Recensie: Maarten van Buuren – Spinoza. Vijf wegen naar de vrijheid
Vrijheid, eenheid, broederschap
Het is de vraag in hoeverre het gedachtegoed van Baruch de Spinoza (1632-1677), zonder twijfel de bekendste en meest invloedrijke Nederlandse filosoof, vandaag de dag als gemeengoed kan worden verondersteld. In de inleiding van zijn boek Spinoza. Vijf wegen naar de vrijheid geeft Maarten van Buuren daar alvast een verklaring voor: het werk van Spinoza, zeker zijn beroemde Ethica, geldt als onleesbaar, onder andere omdat de filosoof zich van standaardtermen bedient die hij op subtiele wijze van een nieuwe betekenis voorziet. Zodoende stelt Van Buuren zich de taak om een begrijpelijke en kernachtige studie af te leveren, waarin de belangrijkste ideeën van Spinoza nader worden uitgewerkt.
De opzet van deze ‘biografie’ is opmerkelijk: Van Buuren kiest er niet voor om de levenswandel van Spinoza te combineren met zijn filosofisch gedachtegoed, noch worden zijn belangrijkste werken en bijdragen aan het discours op chronologische wijze besproken. Het uitgangspunt zijn vijf pijlers die centraal staan in het werk van de filosoof: ‘zelfbeschikking, de immanentie van God, de wil tot macht, intuïtie als hoogste vorm van kennis en “eendracht maakt macht”.’ Deze complexe concepten worden stapsgewijs uiteengezet, waarbij Van Buuren gebruikmaakt van het complete oeuvre van Spinoza, aangevuld met werken van de filosofen waar Spinoza zich aan conformeert, of juist tegen afzet. Op die manier plaatst hij de denkbeelden in een heldere context, en toont hij ook de radicaliteit ervan mooi aan. Anderzijds weet hij op deze manier de verschuivingen en tegenstrijdigheden in het gedachtegoed van de filosoof overtuigend aan te stippen, waarbij kanttekeningen niet geschuwd worden.
Van Buuren is echter een groot bewonderaar van Spinoza, en benadrukt regelmatig het radicale en unieke karakter van diens filosofie:
Het is een blijk van onvoorstelbare geesteskracht dat Spinoza in staat was denkbeelden te ontwikkelen die volstrekt in strijd waren met het geloof van zijn vaderen; dat hij in staat was de wereldvisie waarin hij was opgevoed tot op de grond toe af te breken en vanuit het niets een nieuwe en samenhangende visie te ontwikkelen op de wereld, op de plaats van de dingen in deze wereld en op de mens en de plaats die de mens in de wereld inneemt.
Net als de radicalen van tegenwoordig, die het overigens doorgaans aan filosofische scherpte ontbreekt, werd Spinoza verketterd (en later zelfs verbannen uit de joodse gemeenschap in Amsterdam) vanwege zijn weinig salonfähige opvattingen. Dit is een mogelijke verklaring waarom hij altijd bleef streven naar een vrije samenleving.
De toepasselijke ondertitel van het boek luidt: Vijf wegen naar de vrijheid, aangezien Van Buuren laat zien dat dit begrip voor Spinoza in zijn werk een soort rode draad is die overal mee samenhangt.
Wanneer Spinoza over ‘zelfbeschikking’ schrijft, doelt hij erop dat alle mensen ernaar moeten streven hun eigen meester te zijn en niemands knecht; een idee dat bepaald niet strookt met de leefregels van de zeventiende-eeuwse samenleving. Het gaat hier echter niet alleen om de vrijheid van handelen, belangrijker nog is volgens Spinoza de vrijheid van denken. De mens moet zijn rede, een ander kernbegrip dat veelvuldig terugkeert, in de loop van zijn leven telkens aanspreken en blijven ontwikkelen, om zo een kritische levenshouding te verwerven. Daarmee weet hij een ‘innerlijke burcht’ te construeren, die niet kan worden ingenomen door valse voorwendselen.
De vrijheid keert ook terug wanneer Spinoza over God schrijft. De filosoof is tegen wil en dank verguisd (en later bewonderd) om zijn revolutionaire stelling dat God geen poppenspeler is, die als een externe oorzaak het leven van alles en iedereen op aarde bepaalt. Spinoza ziet God (want een ontkenning hiervan is bij hem allerminst aan de orde) als immanent: hij bevindt zich in de natuur en alles wat voortbeweegt. Zijn hele denkwezen (ook zijn ethiek) stoelt Spinoza dan ook op natuurwetten. Volgens hem bereikt de mens een opperste staat van vrijheid als hij zich naar deze onvermijdbare wetten schikt, in plaats van de dogma’s en bevelen van (religieuze) leiders. Iemand die erin berust een onderdeel te zijn van de onveranderlijke kosmos, is volmaakt vrij.
Het voert te ver om alle ideeën van Spinoza hier te benoemen, maar zijn gedachten omtrent eenwording en vereniging zijn de moeite waard en heden ten dage nog altijd relevant. De bijzondere aandacht voor het individu lijkt wellicht een streven naar een individualistische samenleving, maar Spinoza beweert dat mensen zich moeten verenigen om optimaal van hun individuele vrijheid te kunnen genieten. Zodra men gemeenschappelijke belangen heeft, variërend van een goede handelspositie tot de bescherming van burgers, dient men te handelen in het belang van de maatschappij. Zijn visie in deze kwesties is haast van utilistische aard; welzijn voor allen betekent immers welzijn voor ieder individu afzonderlijk. Om deze gelukkige levensstaat te bereiken, dient de mens het ‘natuurrecht’ in acht te nemen, daarmee zichzelf te ontplooien (en te beperken) tot een volwaardig menszijn, dat optimaal functioneert in diens hoedanigheid. De ethiek van Spinoza is geen zuiver moralisme, noch gestoeld op religieuze leefregels; een mens dient zo veel mogelijk volgens zijn eigen intuïtie te handelen, zonder daarbij het belang van andere mensen te schaden.
Opvallend is dat Spinoza nooit spreekt over de intrinsieke gelijkheid tussen mensen, zoals we die tegenwoordig toepassen in ons rechtssysteem. Hij roemt bijvoorbeeld de VOC als voorbeeld van ‘eendracht maakt macht’ (en daarmee welvaart voor het Nederlandse volk), maar de welvaart van andere volken laat hij daarbij even buiten beschouwing.
Maarten van Buuren heeft een knappe prestatie geleverd door het gedachtegoed van Spinoza voor hedendaagse lezers op een heldere en gestructureerde manier uiteen te zetten. Ook de keuze voor vrijheid als verbindende factor (met ‘natuurlijke ethiek’ als terugkerend element) pakt overtuigend uit. Dit boek zet aan tot nadenken over complexe vraagstukken omtrent macht, religie en individualisme, die heden ten dage nog altijd een doordringende en soms fatale rol spelen in onze vrije samenleving. Verplichte kost voor iedereen die net als Spinoza zijn rede wil ontwikkelen, om zo tot ultiem geluk, of op z’n minst een gevoel van vrijheid te komen.
Willem Goedhart
Maarten van Buuren – Spinoza. Vijf wegen naar de vrijheid. Ambo|Anthos, Amsterdam. 240 blz. € 19,99.