Recensie: David Arnold – De Kids of Appetite
Gelijktijdige, totale tegenstrijdigheden
Terwijl David Arnolds debuut, Mosquitoland, nog in Nederland moet verschijnen, is zijn tweede roman, De Kids of Appetite, al uitgebracht door Blossom Books. In deze roman beschrijft Arnold onder andere het verhaal van Victor, de jongen met het Moebius-syndroom die verdwijnt op de avond dat zijn moeders nieuwe vriend zijn moeder ten huwelijk vraagt.
‘Maak uw dwaze, nietige zelf gereed.’ Arnold start zijn roman vanuit verhoorkamer #3. Bruno Victor Benucci III, in de volksmond Vic, wordt verhoord door brigadier S. Mendes. Acht dagen eerder dan het verhoor loopt Vic, met de urn van zijn vader, weg uit het huis van zijn moeder en nieuwe vriend Frank. In die acht dagen wordt er een moord gepleegd. Vic wordt gezien als een van de verdachten.
Vanaf het moment dat de lezer weet dat er een moord gepleegd is, breekt Arnold met de chronologie van het verhaal. Hij keert terug in de tijd en begint het werkelijke verhaal dat acht dagen eerder begon. Vic verlaat het huis van zijn moeder en komt op straat terecht. Daar ontmoet hij Mad, Baz, Coco en Zuz; vier jongeren die hem aan onderdak helpen: ‘We zijn praktisch familie. Niemand wil ons en daarom willen we elkaar.’ Voor Baz is hij het nieuwe ‘Hoofdstuk’. Vic, die nog geen enkel idee heeft wat hem te wachten staat en wat het betekent een Hoofdstuk te zijn, trekt mee naar de boomgaard waar de jongeren verblijven. Hij opent de urn van zijn vader en ontdekt een afscheidsbrief. In die brief beschrijft zijn vader zijn laatste wens: hij noemt vijf plekken waar delen van zijn as uitgestrooid mogen worden. Vic is vastbesloten zijn vaders wens in vervulling te laten gaan. Tegelijkertijd leert hij de geheimen van de andere Kids of Appetite kennen en wordt hij één met de andere verloren jongeren.
In eerste instantie lijkt De Kids of Appetite een samenraapsel van cliché-elementen. Vic heeft, zoals blijkbaar hoort, een hekel aan zijn stiefvader en hij kan zijn stiefbroertjes niet uitstaan, Mad leest De Outsiders, natuurlijk, om te kunnen vluchten uit de werkelijkheid en Zuz en Baz zijn twee alleenstaande asielzoekers met een traumatisch verleden waar niemand eigenaar van zou willen zijn. Origineel lijkt de aandoening van Vic, maar Arnold maakt hier in het begin slechts weinig woorden aan vuil. Met meer dan starende mensen en af en toe wat ongemakkelijke vragen komt het verhaal niet. De Kids of Appetite lijkt in alles de dans van het overbekende niet te ontspringen.
Al snel verandert dit volledig. Arnold springt handig om met de chronologiebreuken en geeft de lezer tijdens de verhoren insidersinformatie over personages die de hoofdpersonen zelf niet konden geven. Op die manier creëert hij een bijzondere vorm van suspense: als lezer hoop je dat de moord opgelost wordt. Je hoopt echter niet dat de dader gepakt wordt. Je sympathie ligt namelijk volledig bij de twee verdachten Mad en Vic. Versterkend daarbij is het door Arnold gehanteerde perspectief. Tijdens de terugblikken in het verhaal wisselt Arnold steeds van oogpunt. Het ene deel is gereserveerd voor Vic, het andere voor Mad, waarbij keer op keer veel ruimte vrijgemaakt is voor het innerlijk van de twee personages.
Op die manier behandelt Arnold belangrijke levenskwesties.
Mensen praten altijd over samen oud worden alsof dat het geweldigste is, het meest romantische is wat er bestaat. Maar hoe vaak gebeurt dat nou? Mensen ontwikkelen zich op verschillende manieren. Negen van de tien keer raken ze door die ontwikkeling alleen maar verbitterd.
Hij schept stuk voor stuk levensverhalen die aangrijpend, emotionerend en hard zijn. Dit doet hij zonder de toevoeging van een overdosis drama. Zijn beschrijvingen zijn rauw en de verhalen zijn klein; als lezer voel je je haast te veel. Het is iets tussen Mad, Vic en in mindere mate CoCo, Zuz en Baz: ‘Zij had geen paadjes. Maar ze had wel blauwe plekken. Heel donkere. Zonder bestemming.’ Jij hoort daar niet bij.
Ook de vele gesprekken tussen Mad en Vic maken indruk: het ene vanwege de hardheid, het andere vanwege het verdriet:
Slikken is moeilijk. Ik kan niet glimlachen. Ik kan mijn ogen niet opzij bewegen. Ik huil maar heel af en toe. Ik kan niet knipperen, waardoor ik heel droge ogen heb, vandaar de oogdruppels. (…) Soms maakt de waarheid alles beter. Andere keren is de waarheid een dikke mist die mooie leugens bedekt.
Vic en Mad, maar ook de andere Kids of Appetite zijn échte mensen en verdienen een plekje in je hart. Ze verdienen begrip.
Langzaam maar zeker laat Arnold de ware thematiek van het verhaal naar voren komen en laat hij doordringen wat eenzaamheid en de hunkering naar veiligheid eigenlijk is. Tegelijkertijd toont hij de het belang van herinneringen; de Landen van Iets en van Niets: ‘Vic staarde niet in de wensput. Hij staarde in het gelukkige begin en was zich ondertussen bewust van het ongelukkige einde.’
De Kids of Appetite lijkt in eerste instantie opgebouwd te zijn als een ogenschijnlijk simpele detective. Dat woord doet de roman van Arnold tekort. Het blijkt een Young Adultroman van formaat.
Marloes Otten
David Arnold – De Kids of Appetite. Vertaald door Elise Kuip. Blossom Books, Utrecht. 332 blz. € 17,99.