Recensie: Virginia Woolf – De jaren
Als de geur van een bloem
Virginia Woolf heeft bijna zes jaar geworsteld met de stof van haar roman The Years. Toen het boek bij verschijnen in 1937 een bestseller werd, verbaasde haar dat zelf nog wel het meest. Hoewel je Woolf nauwelijks onbekend kunt noemen, geldt dat wel voor The Years: het boek is jarenlang verguisd, zelfs door Woolf-liefhebbers. Daarom is het heel toepasselijk dat de roman, nu in het Nederlands vertaald als De jaren, onderdeel is van de Schwob boekhandels-campagne, die is bedoeld om onterecht vergeten boeken weer onder de aandacht te brengen.
De jaren begint diep in de Victoriaanse tijd. De jongere leden van de Pargiter-familie willen dolgraag ontsnappen aan de verstikkende conventies, verplichtingen en regels van de oudere generatie. Terwijl ze wachten op de dood van hun moeder, laat Woolf hen dromen over een toekomst waar ze zelf een stempel op kunnen drukken. De oude garde dweept nog met het Britse imperium, de dochters willen niets liever dan zich losmaken van de patriarchale overheersing. In langere en kortere fragmenten beschrijft Woolf vervolgens hoe het hen vergaat. De regels veranderen: vrouwen krijgen stemrecht, kunnen ook ‘mannenberoepen’ kiezen en ook zonder een huwelijk ‘geslaagd’ zijn en hoeven zelfs hun homoseksualiteit niet langer te verbergen. Tegelijkertijd wordt duidelijk hoe moeilijk het is om zich los te maken van conventies en hoe geniepig mannen vasthouden aan hun privileges. De jaren vertelt dit niet in één vloeiende beweging, maar juist genuanceerd, gedempt, met wisselende perspectieven. Het rijkgeschakeerde beeld van drie generaties Pargiters dat Woolf schetst eindigt in de jaren dertig als de meeste familieleden elkaar op een feest ontmoeten. Sommigen zijn teleurgesteld in het leven, anderen nog altijd opstandig. Soms overheerst een vleugje nostalgie. In het boek is duidelijk de grote invloed van de veranderende maatschappij te merken, niet alleen van de vrouwenemancipatie, maar ook de eerste wereldoorlog en de opkomst van het fascisme drukken een stevig stempel op het boek. Elk hoofdstuk wordt voorafgegaan door een beschrijving van het weer, korte subtiele teksten waarin een bepaalde stemming kernachtig wordt verwoord.
Woolf is in 1931 met de roman begonnen, kort nadat ze The Waves had gepubliceerd. Ze was altijd al zeer betrokken geweest bij de vrouwenemancipatie, getuige ook haar pamflet A room of one’s own (1929). Toen ze na ging denken over een nieuwe roman, ontstond bij haar het idee om te laten zien hoe in de loop van de tijd vrouwen zich met veel moeite hadden geprobeerd te ontworstelen aan de dominantie van de man. Voor haar was duidelijk dat er nog steeds veel moest veranderen. Voor haar nieuwe boek wilde ze – in eerste instantie – feit en fictie met elkaar combineren. Ze begon met een essay, dat dan gevolgd werd door een scène waarin een bepaalde situatie – om zo te zeggen – gedramatiseerd werd, met vervolgens weer commentaar. Aanvankelijk zeer enthousiast over deze aanpak, zag ze al snel in dat het een doodlopende weg betekende omdat ze veel te prekerig zou worden, een houding die Woolf tegenstond. Ze begon opnieuw en gebruikte de essays (met daarin flink wat woede) later voor het felle feministische boek Three guineas (1938). Voordat Woolf uitkwam bij de titel The Years kende het boek wel tien andere titels, een duidelijke indicatie van haar aarzelingen bij het schrijven. In 1936 voltooide ze de eerste versie van het boek, maar realiseerde zich meteen dat het veel te lang was. Ze begon onmiddellijk met herschrijven en liet veel details weg. Zelfs in de drukproeven schrapte ze nog twee lange passages. De worsteling met de tekst had vooral te maken met haar afkeer van teveel realisme in een roman. Veel liever concentreerde zij zich op het beschrijven van het innerlijk van haar personen. Omdat ze nu ook de veranderingen in de maatschappij tussen (ruwweg) 1880 en 1935 wilde laten zien, moest ze wel voortdurend wisselen tussen deze (voor haar) tegengestelde elementen. De twee lange fragmenten die ze wegliet zijn in de vertaling van De jaren als bijlage toegevoegd. Hoewel meeslepend om te lezen, tonen ze ook aan dat Woolf er verstandig aan heeft gedaan ze te schrappen. Door steeds maar meer details toe te voegen en nog meer ontwikkelingen te willen laten zien, zou dit ten koste zijn gegaan van de lichtheid van het verhaal. Haar boek moet het juist van de suggestie hebben, niet van grote waarheden of uitgesponnen details.
Toen de roman verscheen waren veel lezers opgelucht: eindelijk een roman van Woolf zonder ingewikkelde vorm en – in vergelijking met To the Lighthouse en The Waves – ook nog eens makkelijk te lezen. Maar de liefhebbers van haar werk uit de jaren twintig waren teleurgesteld. Waarom had Woolf zo’n simpele familieroman geschreven, vroegen ze zich af. En waarom toch altijd zo bezig met vrouwen, er waren toch wel grotere problemen in de wereld? Haar man vond het haar slechtste boek, een mening die hij overigens pas vele jaren na haar dood zou openbaren. Toen de reputatie van Woolf in de jaren zestig begon te groeien, richtte de aandacht zich vooral op haar modernistische werk uit de jaren twintig. Haar neef Quentin Bell, die een baanbrekende biografie over haar schreef, was de mening toegedaan dat zijn tante in de jaren dertig in een maatschappelijk isolement terecht was gekomen en niet over een antenne voor de moderne tijd beschikte. Three Guineas vond hij een bizar boek: wie blijft nu over vrouwenemancipatie doorzeuren als de fascisten voor de deur staan? Zo werd er ook naar The Years gekeken, een ouderwets geschreven roman met veel te veel nuance, waarin – gelet op de turbulente tijd – ook nog eens geen stelling ingenomen werd. Pas veel later ging men zich meer verdiepen in de activiteiten die Woolf in de jaren dertig ondernam. Zeer geïnteresseerd in de vrouwenbeweging, maar tegelijkertijd ook terughoudend als het groepsvorming betrof. Ze ontwikkelde zich steeds meer tot een outsider, die zich vooral niet wilde voegen naar de normen die nog altijd door mannen bepaald werden. Zo weigerde ze verschillende eredoctoraten en wilde ook geen onderscheiding van de koning. Het is deze houding van analyseren-op-een- afstand die terug te vinden is in De jaren: subtiel, genuanceerd, soms tegenstrijdig maar altijd scherp. Het is goed dat het boek eindelijk vertaald is.
Ada Geyl (1892-1979, zuster van de beroemde historicus) publiceerde meteen na verschijnen van de roman in Het Vaderland een scherpzinnige recensie. In het werk van Woolf, zo schreef zij, vond zij tegelijkertijd iets terug van de ‘verfijning’ maar ook van de ‘vermoeidheid van een oude cultuur’. Ze prees de roman en noemde het boek een ‘ongewoon belangwekkend experiment’ dat bij elke herlezing interessanter werd. Haar oordeel is nog wonderlijk relevant.
Ze geeft iets weer van een persoonlijkheid – zoo subtiel als de geur van een bloem, dat onvervreemdbaar bij die eene mensch hoort. – En zoo is het met al de andere personen in het boek. Hoe schetsmatig veel van haar portretten zijn, hoe vaag haar aanduidingen: haar menschen hebben toch een zeer merkwaardige vitaliteit. Daardoor is deze lectuur irriteerend soms in zijn onuitgesprokenheid, toch wonderlijk boeiend.
Doeke Sijens
Virginia Woolf – De jaren. Vertaald door Barbara de Lange. Atheneum, Amsterdam. € 24,99. E-book € 18,99.
(afbeelding omslag eerste druk via Wikimedia / fair use)