Polemiek: Enno de Witt antwoordt Abdelkader Benali over culturele toe-eigening
De moerbeitoppen ruischten
Schrijver, hardloper en televisiemaker Abdelkader Benali hield zich het afgelopen weekend onledig met het typen van een kleine tweeduizend woorden als reactie op een cultuurfilofische beschouwing van mijn hand, waarin hij zich eerstens afvraagt wie ik ben. Nu ben ik een groot liefhebber van op de man spelen, het is vermakelijk en heeft vaak ook leuke resultaten – al is het wat flauw om iemand die in tegenstelling tot menig Twitteraar nooit zijn ware identiteit verborgen houdt te verwijten dat hij niet met open vizier strijdt -, maar beste Abdelkader, ben je de biertjes die we ooit eens dronken nu al vergeten? Zal ik je de foto’s sturen?
We zijn het niet met elkaar eens, Abdelkader, maar volgens mij mag dat nog steeds in dit land. Net zoals jij en ik – allebei witte mannen, jij iets witter dan ik – elk iets mogen vinden van culturele toe-eigening, in dit geval in de literatuur. Ik weet het, je vindt dat mensen die jij bestempelt als buitenstaander en ‘non-specialist’ hun mond moeten houden, maar hoe weet je dat ik dat ben als je zegt niet te weten wie ik ben? En heb je zelf eigenlijk wel de vereiste diploma’s, insignes en stempels in je paspoorten om zomaar in het openbaar deel te nemen aan een discussie over literatuur?
De voorliggende kwestie is zeer simpel en volgens mij kunnen we nu al vaststellen dat jij en ik op dit punt nooit nader tot elkaar zullen komen. Onze opvattingen over wereld, mens en literatuur liggen daarvoor veel te ver uit elkaar. Ik zie alleen maar mensen; jij verdeelt de mensheid in slachtoffers en daders, langs etnische lijnen, waarbij iemand louter en alleen vanwege zijn afkomst en huidskleur in de ene dan wel de andere categorie wordt opgeborgen.
Het allervreemdste is dat jij jezelf, terwijl je het toch behoorlijk ver hebt geschopt, bij de slachtoffers schaart. Wat moeten we doen om het jou eindelijk naar de zin te maken? Welke enorme kansen en mogelijkheden heb je gemist, louter vanwege je Marokkaanse paspoort? Heeft de ploeterende en worstelende witte of blanke auteur niet meer reden tot klagen, omdat hij alleen over een Nederlandse pas beschikt en dus niet fijn voor een televisieserie door zonnig Marokko mag reizen?
En onderbouwde je je boude stellingen nou nog, dan konden we het ergens over hebben. Maar de karikatuur die je schetst van een tot op het bot gesegregeerde wereldliteratuur lijkt me onhoudbaar. Als het zo zou zijn dat witte of blanke auteurs louter positief schrijven over de Westerling – waarom die een hoofdletter krijgt ontgaat me hier, zal wel door mijn white privilige komen -, hoe kan het dan dat door de eeuwen heen tal van jouw blanke of witte collega’s in hun boeken de vreselijkste westerse schurken en monsters opvoerden, van Melville tot Nabokov en van Thomas Bernhard tot Brett Easton Ellis, Céline en Houellebecq? En dan nog: als witte of blanke auteurs een andersgekleurde medemens in een werk van fictie als schurk opvoeren dan is dat hun goed recht. In de kunst mag immers alles, tenzij je censuur wilt invoeren.
Het is verder prima dat je empathie belangrijk vindt, maar hoe lees je dan in hemelsnaam American Psycho? En wie is toch die door jouw opgevoerde zwarte, islamitische of niet-westerse auteur die over mijn (?) soort mensen zou schrijven, ‘over Joden (?), over witten’ die vragen als dominostenen uitlokken? Goede literatuur lokt altijd reacties uit, deels positief en voor een ander deel niet. Het hoort nu eenmaal bij goede kunst dat die knarst en schuurt, en ook pijn kan doen, en als het even meezit weer nieuwe kunst oproept. Het alternatief is een politiek-correcte Bouquetreeks voor mensen in hun safe space.
Iedere schrijver van literatuur weet daarbij, dat zijn werk niet begrepen wordt, onwelgevallige reacties oproept en onterechte kritiek krijgt, dat is heus niet voorbehouden aan auteurs met een niet-westerse achtergrond. Een echte kunstenaar trekt zich daar niets van aan en gaat gewoon door met scheppen, hooguit deelt hij polemisch enkele rake klappen uit. Iedere schrijver krijgt als hij ergens voorleest de bizarste vragen uit de zaal, over zijn werk en persoonlijk leven. Dat hoort er nu eenmaal bij als je de bühne betreedt. En natuurlijk gaat het dan bij jou om je achtergrond,. Vind je het gek? Je schrijft er zelf over. Het is alsof Jan Siebelink ergens een lezing houdt, kwaad wordt omdat iedereen over gereformeerden begint en zich in een polemiek in Tzum mengt.
In het Engels hebben ze er een mooie uitdrukking voor: grow a pair. Hou op met miepen over dat je het zo moeilijk hebt en dat dat altijd door de anderen komt. Iedereen moet zijn plaats bevechten; wil je iets bereiken, ook in ons geweldige land, dan kost dat bloed, zweet en tranen. Wie een boek schrijft vindt echt geen uitgever omdat hij blank is. Publiceer een boek en de critici slijpen hun messen, dat hoort erbij. Voor de één is het leven door omstandigheden wat makkelijker dan voor de ander, en niet alles wat je wilt lukt, maar dat is niet anders. Goede boeken zijn als de grillige roos die tegen alle verdrukking in tot bloei is gekomen. Besef dat je achter je toetsenbord volkomen vrij kunt zijn – al moet je dat wel willen natuurlijk. En als je dat niet wilt, gun dan tenminste anderen die vrijheid wel.
Enno de Witt
De grote kracht van literatuur is juist dat we niet alleen kritiek kunnen leveren op dat wat we kennen, maar ook kunnen proberen te begrijpen wat we niet kennen. Als we elkaar de mogelijkheid ontnemen over de Ander te schrijven (om een hoofdletter te lenen uit het toeëigeningskamp), dan ontnemen we elkaar tevens de hoop dat we elkaar ooit leren begrijpen.
Ik lees er blijkbaar steeds overheen, maar wie ontneemt (of verbiedt) de mogelijkheid om over de Ander te schrijven?
\’Het rumoer rondom dit soort discussies bewijst dat we op een punt zijn aangekomen dat minderheden zich niet zonder meer neerleggen bij het beeld dat door anderen van hen geschetst wordt. Machtsstructuren veranderen, langzaam maar zeker.\’ Het gaat dus om macht en zoals we in de VS en het VK kunnen zien leidt dat vanzelf tot verbieden en dwingen.
Maar geen enkele auteur heeft dat in dit debat gezegd. Je ageert dus tegen conclusies die je zelf trekt.
Ik voel toch wel mee met De Witt. Ik vind namelijk dat je als auteur – white, black, yellow, gay or straight – niets hoeft aan te trekken van de lezer – white, black, yellow, gay or straight. Empathie met iedereen is namelijk niet te doen.
De reactie hoort natuurlijk hier…
Jürgen Snoeren 27 Okt 2016 om 09:21 #
Coen, het wordt inderdaad niet letterlijk gezegd, maar de suggestie is wel dwingend aanwezig. Zolang de stelling is dat je vragen mag stellen bij de representatie in een roman vanuit je specifieke achtergrond en kritisch mag zijn op de manier waarop iemand met een andere achtergrond die neerzet, heb ik er geen problemen mee. Maar zoals Enno aanhaalt, in de VS is de discussie inmiddels verder gevorderd en wordt er nu concreet gezegd: als witte man mag je niet over minderheden schrijven. En als je een “non-specialist in literair inlevingsvermogen” verbiedt iets te zeggen hoe zij die daar wel gespecialiseerd in zijn schrijven, dan leun je gevaarlijk in die richting. En Enno richtte zich in zijn commentaar ook niet op de kritiek die op die representatie wordt geuit, zoals Benali suggereert, maar op Benali’s suggestie dat alle Westerse schrijvers en lezers niet snappen dan wel zich niet bewust zijn van hoe gekleurd hun eigen representatie is. Los hiervan, ik ben blij dat er een polemiek ontstaat over dit onderwerp en ik volg het met interesse. Het is een onderwerp waar niet genoeg over gedebatteerd kan worden.
De ontwikkeling in Amerika is inderdaad verwerpelijk – maar tenzij ik er over heen lees, lijkt Benali in zijn stuk een ander, liberaler standpunt in te nemen. Een andere bedroevende ontwikkeling is dat je als schrijver niet meer zomaar alles over andere culturen kunt beweren wat je zou willen, kijk naar Rushdie (en die had het over zijn eigen cultuur). Deze beperking van de vrijheid van meningsuiting is eigenlijk veel ernstiger dan de veel vagere kwesties waar Benali zich druk over maakt. Hij loopt met waar hij zich nu over opwindt natuurlijk minder risico. Je ergens in betrekkelijke veiligheid over opwinden is natuurlijk een stuk aantrekkelijker, dat zou me in zijn plaats ook niet ontgaan.
Gelukkig zijn wij niet zo kleinzielig om te piepen over Yo-Yo Ma en Mitsuko Uchida die onze westerse muziek spelen. Het idee.
Wie kan er polemiseren en tegelijkertijd de ander volledig in zijn waarde laten?
Nou, Joost, zie Piet Grijs, Theo van Gogh, Hermans en Van Amerongen.
Waarom moeten in dit geval de fluwelen handschoenen uit de la worden gehaald?
Omdat het over Voldemort gaat?
Prachtige voorbeelden, maar wie polemiek bedrijft over de rug van de kunst verliest de ware essentie van literatuur uit het oog en probeert op een heel ander terrein winst te boeken.
Over mensen in hun waarde laten nog dit, Joop: Benali noemde destijds Arie Storm een lul en Jeroen Vullings een racist. De manier waarop hij zich uitliet over het hoge aantal Joden in Zuid en hoe hij zich daarbij voelde, verdient evenmin een schoonheidsprijsje.
Beste mevrouw De Jong, ik heb nergens gezegd wie wel of niet de ander in zijn waarde laat.
Kan iemand mij vertellen wat Benali precies over Joden heeft gezegd? Graag echte citaten.
Harald Doornbos in HP/De Tijd:
\”(…) We schrijven Beiroet, Libanon, juli 2006, de eerste dagen van de oorlog tussen Israël en Hezbollah. Ik loop hem [Abdelkader Benali] op een feestje tegen het lijf. Ik heb geen idee wie hij is, hij heeft nog nooit van mij gehoord. Benali barst los. Sinds hij een succesvol schrijver is en wat meer geld heeft, komt hij vaker in Amsterdam-Zuid. Jemig, daar blijkt het vol te zitten met joden. En het vervelendste is: het zijn zoveel joden! Amsterdamse joden. Je voelt je als Marokkaan nauwelijks op je gemak. Het lijkt Israël wel. Heel irritant allemaal. Zoveel joden, dat voelt gewoon gek aan. (…)\”
Dit zijn parafrases, het kan in werkelijkheid een beetje anders zijn geweest. En ik vind het allemaal ook nog wel voorstelbaar. Het is wel boeiend om overal in de tekst het woord \’joden\’ te vervangen door \’Marokkanen\’ en het woord \’Israel\’ door \’Marokko\’. Aangezien dat precies hetzelfde is, zou hij zich daar niet over moeten opwinden.