Column: Coen Peppelenbos – Constant
Constant
‘Ik zou niet graag eeuwig doorgaan,’ zegt schilder Constant Nieuwenhuys in een documentaire die Maarten Schmidt en Thomas Doebele vlak voor zijn dood van hem maakten. Je ziet de schilder nog wat laatste aanpassingen maken op een enorm doek. Er hangt een nieuw wit doek klaar, maar dat zal onbeschilderd blijven. De schilder is oud en moe. Een opmerkelijke rol speelt zijn vrouw, zijn vierde, in deze documentaire. Zij is al helemaal klaar om de weduwe te worden en het werk van haar man uit te leggen. ‘Heb je ze al verteld over het spatiaal colorisme?’ vraagt ze aan haar man, want de documentaire moet wel informatief blijven. ‘Ze vragen de oren van mijn kop,’ zegt Constant. Omdat hij onwillig is om het uit te leggen, begint zij tegen hem te vertellen wat het begrip betekent. Op het moment dat ze ook nog een Frans woordje vertaalt, ontsteekt Constant, die jarenlang in Frankrijk gewoond heeft, in woede. ‘Tegen wie zit je eigenlijk te praten?’
Doorgaans loop ik in musea weg bij documentaires, maar in het Cobra Museum in Amstelveen blijf ik ondanks het belabberde geluid zitten. Je ziet een kunstenaar die klaar is, die alles gemaakt heeft wat hij wilde maken. Wat zijn vrouw doet is vreselijk: ze reduceert zijn kunst tot een paar regels waarin alles vastligt. Later op de dag zie ik in het Gemeentemuseum in Den Haag, waar het andere deel van de tentoonstelling over Nieuwenhuys is, hoe een jonge vrouw een werk van Piet Mondriaan verklaart. Het doek verkruimelt onder de kunsthistorische clichés.
Soms ben ik bang dat ik een groot deel van mijn leven bezig ben geweest met iets wat ik haat bij anderen. Als recensent en docent literatuur ben je immers continu bezig om iets te duiden, om een boek of een gedicht terug te brengen tot wat kenmerken waarvan jij denkt dat ze belangrijk zijn. In het museum in Den Haag hangt een kolossaal bouwwerk van kettingen en houten vlonders. Je kan in het vervaarlijk heen en weer bewegende ding tot aan het plafond klimmen. Dat heb ik, op de grond gevolgd door een waakzame suppoost, gedaan. Kunst moet je ervaren.
Coen Peppelenbos
Deze column verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 9 juli 2016.
Mooi en waar.
Ik vraag het me net af. Ik heb morgen een mondeling tentamen wereldliteratuur, waarin ik een paar werken moet plaatsen en duiden. Kafka…..esk.