordt De waarheid over de zaak Harry Quebert ingekapseld door Het boek van de Baltimores; speelde Dickers debuut zich af in 2008, de opvolger grijpt terug op 1989 en beleeft zijn apotheose in 2012 – als Marcus Goldman definitief terugkijkt op wat er binnen zijn familie gebeurd is. Marcus Goldman behoort namelijk tot de Goldmans-uit-Montclairs, een arme tak van de familie, en zijn neven Hillel en Woody, profiterend van het zakelijke succes van hun vader, tot de Goldmans-uit-Baltimore, de rijke tak dus. Dit verschil in stijl, finesse en vooral ook rijkdom vormt een rode draad in de roman. Een ander, niet onbelangrijk gegeven voor de ontwikkeling van de roman is de introductie van Alexandra Neville, een buurmeisje van de Goldmans-uit-Baltimore, en het stereotiepe buurmeisje waarop iedereen verliefd wordt – in het bijzonder de neven Hillel, Woody en Marcus. Woody, de real American boy, ontwikkelt zich tot een talentvolle footballspeler, Hillel is de slimme, juridische goed onderlegde nerd en Marcus, Marcus rommelt maar wat aan, al is hij in het geniep wel de uitverkorene van de twee jaar oudere Alexandra.
‘Ik ben de schrijver,’ is de eerste eigenlijke zin van de roman. Het is februari 2012 en de schrijver is in Boca Raton, Florida en neemt de lezer mee aan de hand, terug de geschiedenis in. Hij kijkt terug op wat in de roman ‘het Drama’ heet. ‘Sinds het Drama zoekt Marcus op één hardnekkige vraag het antwoord: wat is er nu echt met de Baltimores gebeurd?’ zo ronkt het achterplat. Maar nergens in de hele roman krijg ik de indruk dat Marcus net als de lezer niet wéét wat er gebeurd is, nee, Marcus Goldman, de succesvolle auteur, lepelt gewoon het hele verhaal op dat hij te vertellen heeft; het bekende verhaal van familiaire betrekkingen, niet gerealiseerde verwachtingen en sluimerende jaloezie. Goldman is de alwetende verteller en wij, argeloze luisteraars ondergaan het verhaal. En dat verhaal is niet bijster spannend.
Zonder daadwerkelijke spoilers weg te willen geven moet ik hier toch noteren dat het lezen van Het boek van de Baltimores nergens een op-het-puntje-van-je-stoel-sensatie teweegbrengt en dat ook de pannenkoek-platte personages vooral hun best doen te voorkomen dat je het verhaal ingezogen wordt. Vlot geschreven is het wel en dat geeft dan als rendement een fiks aantal uren jolijt, dat echter bij beëindiging van de roman, na 446 pagina’s, omslaat in een onbestemd gevoel: wat heb ik nu gelezen? Sloot Guus Bauer zijn recensie van De waarheid over de zaak Harry Quebert nog af met een hoopvol ‘Na deze weergaloze thriller, tijd voor een ‘echte’ roman?!’, dan moet het antwoord hierop, voor zover het een vraag is, een volmondig nee zijn. De schrijver ín de roman en de schrijver ván de roman zijn vooralsnog geen literaire hoogvliegers.
Wiebren Rijkeboer
Joël Dicker – Het boek van de Baltimores. Vertaald door Manik Sarkar. De Bezige Bij, Amsterdam. 446 blz. € 19,90.