Recensie: Cees Nooteboom – Monniksoog
Woorden, geen gevoel…
Het is een bekende uitspraak over poëzie: gedichten schrijf je niet met emoties, maar met woorden. Niet de dichter moet huilen, misschien de lezer ook niet, maar hij moet wel worden aangeraakt, geroerd worden. Goede poëzie is als een stok in het water, die je beweegt, anders vries je dicht. Zoiets schreef Gerrit Krol en Gerrit Kouwenaar zei: ‘Echte kunst is niet het wegschrijven van smart en geluk, maar het objectiveren van de gevoelens.’ en ‘Goede poëzie is als de lezer weet: ik kende dat gevoel maar ik had er zelf geen woorden voor.’
In 1984 verscheen een bundeling van Nootebooms gedichten, Vuurtijd, ijstijd bij de Arbeiderspers, met daarin het gedicht ‘Aas’ en de beroemde regels ‘Eskaders gedichten zijn op zoek naar hun dichters. / Ze dwalen zonder commando door het grote / district van de woorden / en verwachten het aas van hun volmaakte, / gesloten, gedichte, gemaakte / en onaantastbare vorm.’ De woorden ‘zweven’ rond in het taaluniversum en zoeken als het ware naar hun bestemming. De dichter is medium.
Nu verscheen in 2016 Monniksoog, bij Karaat; 33 vormvaste gedichten geschreven op het ene eiland Schiermonnikoog en voortgezet op het andere eiland, Menorca. Nooteboom werd opgevoed door monniken en leerde bij hen de klassieken lezen.
Eigenlijk is het één lang gedicht over waarnemen, illusoire ontmoetingen, ouder worden en ja, over waar de woorden vandaan komen.
Gedicht 8 gaat zo:
Probeer het, alleen nog maar woorden, geen gevoel,
de macht waarmee ze zichzelf zijn, jij niet meer bestaat
en alleen nog maar luistert, taal weerspiegeld in taal.
Voel hoe je langzaam verdwijnt, buitengesloten,je hoort hier niet en je hoort ze niet,
je dacht dat je ze had, ze bezat, bediendes
of slaven, maar ze zochten iets anders,
letters en klanken waar jij niet van wist,je was er niet, verjaagd vanwege je misbruik,
je had de woorden geschonden, nu zouden ze
worden, onaantastbaar, gemuurd in hun eigen
geweten, hun heilig gelijk, met zichzelf als wet,en buiten bereik.
De dichter hoeft niet te voelen; hij moet luisteren naar de taal die in hem resoneert. De woorden kennen hun eigen wet en het paradoxale is dat ze emoties oproepen bij de lezer.
Ook in de andere gedichten vinden we deze wet: ‘en ik zweef hier met tussen mijn tanden een lied // dat ik nooit heb geleerd.’
En: ‘Waar dan? Gedichten moeten zonder / vraagteken, ze moeten de waanzin / temmen, niet ontkennen, ze moeten // hun vorm betoveren uit lege gedachtes // tot ze die zijn.’ De gedichten gaan over de zee, Die de eilanden omspoelt. Even mag je op zo’n eiland rondlopen, ruiken, zien, geen vragen stellen:
Geen antwoord is altijd een antwoord,
de karper wordt later een walvis,
het kleine wordt groot
en koestert het kleinetot de dood erop volgt.
Op Menorca kun je op de markt verse vis kopen, bij voorbeeld karpers. Ze worden opengesneden terwijl ze nog bewegen. Leven en dood vlak bij elkaar. Vissen en vissers horen bij de zee. Ze komen vaak terug in deze gedichten. De karper wordt in de taal zo maar een walvis, die je opslokt en elders neerzet.
De ik leeft met zijn verleden en komt zijn moeder tegen, zijn broer, halfbroer, de vuurtorenwachter die opschreef wat hij zag in een handschrift van vroeger. Hij hoort de taal van vroeger, van zijn kloosterschool, de taal van Socrates, van Phaidros. De wijsgeer vraagt aan zijn bewonderaar: ‘Mijn beste Phaidros, waarheen toch en waarvandaan?’ Hij ziet de eerste geliefde. Het leven ging voorbij, maar hij is er nog. Hij zou wel mee willen met de doden, maar waarheen? Hij hoort de stem van zijn vader ‘die lopend kon eten’. Over de wereld heeft hij gezworven en altijd heeft hij geschreven, de literaire tuinen bezaaid. Wie zijn wij? Waar gaan wij naartoe?
Niemand had ons bedacht, wij zaten in het gruis
van de eerste seconde, wij zijn er vanaf
het begin. Pas later kregen wij zielen en mochten
we schrijven. Van ons zijn de woorden
De lezer zwerft met Nooteboom mee en hij weet: dit zijn belangrijke gedachten, gedichten. Van alle tijden.
Remco Ekkers
Cees Nooteboom – Monniksoog. Karaat, Amsterdam. 48 blz. € 17,95.
Voor de liefhebbers zijn hier drie gedichten uit de bundel te lezen: https://issuu.com/uitgeverijkaraat/docs/leesfragment_nooteboom__monniksoog
De lezer ziet niets
dan zijn bril