Nieuws: Volgens Jeroen Vullings toont keuze voor Griet Op de Beeck de wanhoop van de boekenbranche
Het was even schrikken voor criticus Jeroen Vullings toen hij hoorde wie de auteur van het Boekenweekgeschenk ging worden. In het radioprogramma Nieuwsshow vertelde hij aan Peter de Bie waarom.
Jeroen Vullings: Het is bekend geworden wie het Boekenweekgeschenk mag gaan schrijven ditmaal. Dat was, denk ik een begrijpelijke keuze, maar voor mij toch wel schrikken: het is namelijk Griet Op de Beeck. Dat is een bestsellerkanon. Zoals jullie allemaal weten: het huis van de literatuur heeft ongelooflijk veel kamers en ik ga niet flauw doen dat ze dan niet meteen voor de meest exquise kamer gekozen hebben, maar vroeger was het schrijven van een Boekenweekgeschenk toch ook wel, ja dat deden echt wel schrijvers van naam, als Mulisch en Hella Haasse. Dat waren mensen. En ja, ehm, ja nu kun je vooral, denk ik, aan deze keuze de wanhoop van de boekenbranche aflezen. Behoorlijk wat boekhandels die het zwaar hebben, kunnen bestaan dankzij zeer populaire schrijvers als Griet Op de Beeck. En er is helemaal niets tegen Griet Op de Beeck, maar zij brengt de lezeressen naar de boekhandel, ik citeer Mai Spijers, haar uitgever, die gewoonlijk niet lezen. Hij heeft dat wel eens het Fifty Shades of Grey-publiek genoemd. Ik zou bij een Boekenweekgeschenk toch liever een onbetwist literaire auteur hebben gehad als…
Peter de Bie: Wie dan?
Jeroen Vullings: Mensje van Keulen, Margriet de Moor. Ik kan ladingen open trekken van auteurs die niet writer’s writer zijn maar die ook, wat mij betreft, het wel verdiend hebben. Ze heeft zichzelf terecht, want ja iemand overkomt dat, heeft ze zichzelf een snotneus genoemd en dat is een aardige uitspraak. Het is ook heel erg waar.
Peter de Bie: Maar zo reageert ze toch ook?
Jeroen Vullings: Ja, en dat is charmant en dit is het laatste wat ik daar kritisch ooit over zal zeggen, maar ik denk wel een beetje: we hebben Boekenbal gehad dat op een ordinaire corporale disco leek en nu krijgen we Griet Op de Beeck als Boekenweekauteur.
Peter de Bie: Ja, maar dus toch maar de vraag, die uitzending van haar met Zomergasten, ik bedoel, dat ging toch wel ergens over.
Jeroen Vullings: Maar we beoordelen natuurlijk niet zozeer de mens en de aaibaarheidsfactor en dat zoveel mannen, ja, zo helemaal weg van haar zijn…
Peter de Bie: Maar die commissie heet niet voor niks Commissie Propaganda Nederlandse Boek.
Jeroen Vullings: Ja, ja dat is waarschijnlijk mijn fout, dat ik er nog van uitga dat er nog een klein beetje een verheffingsideaal in speelt en dat mensen toch eindelijk een keer gratis, nota bene wat wil een Nederlander nog meer, kennis kan maken met een goed boek en een goede schrijver!
Toen Hella Haasse overigens voor het eerst een Boekenweekgeschenk schreef, Oeroeg, was ze nog niet bekend. Ze deed mee aan een novellewedstrijd en de kopers van het Boekenweekgeschenk konden raden wie het boekje geschreven had. Haar naam stond dus niet eens op het omslag.
Geachte heer Vullings,
De inhoud van uw uitspraken getuigen van een stuitende aanstellerij. Ik wil het over de vorm van uw antwoorden niet eens hebben, in Vlaanderen noemen we dat onbeschoft ongelikt berengelul. Had u nood aan aandacht? U zou beter een bijdrage leveren tot het oplossen van de vraag waarom boekhandels verdwijnen, waarom boekhandels alleen nog ‘bestsellers’ (moeten) verkopen om te overleven, wat u voorstelt om de ontlezing te helpen oplossen in plaats van vanuit een ivoren toren samen met soortgenoten door een megafoon te toeteren dat de elite wel weet hoe het moet en dat het vroeger toch allemaal veel beter was. In het Engels luidt dat: ‘Get a life, man!’
Geachte heer Jos Verniest,
Ik sluit me geheel bij uw woorden aan: onlangs was ik in Antwerpen
en ik kan niet benoemen welk gevoel me daarbij overviel maar het
had te maken met een bepaalde sfeer van relaxedheid en fatsoen
Dit is in Nederland niet zo getuige ook de manier waarop men
elkaar bejegent en over elkaar schrijft2
sinds wanneer mag je geen mening meer hebben over wat jijzelf ‘kwaliteit’ vindt? Los van wat Vullings over zijn bezwaren schrijft, is het zo langzamerhand stuitend dat elke kritiek op een vrouw meteen ‘vrouwonvriendelijk’ of ‘elitair’ is. En ik ben een vrouw, ik weet alles over vooroordelen, etc. Maar het zou beter zijn om in te gaan op werkelijke argumenten zodat je er eventueel ook nog iets van kan opsteken.
Meteen met de hakbijl klaar staan beperkt je visie.
Mijnheer Jos Verniest,de heer Vullings is literatuur criticus ,al meer dan vijf en twintig jaar.Het is zijn taak het een en ander aan de kaak te stellen.Ik vind uw reactie nogal zuur,uw verwijten zijn dan ook mijn inziens onterecht. Met vriendelijke Miel de Roover.