Reportage: Met Goudzand in de hand Paustovski achterna
Met Goudzand in de hand Paustovski achterna
Net voor de zomer verscheen Goudzand, een bundeling dagboekaantekeningen, brieven, journalistiek werk en verhalen van de Russische schrijver Konstantin Paustovski. In de jaren zeventig en tachtig had hij bij het Nederlandse publiek furore gemaakt met zijn in de privédomeinserie verschenen zesdelige autobiografie Geschiedenis van een leven.
Dit omvangrijke, sterk geromantiseerde levensverhaal kreeg direct een grote schare liefhebbers. Er was duidelijk enthousiasme voor Paustovski’s in lyrische, geëxalteerde stijl beschreven avonturen. En nu, bijna veertig jaar later, is er opeens een vertraagd toetje: Goudzand, wederom voorbeeldig bezorgd en vertaald door Wim Hartog. De in Goudzand opgenomen aantekeningen en brieven beslaan, net als de privédomeinserie, een groot deel van Paustovski’s leven, zo tussen 1914 tot aan zijn dood in 1968. En deze notities kun je min of meer ‘tussen’ de beschreven jaren in de reeks schuiven. Het zijn flarden uit het echte leven die soms al literair benut zijn in autobiografie, verhaal of roman, maar nooit eerder in deze vorm zijn vertaald en verschenen. Rauw dus, ongecensureerd. Al valt op dat laatste wellicht het een en ander af te dingen. (Over affaires en scheidingen geen woord; dat soort banale zaken hield ie mooi uit zijn dagboeken, en daarmee buiten zijn verdichte privéleven.)
Goudzand is ingedeeld in drie delen, die praktisch genoeg exact samenvallen met de drie geliefden met wie hij zijn leven doorbracht. Paustovski begint gewoon drie keer opnieuw, met elke wisseling van vrouw start hij een nieuw gezin, met nieuwe kinderen (al dan niet van hemzelf). De nieuwe vrouw is uiteraard het liefste, mooiste, beste dat hem ooit is overkomen en dat zal nooit meer veranderen, hun liefde is voor eeuwig. Tja, tot de volgende vrouw zich aandient en de riedel weer van voren af aan begint. Grappig in dit verband is dat Paustovski dol blijkt op dierennamen om zijn geliefde mee aan te spreken. Noemt hij zijn eerste vrouw Jekaterina in 1934 nog ‘mijn kleine konijntje’ en ‘Poesje-mijn-snoesje’, enige tijd later wordt ze ingeruild voor Valeria die onmiddellijk aanspraak mag maken op titels als ‘mijn lief klein diertje’ en bijvoorbeeld ‘Vosje-Margosje’. Aan Jekaterina, toch de moeder van zijn oudste zoon, zal in geen enkele brief of aantekening nog een letter worden gewijd.
Paustovski was een reiziger, een zwerver. De journalistiek bracht hem in oorlogen als verslaggever, maar als fulltime schrijver, in zijn latere levensjaren, hield hij er eveneens een zwervend bestaan op na. Die verandering van omgeving leek hij nodig te hebben om te functioneren. Hij was doodsbenauwd om te verzanden in vertrouwdheid, hij wilde koste wat het kost scherp zijn en nieuwsgierig blijven, de wisselende omgeving observeren. Paustovski’s schrijvend leven valt min of meer samen met enkele uiterst belangrijke gebeurtenissen van de vorige eeuw. Van de Russische Revolutie, de Tweede Wereldoorlog tot Stalins terreurbewind. Paustovski was er getuige van en had zijn pen in de aanslag.
Bewonderde schrijvers kun je lezen, en ik raad iedereen van harte de bundeling Goudzand aan, maar een zwerver als Paustovski kun je ook fysiek achterna (en dan doel ik niet op een duik in het graf). Zelf hield de auteur, naast zijn reizen als oorlogsverslaggever, óók van een onschuldiger vorm van reizen: het literair toerisme. De plek op de heuvel bij Pskov in Rusland, waar Poesjkin begraven ligt, dat nu vond hij de beste plek ter wereld.
Ik kom graag op plekken die verbonden zijn met het leven van bijzondere mensen. […] Ik heb veel waardering voor deze eilanden van rust waar je tot jezelf kunt komen en de dingen in hun juiste perspectief ziet. […] omdat wij daar als vanzelf beginnen na te denken over de bijzondere mensen die daar geleefd hebben. Als je voor het bestaan in de dagelijkse strijd de eerbied en de liefde voor hun nagedachtenis wat hebt laten verslonzen, is het alsof je daar, de tijd overbruggend, alsnog bij hen terugkomt. Half vergeten herleven ze op deze plekken waar nog steeds de echo van hun stem hangt.
Van geboorte was Konstantin Paustovski een Rus maar een flink deel van zijn leven, dik twintig jaar, bracht hij door in wat nu buurland Oekraïne is. Van zijn vroegste jeugdjaren tot aan zijn laatste vakanties aan de Zwarte Zee. Is daar nu nog de echo van zijn stem te horen? Afgelopen zomer trok ik dwars door Oekraïne, met Goudzand in de hand, om te zien wat Paustovski daar zag, om de onvergetelijke zwerver te zoeken, de schrijver te eren.
Het Eerste Gymnasium in Kiev waar Paustovski zijn middelbareschooltijd doorbracht: ‘De Kievse gymnasia uit mijn tijd hebben veel mensen voortgebracht die later op tal van terreinen, maar voornamelijk op kunstgebied, naam gemaakt hebben. […] De onderzoekers van maatschappelijke verschijnselen hebben bij al hun gewroet nooit ook maar enige aandacht besteed aan dit fenomeen. Ze hebben het versmaad en zelfs niet gepoogd de redenen ervan te verklaren. Dat is eigenlijk jammer want blijkbaar schuilen er in de levensstijl van Kiev toen, in de tradities van deze stad op het gebied van theater en literatuur, in de zuidelijke schilderachtigheid zelve en, wie weet, misschien zelfs in de glans en frisheid van de Kievse lentes en in het uitbundig bloeien van de Kievse kastanjes bepaalde – zoals dat toen genoemd werd – ‘fluïden’, waardoor een grotere aantrekkingskracht voor de kunsten ontstaat.’
Het gebouw waarin het gymnasium van Paustovski zich bevond, is tegenwoordig onderdeel van de faculteit filologie van de Kievse universiteit. Zomaar binnenlopen bleek onmogelijk: de norse portier was onvermurwbaar. En van Paustovski had hij nog nooit gehoord.
‘In mijn kindertijd woonde ik in de Oekraïne op het platteland met zijn vochtige door bosschages omzoomde oevergronden, velden vol hennep en met witkalk bestreken, keurige boerenhuizen.’
Zulke boerenhuizen, witgekalkt en vaak met lichtblauwe kozijnen zijn door heel Oekraïne nog steeds volop te vinden. Denk de paar schaarse auto’s weg en de dorpsaanzichten zijn onveranderd.
Dit is de kust van Sandzjejka. Op 19 januari 1922 noteert Paustovski in telegramstijl in zijn dagboek: ‘Odessa, mistig. Een wit, geborduurd zonnedak. Abergoez. Levsjin is al aan boord van de Batoem. Een nacht op de rede. Het water spoelt over de pier. De stad ligt in vochtige lichten gehuld. Weemoed. ’s Morgens lichten wij het anker. De dekken beginnen soepel te bewegen, synchroon met de gele kusten. Fontany en Sandzjejka.’
Het vissersplaatsje Sandzjejka, iets ten zuidwesten van Odessa, speelt een rol in het vierde deel van Paustovski’s Geschiedenis van een leven. In dit deel, De tijd van de grote verwachtingen, verbergt hij in de jaren twintig van de vorige eeuw, bij de vuurtoren, een verlaten meisje. In zijn latere leven zou Paustovski nog vaak naar het dorp terugkeren, eenvoudig levend in een vissershut bij het strand. Sinds 2012 staat er bij de bushalte, aan de doorgaande weg door het dorp, een monument ter herinnering aan de beroemde schrijver. De vuurtoren, die door de verschuivende kustlijn dreigde weg te zakken, is geheel verstevigd en gerestaureerd.
‘Al gauw kwam de zuidelijke lente aanzetten. Onder de populieren rook het als in een kathedraal, de wilgen verloren hun hangertjes en in de kreken van de Dnjepr bleef het roze licht van de zonsondergang nog heel lang nasmeulen, in de Paasweek begeleid door de dungerekte, zilveren klank van de carillons van de Oekraïense kerken.’
Tussen 1920 en 1922 woonde Paustovski met zijn eerste vrouw Jekaterina in een binnenplaatswoning aan de Tsjernomorskajastraat, de Zwarte-Zeestraat. Een redelijk hoog gelegen straat met zicht op die zee. Tegenwoordig is er een monsterlijke plaquette met schrijversprofiel in reliëf geplaatst tegen het pand.
Enkele deuren verderop bevindt zich een bescheiden Paustovski-museumpje.
De haven van Odessa: ‘In Odessa kwamen wij aan op mijn naamdag. Het was nog ochtend. Vermoeid, ongeschoren en onder de luizen strompelde ik naar de haven, waar ik heel lang op de hete stenen bij de aanlegsteiger bleef zitten, met boven het water bungelende benen en starend naar de zwarte krabben die in het rode zeewier woelden. Het was windstil en gloeiend heet en ik begon hevig te knikkebollen.’
Isaak Babels woning aan de Richelevskajastraat.
‘U weet hoeveel ik van uw stad en de Zwarte Zee houd. Ik heb dat vaak in mijn boeken tot uiting proberen te brengen en word nooit moe eraan te denken, herinneringen op te halen en erover te praten, word nooit moe te vertellen hoeveel goeds en belangrijks ik te danken heb aan mijn vriendschap met de Zwarte Zee, met het schaduwrijke en zonnige Odessa met al haar verschillende facetten, haar vrolijke mensen, de roemruchte Odessieten, onder wie zich zulke schrijvers en dichters bevonden als Isaak Babel, Edoeard Bagritski, Joeri Olesia, Ilja Ilf […]’
Paustovski was goed bevriend met Isaak Babel. Begin jaren twintig werkten beiden in Odessa voor de krant Morjak. Babel (en familie) woonde in die tijd in een appartement aan de Richelevskajastraat nummer 17, op loopafstand van Paustovski’s woning.
Anno nu is er tegenover het appartementsgebouw een meer dan levensgroot, ronduit afzichtelijk, Babel-beeld te vinden.
‘In de achttiende eeuw werd de Zaporozje-Setsj een verpletterende nederlaag toegebracht en werd een deel van de Zaporozje-kozakken gedwongen zich in de omgeving van Belaja Tserkov langs de vrolijke oevers van de rivier de Ros te vestigen, en er zich aan de graanbouw te gaan wijden. Mijn grootvader, een dwarse man die graag met alles en iedereen de spot dreef, was een van die kozakken.’
Het landgoed van de familie Paustovski was gelegen op een klein eilandje in de rivier, nabij het gehucht Gorodisjtsje. Tijdenlang schijnt het eiland onder water te hebben gelegen door aanleg van een stuwmeer in de Ros. Echter, vandaag de dag is het eilandje weer boven water. Er resten brokken steen.
Waar ooit een huis gestaan moet hebben ligt nu een rotsblok met plaquette: ook híér gedenkt men de schrijver.
Paustovski’s boeken als reisgids gebruiken is een hachelijke onderneming aangezien de schrijver er, als hem dat zo uitkomt, beslist niet voor terugdeinst om zijn leven wat mooier, wat prozaïscher te maken omwille van de literatuur. Ietwat verbaasd was ik dan ook toen we, zonder het aan een dorpeling te vragen, met enkel en alleen Verre jaren, deel 1 uit Geschiedenis van een leven, in de hand zomaar pardoes het kerkhof met de graven van Paustovski’s oom, tante en vader gevonden bleken te hebben. De beschrijving klopte! Eindbestemming bereikt.
Zelf ligt Paustovski in Rusland, in Taroesa. Wat wellicht een reisdoel kan zijn voor volgend jaar. Die echo van zijn stem, die roept.
Roos Custers
Alle citaten zijn afkomstig uit:
Konstantin Paustovski – Goudzand. Samengesteld en vertaald door Wim Hartog. Van Oorschot, Amsterdam. 662 blz. € 34,99.
(Foto’s: © Dolf Verlinden en Roos Custers)
Beste Roos en Dolf,
Wat een geweldige reportage, tekst en foto’s beide. Dank hiervoor, ik heb het met heel veel plezier gelezen en bekeken. Ik stuur het door aan Wim Hartog.
hartelijke groet,
Menno Hartman, uitgeverij Van Oorschot
Lieve nicht en Dolf,
Wat een prachtig reisverhaal en prima foto’s van Dolf n.a.v. Paustovski’s Goudzand en enkele reminiscenties aan zijn schitterende 6-delige Privé-Domeinuitgave. Dat de homo viator in jullie nog veel schitterende reizen met bijbehorende verslagen mag maken. Dank!
Oom Huib