Recensie: David Duchovny – Bucky F*ucking Dent
Een jammerlijke mislukking
Kijk, David Duchovny is niet van de straat. Al in 1982 werd zijn poëzie gelauwerd. Daarop studeerde hij zowel in Princeton als op Yale af in de Engelse literatuur. Het lijkt een ideaal startpunt voor een loopbaan als literator, maar het werd een loopbaan als acteur; als cult-acteur. Hij brak namelijk door als Fox Mulder in The X-files en verstevigde zijn positie in de fantastische serie Californication. Duchovny speelt daarin een contemporaine Bukowski; een aan lager wal geraakte schrijver met een serieuze writer’s block. Duchovny speelt deze Hank Moody met veel lamlendige verve. Interessant is – in de serie Californication – dat de auteur Moody één roman heeft geschreven en daarna niets meer gepresteerd heeft. God Hates Us All heet deze roman in de serie – en het geweldige is dat deze roman ook daadwerkelijk bestaat; een heerlijk staaltje doorgedraaide fictie. En misschien heeft David Duchovny deze roman ook nog wel geschreven. Wie zal het zeggen.
Wat in ieder geval zeker is, is dat Duchovny in 2015 met De waarheid is een koe een soort van sprookje publiceerde maar nu in 2016 met een volwassen, maar ook geperverteerde roman komt: Bucky F*cking Dent. David Duchovny op volle kracht, zullen we maar zeggen. Natuurlijk is Duchovny’s protagonist – Theodore Lord Fenway Fullilove, alias Jose Canucci, alias Mr Peanut – een ultieme sukkel. Hij is pindaverkoper in het Yankee Stadium, en verder een mislukte lul die de puberteit nooit ontgroeid is, geen relatie kan onderhouden en ronduit meelijwekkend is. Duchovny betreedt hier het terrein van de moderne sukkelaars in de literatuur. Ik heb dat goed zien doen in De vraag? (2010) van Sam Lipsyte met het karakter Milo Burke en in Stikken (2001) van Chuck Palahniuk met de dolende ziel Victor Mancini. Is Ted Fullilove net zo’n held? Nee, helaas.
In Bucky F*ucking Dent draait het vooral om de door oud zeer verstoorde relatie tussen Ted en zijn vader Marty. Duchovny omschrijft dat zo:
Hun relatie was een woestijn in het droge seizoen: één lucifertje was genoeg om het hellevuur te laten ontbranden.
Dan komt Ted erachter dat Marty ongeneeslijk ziek is. En dus wil onze sukkelige held het resterende leven van zijn vader verregaand veraangenamen. Maar dat gaat zomaar niet. Wat aanvankelijk nog als geestig en humoristisch beschouwd kan worden, ontaardt in het verloop van de roman helaas in humorloze overdaad. Daarbij is voorspelbaar dat Marty’s stervensbegeleider natuurlijk een prachtige dame is van latino-afkomst. Duchovny en zijn protagonist Ted gaan hierop zoals verwacht mag worden helemaal los. Enfin, de kern van de roman is dat Ted Marty om de tuin leidt met de uitslagen van de Boston Red Sox; hun gefingeerde winst geeft Marty volop levenslust, maar laat Ted zich in onmogelijke bochten wringen. Duchovny kan schrijven, maar ook moet worden vastgesteld dat hij de serieuze lezer volledig onderschat: zijn schrijfstijl is vlot, maar zijn humor is gratuit. Bucky F*ucking Dent is, zeker in vergelijking met de voorbeelden voornoemd, een, zeg maar, mislukking. Ja, echt. Jammer is het wel, want ik dicht David Duchovny werkelijk eigenschappen toe die hem zomaar de wereld van de hoogstaande American fiction in kunnen katapulteren. Hij moet dan wel echt een betere roman schrijven.
Wiebren Rijkeboer
David Duchovny – Bucky F*cking Dent. Vertaald door Petra C. van Eerden en Lies Lavrijsen. Manteau, Antwerpen. 320 blz. € 21,99.