Recensie: Sabine van den Berg – Dingen die niet mogen
Kleine gemeenschappen en hun geheimen
Sabine van den Berg (1969) laat haar nieuwste roman Dingen die niet mogen voorafgaan door de kuisheidsgelofte van Lars von Trier uit 1995: ‘Mijn hoogste doel is om de waarheid uit mijn personages en situaties te persen. Ik beloof dat met alle mogelijke middelen en ten koste van elke vorm van goede smaak en esthetiek te zullen nastreven.’
Een interessant motto, het gekrakeel rond het autobiografische element van fictie in gedachten. Ook wat gewaagd, gezien de uitspraak over esthetiek. Maar inderdaad, alle middelen zijn geoorloofd, zolang het verhaal door de lezer maar als honderd procent waar wordt ervaren, zolang de personages levensecht zijn. En dat zijn ze in deze roman.
Het veertienjarige meisje Eva Deelman is tien jaar geleden in een boerendorp het slachtoffer geworden van een lustmoord. Omdat de zaak nooit is opgelost, ziet de moeder van Eva in elke man, inclusief passanten, de dader. Niet ver van hun huis staat de bioboerderij van Arend, zijn jongere vrouw Aline en hun twee kinderen Steven en Lineke. Arend is een stuurse zwijger, Aline een vrouw die zich schikt, die alles in het gareel probeert te houden met een vergoelijkende liefdesdeken. Steven past niet in het ideale plaatje van Arend. De jongen is hem te beschouwelijk, weet niet van aanpakken, althans niet in het boerenbedrijf. Hij studeert liever op zijn viool en blokt om de beste van de klas te worden. (Een scheppend personage, die tenminste nog de kunst heeft om in te vluchten.)
Arend kan van meet af aan veel beter opschieten met zijn dochter. Een meisje zonder veel poespas, dat weet wat ze wil. Met de broer Jan van Eva Deelman heeft ze een prille verhouding. Niet gebaseerd op medelijden, maar gewoonweg omdat hij zich als individu presenteert. Iets dat terug te voeren is op de gebeurtenissen in het verleden. De familie die hoe dan ook door de dorpelingen wordt gebrandmerkt. Dat onderhuidse gegeven dat in het dorp smeult en dat door Van den Berg efficiënt wordt ingezet om de spanning in haar roman op te bouwen. Kleine gemeenschappen en hun geheimen zijn ideaal voor een schets van ingewijden en buitenstaanders.
De schrijfster gebruikt de verschillende tijden efficiënt. De vorm is sterk in alle eenvoud. Alternerende hoofdstukken van moeder Aline en dochter Lineke. De wisselwerking is goed, de hoofdstukken complementeren elkaar. Volgens de achterflap zijn de andere drie boeken van Van den Berg psychologische romans over complexe relaties tussen vaders en dochters. Ook hier speelt de oplopende spanning tussen Arend en Lineke de belangrijkste rol, staat aan de basis van bijna alle gebeurtenissen. Gelukkig heeft Van den Berg er niet voor gekozen om Arend en Steven, of zelfs Jan, nog een aparte stem te geven. Het multiperspectief zorgt veelal voor onnodige complicatie. Ze worden allen door de twee vrouwen precies genoeg gekarakteriseerd. Het laat voor de lezer de benodigde interpretatieruimte. Dat zorgt voor een open tekst.
Van den Berg heeft zorgvuldig gewerkt. De meeste valkuilen zijn vermeden. Naast de opleidingen reclametekenen en beeldhouwen volgde ze ook een opleiding aan de schrijversvakschool ’t Colofon. Zelf geeft ze les aan de Schrijversvakschool Groningen. Zonder dit te weten, schemerde dit in de eerste pagina’s toch een weinig door. Het woord ‘ring’ mag gerust twee keer in een alinea voorkomen. ‘Vingerversiering’ is wat gezocht, te bedacht. De uitgeverij afficheert haar werk als beeldend. ‘In sober taalgebruik voeren spanning en verwarring de boventoon in een filmisch geheel.’ Sober is het niet. Dingen die niet mogen is soms te gedetailleerd. Daar gaat het slot af en toe op het boek. Er hangt dan iets rond de tekst wat je wellicht alleen met ‘onvrij’ kunt omschrijven.
Ze opent de deur van de koelkast en pakt de in papier gevouwen kaas eruit. Met het geslepen mes snijdt ze moeiteloos een stuk van de korsten aan weerszijden langs de bovenkant af. Een kommetje zet ze op het aanrecht, de rasp houdt ze erboven, dan drukt ze het kwetsbare bovenste deel van de kaas tegen de rasp en haalt het stuk heen en weer. Slingertjes kaas kringelen zich door de opengewerkte gaatjes in het metaal naar beneden, in de kom. Wanneer het kommetje vol genoeg is, bekijkt Aline de geraspte huid van de kaas, zo gehavend kan ze de kaas niet terugleggen. Ze neemt het mes en snijdt het stuk keurig recht af, de grillige plak steekt ze in haar mond, ze kauwt bedachtzaam, de zoutpittige smaak constaterend.
Wanneer je deze non-telling details even vergeet, dan heb je een goed leesbaar verhaal in de hand, waarbij de verhoudingen tussen de familieleden door Van den Berg prima op scherp worden gezet. Heeft Arend niet veel op met zijn zoon, omdat hij de oorzaak is van het zogenaamde ‘moetje’. Heeft de geldende mores in de streek hem van zijn vrijheid beroofd? Lineke is veertien en lijkt sprekend op haar moeder die op die leeftijd allerlei spelletjes speelde met Arend in de stal. Lineke heeft al iets van een geraffineerde verleidster.
Van den Berg laat zo nu en dan ballonnetjes op, zorgt adequaat voor misverstanden. Zou Arend iets met de lustmoord van doen kunnen hebben? Samen met de protagonisten slaat de twijfel toe. De stukken nemen naar het einde sterk in intensiteit toe. Met de spanningsboog van Dingen die niet mogen is beslist niets mis. Je wilt deze roman hoe dan ook uitlezen. Een geslaagde zedenschets is het zeker.
Guus Bauer
Sabine van den Berg – Dingen die niet mogen. Atlas Contact, Amsterdam. 190 blz. € 19,99.