Recensie: Emanuele Trevi – Een onmogelijke ontmoeting met Pier Paolo Pasolini (bijna waargebeurd)
Op de eerste plaats komt woede
Een onmogelijke ontmoeting met Pier Paolo Pasolini (bijna waargebeurd) van de Italiaanse schrijver en criticus Emanuele Trevi is het best te karakteriseren als ‘creative criticism’, zoals ze dat in de Amerikaanse literatuur noemen. Dit is een hybride genre, een mengelmoes van literaire kritiek, (auto-) biografie en verhalend proza.
Bekende voorbeelden van creative criticism zijn U and I van Nicholson Baker en Out of Sheer Rage van Geoff Dyer over respectievelijk John Updike en D.H. Lawrence. Deze boeken zijn tegelijk een verhalende liefdesverklaring aan de geliefde auteurs van Baker en Dyer en een analytische beschouwing over hun werk, of in het geval van Dyer: het uitstellen van het schrijven van zijn studie over Lawrence. De schrijvers zelf spelen net zo’n grote rol als hun onderwerp en hun beschouwingen over het werk van Updike en Lawrence zijn zeer persoonlijk.
In Een ontmoeting ontmoeting met Pier Paolo Pasolini (bijna waargebeurd) gaat een nog jonge Trevi werken bij de Pasolini-stichting. Hij moet een bundel met interviews van Pasolini samenstellen, maar heeft al snel door dat hij deze opdracht niet zal voltooien. De stichting staat onder leiding van Laura Betti, actrice, vriendin en muze van Pasolini. Betti scheldt er lustig op los en haar beledigingen hebben ‘het niveau van verbale acrobatiek bereikt, een Rabelais waardig.’ Bij het minste of geringste vliegen de scheldpartijen de jonge schrijver om de oren; hij lijkt als een boksbal te fungeren waar Betti zich verbaal op af kan reageren. ‘Ik begreep toen hoe nauwkeurig en letterlijk de uitdrukking “schuimbekken van woede” was.’
Naast de narratieve gedeeltes over de periode bij de stichting en de aanvaringen met Betti, is Een ontmoeting een belangwekkend en boeiend essay over Pasolini en literatuur. Pier Paolo Pasolini was een invloedrijke en controversiële filmmaker, dichter, romancier en polemist. Het tarten en uitdagen waren elementair schrijft Trevi:
En zoals hij was, zo was zijn kunst, welk middel hij er ook voor gebruikte: een provocatie, iets wat je met alle macht uit je hol moest verdrijven, je lastig kwam vallen.
Maar de poët Pasolini is interessanter dan de polemist. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de onlangs verschenen bundel poëzie en polemieken Vaarwel en beste wensen die kundig is ingeleid en geannoteerd door Piet Joostens en – voor zo ver ik dat kan beoordelen aangezien ik geen Italiaans kan – kundig door hem vertaald. Het gedicht ‘Het gehuil van de graafmachine’ is een schitterend gedicht dat opent met de – naar het schijnt – bekende regels:
Alleen liefhebben, alleen kennen
is belangrijk, niet liefgehad hebben,
niet gekend hebben. Het is beklemmendte leven van een uitgebrande
liefde.
In de gedichten zitten woede, wanhoop en vertwijfeling in het ritme van de regels. De Laura Betti die Trevi beschrijft in de verhalende passages van zijn boek, is de personificatie van Pasolini’s gedicht ‘Woede’:
Waarom reageer ik niet, waarom tril ik niet
van vreugde of geniet ik niet van pure angst?
Waarom herken ik niet die oude knoop
van mijn bestaan?
Ik weet het: de demon
van woede woont al in mij. Een klein, doof, duister
gevoel, dat me vergiftigt:
uitputting, zeggen ze, koorts, ongeduld,
zenuwen, maar het bewustzijn is niet vrij meer.
In Een ontmoeting lijkt Betti een karikatuur, maar ze is ambivalenter dan het scheldende secreet. ‘Deze vrouw bezat tussen haar vele troefkaarten ook het ironische besef dat ze onuitstaanbaar was,’ schrijft Trevi. Pasolini eindigt zijn gedicht met de regel: ‘hoe ik me voel: nooit zal ik vrede kennen.’ Het blijft de vraag of Betti’s rusteloosheid het gevolg of de oorzaak is van haar ondragelijke gedrag.
Een ontmoeting is geen roman, maar een romanesk essay waarin Trevi literaire kritiek (inclusief bibliografie en eindnoten) vermengt met verhalend proza. Door de bedaarde stijl en de explosieve inhoud ontstaat er een interessante juxtapositie. In intelligente hoofdstukken analyseert Trevi kundig de literator en filmmaker Pasolini in het algemeen en zijn postuum gepubliceerde roman Olie in het bijzonder, want dit ‘is een meesterwerk binnen de Italiaanse prozakunst.’ Deze passages zijn een dialoog tussen Trevi en Olie; het is een ontmoeting tussen de lezer Trevi en de gefragmenteerde tekst van Pasolini.
Trevi heeft een afkeer van plotgerichte literatuur waarbij vermaak en herkenning het belangrijkste zijn. Herkenning is bij een werk als Olie niet mogelijk, want het is ‘één groot fragment, het restant van een buiten alle regels om waanzinnig en visionair werk, een onthulling’.
Voordat de auteur vertrekt bij de stichting, reist Trevi met Betti naar Griekenland en publiceert hij zijn eerste boek. Nadien probeert hij Betti te ontlopen als hij haar op straat tegenkomt. Toch denkt Trevi met een gevoel van dankbaarheid terug aan zijn tijd met Betti, voornamelijk vanwege haar betoog over woede waarin de provocateur Pasolini resoneert. Ze had gelijk, denkt hij, ‘woede is het belangrijkste, niet ideeën of talent komen op de eerste plaats, maar woede.’
Koen Schouwenburg
Emanuele Trevi – Een onmogelijke ontmoeting met Pier Paolo Pasolini (bijna waargebeurd). Vertaald door Jeanne Crijns. De Geus, Amsterdam. 254 blz. € 19,95.
Pier Paolo Pasolini – Vaarwel en beste wensen. Poëzie & Polemieken. Vertaald, samengesteld en ingeleid door Piet Joostens. Polis, Antwerpen. 196 blz. € 19,95.
Deze recensie verscheen in een iets andere en kortere vorm in het Friesch Dagblad van 24 september 2016.