Jongeren willen meer dan ‘snoetjeknovveln’

De lovebus opent met een wat macaber bericht: op zaterdagavond zeven februari 1976 werden in de buurt van Medum twee mensen vermoord: ‘Al dat geweld draaide om seks’. Veldkamps nieuwe adolescentenroman vormt de reconstructie van deze sinistere feiten, en lijkt zo een ‘literaire thriller’ te worden, waarin de spannende zoektocht naar dader en motieven centraal staat.

Al op de eerste pagina wordt de zogenaamde ‘lovebus’ geïntroduceerd door de negentienjarige chauffeur J.J. Deze omgebouwde Amerikaanse schoolbus blijkt een plek voor ‘stiekeme seks’, romantischer uitgedrukt: ‘Een plek waar je samen kunt zijn met je geliefde’. De onzekere, eenzame Cathelijn denkt in eerste instantie dat de lovebus een ‘commune’ is, vol genegenheid en liefde. Dat het in feite om seks gaat, lijkt Cathelijn echter niet af te schrikken; haar behoefte naar ‘gezien worden’, zelfs door een wildvreemde, is groot. Dat heeft ze alvast met J.J. gemeen; hij wil meer zijn dan een ‘gesjeesde student’. Tammo gaat op zaterdagvond ‘meiden versieren’ in Bar-dancing Boerema; niet meteen Cathelijns ideale date, maar het kon erger. En dan is er nog Mina, die al ‘wild en overweldigend’ met Tammo gezoend heeft, maar het nadien ook weer verpestte. Vanzelfsprekend wil zij verhinderen dat Tammo en Cathelijn de lovebus bezoeken. Een ondoordachte actie die uit de hand loopt en de directe aanleiding voor eerder genoemde misdrijven vormt.

Klinkt dit allemaal behoorlijk cliché, dan weet de literaire neerslag toch gedeeltelijk te overtuigen. Veldkamps grootste troef is de functioneel ingezette perspectiefwisseling; beurtelings becommentarieert de personele verteller de acties van de vier personages en geeft hij een behoorlijk geslaagde inkijk in hun gedachten en gevoelens. De reeks voorvallen wordt zo vanuit meerdere standpunten belicht, wat in combinatie met enkele tijdsprongen in een caleidoscopisch beeld van de feiten resulteert. Een veelbelovende aanzet, die echter nog geen geslaagde jeugdroman garandeert. Daarvoor overtuigt de karakterisering van het viertal onvoldoende. J.J. blijft een schimmig personage, dat te snel moet evolueren om het gezochte einde nog van enige geloofwaardigheid te voorzien. Cathelijn en Mina delen enkele potentieel interessante, tamelijk bizarre karaktertrekken, maar verder dan wat gratuit aanstippen komt Veldkamp niet, en dat is een gemiste kans.

Het viertal speelt vooral een strak omlijnd rolletje in een vooraf bepaald script. Overigens geen plot van een ‘literaire thriller’, of het zou een B-versie van het genre moeten zijn. Echt spannend wordt het immers niet. Veldkamp probeert al vanaf de eerste pagina een unheimlich sfeertje op te roepen, wat niet al te best lukt. Hoewel De lovebus sterk filmisch van opzet is, bedient de auteur zich met te grote vanzelfsprekendheid van een rist clichés uit het genre, zoals talloze vooruitwijzingen, personages die behept zijn met een ‘onbestemd voorgevoel’ en dies meer. Meer dan een spannend verhaal schrijven, focust Veldkamp op de besognes van zijn onzekere adolescenten, die zich in eenzaamheid wentelen en wanhopig op zoek gaan naar liefde en geborgenheid. Seks vormt daarbij een schijnbaar vanzelfsprekend gegeven; allemaal willen ze weleens meer dan ‘snoetjeknovveln’, wat steeds weer op een teleurstelling uitdraait.
Stilistisch gaat De lovebus finaal onderuit. Aanvankelijk weet de directe stijl, met korte, krachtige zinnen, de aandacht te trekken, maar het gebrek aan variatie gaat al snel vervelen. Net zoals de gezochte beelden overigens, die niet meer dan betekenisloze frasen en clichés zijn:

‘Ze kon niet ophouden met kijken, haar blik was vastgespijkerd in de lucht.’
‘De hand van de man kneep in haar linkerborst alsof het fruit was en hij wilde kijken of het rijp
was.’

‘Hij drukte haar tegen zich aan en perste een levende slak in haar mond. Zijn tong.’

Dan wil ik best geloven dat Veldkamp enkele onzekere jongeren bij hun eerste, onbeholpen pogingen opvoert, maar kan het stilistisch echt niet beter dan dit?

‘Toen ze nog met die riem zat te prutsen had hij al het gevoel dat hij het niet meer hield, dus het was nog een wonder dat hij het daarna nog zo lang uithield. Precies toen ze zijn onderbroek omlaagtrok begon hij te spuiten. Omdat zij alleen maar toekeek en niks deed, pakte hij zelf zijn piemel maar en gaf er nog een paar rukken aan.’

Uitdrukkingen uit het Gronings dialect en flarden uit populaire songteksten van de jaren zeventig moeten de authenticiteit van het verhaal verhogen, maar hebben an sich weinig meerwaarde. Veldkamp, die eerder al behoorlijk goed uitgewerkte adolescentenromans als SMS (2006) en Tiffany Dop (2009) schreef, zet hier duidelijk een flink aantal stappen terug. Verliefdheid, jaloezie, wraak en schuld, het zijn niet meer dan voorspelbare elementen uit een klassieke (jeugd)thriller. In handen van een doorwinterd auteur kan dit nog weleens tot een spannende, zelfs beklijvende roman uitgroeien. Tjibbe Veldkamp is helaas niet zo’n auteur.

Jürgen Peeters

Tjibbe Veldkamp – De lovebus. Querido, Amsterdam/Antwerpen. 174 blz. € 14.99.