Column: Karel ten Haaf – Ulevellenrijm
Het derde nummer van Links Richten – ‘Maandblad van het Arbeiders-Schrijvers-Collectief “Links Richten”’ – is gedateerd 1 november 1932.
Aan de verschijning van dit nummer ging enige redactionele onenigheid vooraf: redactielid Freek van Leeuwen was tegen opname van de ‘schets’ Rood, zwart, blauw merk, een bijdrage van de ‘arbeiders-correspondent’ A. Klinkhamer, omdat Van Leeuwen weliswaar bereid was om te geloven dat de verschillende soorten koffie van de ‘Firma van Nelle, Koffie en Thee Bedrijf, Schiedamschedijk’ misschien niet allemaal in kwaliteit van elkaar zouden verschillen, maar hij was er van overtuigd dat er wel degelijk kwaliteitsverschillen bestonden tussen verschillende soorten koffie, terwijl Klinkhamer schreef over zijn hoofdpersoon, de inpakster Bets:
Tijdens een defect aan haar machine, liep ze naar de stortkamer en daar zag ze tot haar verbazing, dat alles in één trechter ging, terwijl beneden alles verschillend geprijsd en gemerkt was. Bets vroeg een der knechts hoe dat kwam. Deze lachte haar uit. Dacht je nu werkelijk, dat bij jullie beneden verschillende merken gestort werden? Het is alles een pot nat, of je groen of rood merk koopt!
Het stuk werd ondanks Van Leeuwens bezwaren geplaatst, bovenstaand citaat is afkomstig van pagina 16. Over het vervolg van de redactievergadering schrijft Freek van Leeuwen in De deur op een kier (‘Levensherinneringen’) op p. 86:
Daarna kwam een inzending van een drie- of viertal gedichten in behandeling. Ze waren afkomstig van een zekere S. Waas en waren op voddige velletjes postpapier, in onbeholpen schrift en met demonstratieve spelfouten geschreven. Iedereen was het er weliswaar over eens dat ze zeer zwak waren, maar ze waren zo kennelijk van een rasechte proletariër afkomstig.
En Links Richten was toch een orgaan dat de arbeiders tot zelfexpressie wilde brengen, dus waren we we [sic!] verplicht de man aan te moedigen.
Ik was er tegen. Als de man moest worden aangemoedigd, dan maar door een vriendelijk briefje en een verzoek nog een nieuw werk in te zenden.
Maar zowel Dekker als Goedhart en Vanter waren van mening dat we in ieder geval een van de gedichtjes moesten plaatsen.
En op bladzijde 17 van Links Richten nummer 3 staat dan ook het volgende gedicht van S. Waas:
Rood Front
Nog hangt er een doem op dit land,
Nog gaan priester en dief hand in hand,
Nog worden zij, die tegen het onrecht als rebellen tezamen spannen
Gekweld en gekortwiekt, en in armoe verbannen.
Nog is de tijd hier niet vol –
Maar het uur is genaderd, vol
Van verwachting, van hartstocht, van liefde en moed
Staan de scharen gereed,
Onze scharen, en geen krijg is te wreed
En geen bloed is te goed
Om die orde te scheppen
Die vrijheid heet.
Weest dus allen gereed:
En denkt aan dit eene Parool:
Van Terneuzen naar Roodeschool,
Van den Helder tot aan Roermond
Zij er één ROOD FRONT!
Freek van Leeuwen over het vervolg (p. 87):
Prompt na het verschijnen van dit nummer kwam er een boze brief uit Moskou. Jef Last had de gewoonte bij het verschijnen van ieder nieuw nummer zijn op- en aanmerkingen te schrijven en adviezen te geven. Zo ook nu.
Het gedicht Rood Front, schreef hij o.a., is technisch zeer zwak. In zo’n geval kan de redactie toch raad geven en helpen tot fouten als die hijgende derde regel en het ulevellenrijm verbeterd zijn.
Enkele maanden na het verschijnen van het derde nummer van Links Richten, onthulde H. Marsman in Forum dat hij de schrijver van het gedicht Rood Front was. Hij had willen aantonen – en meende in zijn opzet te zijn geslaagd – (dixit Van Leeuwen) ‘dat iedereen wel een revolutionair gedicht in elkaar kon draaien en dat de redactie in dat geval geen maakwerk van echte revolutionaire kunst zou kunnen onderscheiden.’
Van Leeuwen (p. 88):
Het is jammer dat de dichter Marsman niet op bovenbedoelde redactievergadering aanwezig heeft kunnen zijn. Hij zou dan hebben geweten dat hij in zijn opzet maar zeer ten dele was geslaagd. Tenslotte heeft hij alleen maar bewezen hoe moeilijk het is, zelfs voor een dichter van zijn formaat, zonder innerlijke drang een aanvaardbaar, al dan niet revolutionair gedicht te maken.
Waarom was Van Leeuwen ‘uitdrukkelijk tegen’ opname van een gedicht van S. Waas? In zijn levensherinneringen schrijft hij op pagina 87: ‘Mogelijk dat de aardrijkskundige kennis van deze proletariër mij verdacht voorkwam.’
Rood Front werd niet opgenomen in het Verzameld werk van H. Marsman.
Karel ten Haaf