Recensie: Claudia de Breij – Neem een geit
Want karma blabla
Claudia de Breij was op zoek naar antwoorden op levensvragen. Het zou toch wel fijn zijn als je zo halverwege je leven al zo ongeveer weet wat oudere mensen weten. Daarom ging ze samen met haar partner Jessica van Geel, journaliste, op bezoek bij ‘wijze mannen en vrouwen’. En de ‘wijze mannen en vrouwen’ zijn in dit geval oude BN’ers. Politici als Hedy d’Ancona, Erica Terpstra en Hans Wiegel, amuseurs Paul van Vliet en Herman van Veen, tv-presentatrice Hanneke Groenteman, schrijver Geert Mak, toneelspeelster Anne-Wil Blankers, dominee Nico ter Linden en zangeres Willeke Alberti. Wijsheid heeft niets te maken met kennis, maar met levenservaring. Naarmate je ouder wordt verzamel je daar steeds meer van en dan word je vanzelf wijs. Oh ja, en je moet BN’er zijn, al is toevallig de pedicure van Claudia de Breij ook ‘een wijze vrouw’ met wijze lessen. Zij weet namelijk hoe je leuk oud kunt worden. Het antwoord verklap ik ook alvast; je moet je omringen met mensen van alle leeftijden, je moet niet zeuren en je moet altijd nieuwsgierig blijven. Of om het in die therapeutentaal van De Breij te zeggen: ‘Nieuwsgierigheid, dat is de sleutel.’
Wijsheid moet wel een beetje in het straatje van De Breij passen en dat is van een onverdraaglijk soort Teletubbiespositivisme. Zo moet je, als je in scheiding ligt een beetje leuk uit elkaar gaan. Of om het in de woorden van De Breij te zeggen:
Als je een heel mindfulle bui hebt kun je er zelfs nog de schoonheid van inzien dat je deze verstandhouding uit je verleden goed moet zien te houden, want karma blabla.
Het lijkt wel of De Breij zich een beetje schaamt voor haar taalgebruik, dus neemt ze daar af en toe afstand van.
Voor ik helemaal wegzweef in omdenk-mindfullness-flowhappinez (…)
Erica Terpstra komt met het inzicht dat schuldgevoel ‘een hele negatieve kracht’ is en dan zegt De Breij:
Tsja. Dat heb ik ook wel eens gelezen in de Happinez, maar het is wel een verdomd sterke kracht.
Door de uitspraak een beetje te ironiseren, denk je dat je met iets anders bezig bent, maar in werkelijkheid doe je precies hetzelfde.
Alsof ik in een zweterig wijkgebouwtje assertiviteitscursus zit te geven, hè?
Inderdaad ja, maar die mensen schamen zich tenminste niet voor hun zweterige zweefkezerigheid.
Na de helft van het boek kreeg ik de neiging om me nog een keer te gaan douchen na die kleffe drab van positieve wijsheden, die ook nog eens worden opgediend alsof De Breij in direct contact met God stond. God is in dit geval een BN’er die een open deur intrapt, waarna Claudia de Breij de open deur vol verwondering herhaalt. Dan zegt Hanneke Groenteman over een mislukte relatie:
We hebben toen gezegd: we houden elkaar niet meer bezet. Gezellig is niet genoeg.
En dan zegt De Breij in een aparte alinea direct daaronder:
Gezellig is niet genoeg.
Als Hedy d’Ancona over jaloezie zegt:
Ik zou ook niet anders willen denken, want als ik hem niet meer aantrekkelijk zou vinden voor anderen dan zou ik hem ook niet meer willen. Dus het is nooit voorgoed geregeld.
En dan concludeert De Breij in een alinea eronder:
Het is nooit voorgoed geregeld.
En als Typhoon zingt:
Terwijl we eigenlijk willen zeggen: neem me niet voor lief
Dan trekt Claudia de Breij daar direct de volgende wijze les uit:
En zo simpel is het. Neem me niet voor lief. Als je verliefd wilt blijven, neem elkaar niet voor lief.
Paul van Vliet zit in een levensfase waarin hij met grote vragen bezig is.
Het gaat om het vinden van de ruimte om je te verzoenen met jezelf. Om je te verzoenen met wie je bent geworden, dat is het streven in mijn leven nu.
De Breij verwoordt het op haar geheel eigen wijze:
Dat vind ik mooi. Je verzoenen met wie je bent.
Als Geert Mak gevraagd wordt hoe hij ‘reageert op slechte recensies, dan zegt hij:
Meestal even van oeps.
Waarop De Breij herhaalt:
Even van oeps.
Mak zegt ook:
Daarna moet je denken: ik leg een ei en jullie zien verder maar.
De Breij:
Jullie zien verder maar.
Want kritieken schrijven en negatief doen is zo makkelijk. En wat voor moois je ook toevoegt aan de wereld, De Breij weet: ‘haters are gonna hate‘. Daarmee dek je je bij voorbaat in tegen elke mogelijke kritiek.
Ik weet niet wat me het meest stoort aan dit boek. Soms zijn het die ‘wijze lessen’ van ‘wijze mannen en vrouwen’ die, alleen omdat ze door een BN’er uitgesproken worden een soort algemene waarheid lijken te verkondigen. Hans Wiegel verloor twee keer een echtgenoot bij een auto-ongeluk. Over de rouw is zijn opvatting niet anders dan van de miljoenen andere Nederlanders die een naaste hebben verloren. Over het eerste jaar na een verlies zegt hij:
Dat eerste jaar kun je niets, moet je niets doen. Gewoon wachten tot het voorbij is.
De Breij concludeert op de wijze die we inmiddels van haar kennen in de alinea eronder:
Misschien een open deur, maar misschien ook een houvast voor wie er middenin zit: je moet eerst dat jaar door.
Dat is inderdaad een open deur en Wiegel heeft het zelf ook al gezegd. ‘Dat is een bekende opmerking hoor.’ Het feit dat BN’ers een open deur intrappen, verandert niets aan die open deuren.
Het andere wat mij enorm stoort is het taalgebruik. Dan doel ik niet op ‘haha’ als er iemand lacht of het veelvuldige gebruik van gezellig (van Groenteman bijvoorbeeld mogen de dames langskomen ‘want dat is sowieso gezellig’, het echtpaar Ter Linden heeft een ‘gezellige woonkamer’, bij Wiegel is het thuis ook ‘gezellig’, maar ook de Makjes zijn ‘even gezellig en open’ als vroeger). Nee, het zijn die weeë zinnen waar ik niet tegen kan: ‘Je eigen ding doen, je eigen leven houden, dat was belangrijk vonden ze.’ En dat dan in duizendvoud. En de moraal die uit wijsheden spreekt komt rechtstreeks uit de Margriet van de jaren vijftig:
Seks is een onvervangbare intimiteit, zo anders dan al het andere dat je deelt met de rest van de wereld en zo onvoorstelbaar goed, zo geweldig heerlijk als het komt vanuit een intimiteit je ook echt niet wílt delen met de rest van de wereld – behalve met deze ene hier.
Mijn moeder zag dat ik dit boek van Claudia de Breij las. Zij had het geleend uit de bibliotheek. ‘Maar ik heb het weer teruggebracht. Ik vond er geen klap aan.’ Mijn moeder, 76, is een wijze vrouw.
Coen Peppelenbos
Claudia de Breij – Neem een geit. Lebowski, Amsterdam. € 12,50.