Recensie: Arnon Grunberg – Moedervlekken
‘Wil jij vergast worden, Jood? Is dat wat je wilt?’
‘Wat jij bent moet jij weten, ik ga niet over jouw identiteit.’ Aan het woord is Otto Kadoke, psychiater gespecialiseerd in suïcidepreventie en Arnon Grunberg lijkt in Moedervlekken alle kanten van de thematiek die samenhangt met identiteit te onderzoeken. Dat gebeurt op microniveau, Otto wil liever Oscar genoemd worden – de achternaam wordt uitgesproken als Kadoké – en op macroniveau bepaalt je sekse, je afkomst, je ras, je beroep, je geestelijke gesteldheid wie je bent.
De veertiger Kadoke is nogal gehecht aan zijn oude moeder die in haar eigen huis verzorgd wordt door Nepalese vrouwen. De alleenstaande psychiater komt in de problemen als hij zich op een avond vergrijpt aan Rose. Hij wordt door de man van Rose in elkaar geslagen. Tegelijkertijd gaat het mis bij een van gevallen tijdens de crisisdienst: een man pleegt zelfmoord ondanks dat Kadoke en een collega van mening waren dat er geen direct gevaar was dat dit zou gebeuren. Deze twee voorvallen zetten een keten van gebeurtenissen in gang waarbij Kadoke steeds de rationele figuur blijft. Zolang hij op woorden kan terugvallen is hij in zijn element, zodra het over gevoelens gaat of over lichamelijke aanrakingen – van liefde tot agressie – gaat het mis.
De roman wordt wat wonderlijk als, spoileralert, na zo’n zeventig bladzijden blijkt dat moeder niet een vrouw is, maar zijn vader die zich heeft getransformeerd tot moeder om het verlies over haar dood aan te kunnen. Travestie werd werkelijkheid, tot in de herinneringen aan een kampverleden toe. In de zoektocht naar een nieuwe verzorger overschrijdt een grens: hij laat Michette, een automutilant en iemand die steeds dreigt zichzelf iets aan te doen, de rol van verzorger van zijn moeder op zich nemen.
Kadoke lijkt te staan voor iemand die op de helft van zijn leven is en verbaasd is over waar hij nu staat.
De geschiedenis van zijn eigen leven schijnt hem willekeurig. Hij kan zich erin herkennen, hij kan de herinneringen sorteren, maar hij weet niet wat die geschiedenis te betekenen heeft. Hij kan de verlangens ordenen, vervuld, onvervuld, half-vervuld, en toch heeft hij het gevoel dat al die kleine en grote verlangens hem vooral hier hebben gebracht, naar wat hij nu is en war hij hoopte nooit te zijn: een volwassen man die de dood van zijn moeder vreest.
De moeder, al is het dan in het lichaam van de vader, is de enige schakel met zijn joodse achtergrond. Er is vooralsnog geen toekomst met een gezin en kinderen: zijn ex is zwanger van een andere man. In hoeverre is Kadoke weerbaar? Hij probeert anderen van zelfmoord te weerhouden, maar wat is zijn eigen doel in het leven? Die vraag lijkt de psychiater uit de weg te gaan. Hij heeft protocollen voor zijn werk, maar daarbuiten moet hij zijn eiegn weg zien te vinden.
Als Kadoke zich eindelijk lichamelijk weerbaarder probeert te maken door zich op een sportschool te laten trainen door Israëlische militair reageert hij in eerste instantie weer op een rationele manier als de trainer vraagt of hij uitgewoond is.
Ik ben psychiater, mij hoofd is belangrijker dan mijn lichaam. En mijn hoofd is niet uitgewoond.
Maar de trainer weet hem uiteindelijk wel te breken met de woorden:
‘Wil jij vergast worden, Jood? Is dat wat je wilt?’
En dat lijkt de kern te raken van wat Kadoke werkelijk drijft.
Kadoke is te laat geboren om vergast te worden, dát is zijn nederlaag. Van zichzelf mag hij er niet zijn, dat hij er toch is komt omdat hij het zijn ouders niet aan kan doen er niet te zijn. Geen liefde kan aan de sensatie er van jezelf niet te mogen zijn een eind maken, daarom moet je er ook niemand mee lastig vallen.
Naarmate je verder komt in het boek wordt het ook steeds onduidelijker wie in dit boek hulp biedt en wie hulp ontvangt. Dat geldt voor Michette, voor de moeder en voor Kadoke. De vragen die hij aan anderen stelt, zijn dezelfde vragen die hij aan zichzelf zou kunnen stellen. De opinies die hij over anderen heeft zeggen evenveel over hem zelf.
‘We kunnen niet altijd blijven wie we zijn, we mogen dat ook niet verwachten. Het is misschien nergens voor nodig om te blijven wie je bent.’
Moedervlekken geeft geen pasklare antwoorden op de vragen die opgeroepen worden en dat is maar goed ook.
Coen Peppelenbos
Arnon Grunberg – Moedervlekken. Lebowski, Amsterdam. 400 blz. € 22,50.
\’Tegelijkertijd gaat het mis bij een van gevallen tijdens de crisisdienst: een man pleegt zelfmoord ondanks dat hij en een collega van mening waren dat er geen direct gevaar was dat dit zou gebeuren.\’
Wat is hier aan de hand?