Recensie: Hannah van Binsbergen – Kwaad gesternte
Kwetsbaar en agressief
Alweer een nieuwe bundel met lange gedichten, proza-achtig, maar wel dicht, dat wil zeggen veel informatie, weinig redundantie. Alweer een filosofe. Nadenkend. Een poëzie van maximes, stelregels, spreuken. ‘De maxime is in de filosofie van Kant het principe dat de aanzet geeft tot of ten grondslag ligt aan iemands handelingen.’ (Wikipedia)
Hannah van Binsbergen schrijft: ‘pijn is de warmte die een koel hart nodig heeft’. De dichteres heeft een gecompliceerde persoonlijkheid: vurig en koud; ze heeft behoefte aan gemeenschap en aan eenzaamheid; ze is kwetsbaar en schijnbaar cynisch, bescheiden en zelfbewust, moedig en laf, boos en lief, woedend en begripvol. Andere tegenstellingen zijn: voelen en denken, eenvoud en ingewikkeldheid, streven naar gezondheid en hang naar de bloemen van het kwaad.
Dat had ik niet verwacht: een dichter van 1993 die de communistische Gorter citeert (niet Henriette Roland Holst!), die gelooft in de schoonheid van de proletarische revolutie. Overigens ook een dichter vol tegenstellingen: voetballer/schaatser en klassicus, Mei-dichter en Pan-dichter, trouw en promiscue.
Wat heeft een meisje van pakweg begin 20 met een tamelijk hysterische dichter van de negentiende eeuw? Zoekt zij het goede zoals Gorter? Ze is ontevreden over de wereld: er zou een andere wereld moeten zijn, maar die wens is nogal romantisch, om niet te zeggen puberaal. Denk aan Lodeizen. Overigens was de dichteres 13 toen ze de laatste zinnen van het communistisch manifest las. Misschien is de wens ook wel realistisch. Komt niet alle verandering evolutionair tot stand door de wens de wereld te verbeteren? Toch nam zij ‘jaren geleden afscheid van de Grote Strijd / maar de kleine strijd kan niemand voor me verpesten’.
Zij is woordvoerster van een generatie en zo voelt zij dat ook. Zij is zich bewust van het feit dat iedereen veel van ons weet middels alle hippe media en nu kent ook de lezer de dichter, haar woede en wrok en morbide fantasieën.
je doet wat dichters doen
verpleegt een kleinverdrietplantage
wat je hebt aan wereld is perfect
het respecteert jeen als er dan een honderdste oneigen als een kogel
maar een splijtsel van je zegt
‘dit is de wereld niet’geloof het niet en vind het dan
alleen maar heel erg grappig
en:
Nu iedereen met me meekijkt kan ik eindelijk beginnen
te groeien naar de markt. Ze weten allemaal waar ik mee
bezig
ben en vinden het niks: de tijd dat de postbode de arme
burger achternazat, de tijd dat de goede postbode
symbool stond voor de dood, hebben we toegestaan
te transformeren tot de nadagen van een hippe planeet.
Het is allemaal nog wat ongecoördineerd. Vaak is een debuut ingewikkelder en meer particulier dan een latere bundel, maar de urgentie is des te duidelijker. Van Van Binsbergen hoop ik nog veel te lezen. Ook met deze bundel ben ik nog niet klaar. Het lijkt alsof de dichteres soms denkt dat als je opschrijft wat je denkt, het wel goed is, terwijl ze aan de andere kant klaagt over het feit dat ze ‘te licht is om een gedachte aan te wijden’, maar je denkt als lezer: dat valt wel mee. Van Binsbergen kan ook heel zorgvuldig componeren, geheimzinnig formuleren:
veel lichter is vergeven leegte dan
het rijkgevulde krentenbrood de krantenkop
van mijn bezwaren
Let op de klanktegenstelling van de eerste en de volgende regels.
Over het titelgedicht heeft Levity Peters in Meander een verhelderende bespreking geschreven: kwetsbaar en agressief is de ik in het gedicht, maar uiteindelijk toegevend. Omdat de hele bundel Kwaad gesternte heet, waag ik het te veronderstellen dat de hele generatie (en misschien iedereen) geboren is onder een kwaad gesternte. Er is een dreiging, erger dan tijdens de Koude Oorlog (die de dichteres niet meemaakte): ‘maar vestig alsjeblieft geen hoop voorbij de lijnen die je trekt’
Remco Ekkers
Hannah van Binsbergen – Kwaad gesternte. Atlas Contact, Amsterdam 60 blz. € 19,98.