Recensie: Andrea Hirata – De regenboogbende
Schoolklas versus staatsbedrijf
Een machtig staatsbedrijf dat ontginning van bodemschatten en eigen gewin boven de veiligheid van burgers stelt; een verwaarloosd schoolgebouw dat gesloopt moet worden om plaats te maken voor graafmachines, boorinstallaties en het grote geld voor rijke zakenmensen. Dit zijn niet de ingrediënten van een Groningse maar van een Indonesische roman.
In 2012 verscheen de Nederlandse editie van het beroemde Laskar Pelangi (vertaald als De regenboogbende), de roman die de internationale doorbraak betekende van de Indonesische schrijver Andrea Hirata. Van dit boek zijn wereldwijd meer dan 5 miljoen exemplaren verkocht en het boek is vertaald in 25 talen. Deze successen hebben geleid tot gastcolleges aan universiteiten in onder andere Amerika en het oprichten van het eerste nationale literatuurmuseum op het Indonesische eiland Belitung.
In De regenboogbende staat het meeslepende verhaal centraal van Ikal en zijn negen klasgenoten, die in een vervallen schoolgebouw op het eiland Belitung les krijgen van hun vijftienjarige lerares Muslimah Hafsari en de directeur en stichter van de school Harfan Efendi Noor. Het verhaal opent met een tot de verbeelding sprekende scène: onder een oude filiciumboom voor de school staan beide docenten gespannen te wachten op de komst van de leerlingen voor het nieuwe schooljaar. Vanwege de slechte staat van het gebouw heeft de onderwijsinspecteur de school een ultimatum gesteld: als er zich dit schooljaar minder dan tien leerlingen aanmelden voor een nieuwe klas, dan sluit hij de school. Na uren wachten in de brandende zon meldt zich uiteindelijk een tiende leerling en de school is weer een jaar gered van de ondergang. Het verhaal neemt de lezer mee in wat je de Indonesische versie zou kunnen noemen van De gelukkige klas van Theo Thijssen. Verhalen over de dagelijkse gang van zaken in de klas en de sociale verschillen tussen de eilandbewoners worden afgewisseld met spannende legendes over lokale sjamanen met magische voorspellingen en aangrijpende belevenissen zoals een van de leerlingen die zwemmend moet zien te ontkomen aan krokodillen die door overstromingen het leefgebied van mensen in trekken. De auteur wisselt deze mysterieuze scènes af met baldadige acties van de leerlingen waarvoor Ciske de rat niet zou onderdoen: zo blijkt tijdens een van de gevreesde bezoeken van de inspecteur (die de school eigenlijk per direct zou willen sluiten) het portret van de president niet in het klaslokaal te hangen. Deze misstap betekent onherroepelijk de sluiting van de school. De meest gehaaide leerling hangt echter in de haast op de plaats van het portret van de president een poster op van de actieheld Bruce Lee maar dan zo hoog, dat de bijziende inspecteur het portret niet goed kan onderscheiden en de gevreesde sluiting van de school voorkomen wordt.
Opvallend is dat de auteur geregeld politiek gedurfde uitspraken doet:
Het was ironisch: Kucai, de klassenvertegenwoordiger, die ons moreel had moeten opvijzelen, was van school gegaan en had daardoor een kettingreactie op gang gebracht waaraan onze school ten onder zou kunnen gaan. Zoals ik steeds heb gezegd, beste vriend, is dat de opportunistische aard van een geboren politicus.
Maar De regenboogbende is – grondig bezien – ook een boek over de kracht van onderwijs. Onderwijs betekent namelijk voor deze arme leerlingen de unieke kans om zich te ontworstelen aan de generaties durende armoede van hun families. Tijdens een jaarlijkse kennisquiz met andere scholen op het eiland mag de slimste (en armste) leerling van de school, Lintang, het opnemen tegen de knapste koppen van veel betere scholen. Door onderwijs weet de ik-persoon uiteindelijk een beroemd schrijver te worden en schopt een andere leerling van eenvoudige komaf het tot parlementslid met aanzien. Symbool voor deze hoop en motivatie is de oude boom voor de school, waarin de klasgenoten klimmen om elkaar spannende verhalen te vertellen en te kijken naar de regenboog, een symbool van hoop.
Daarnaast laat de auteur zien dat onderwijs niet alleen gaat over het overbrengen van kennis maar vooral over Bildung:
Maar de waardevolste les uit die betoverende jaren hadden we van pak (‘meneer’) Harfan geleerd, en die zag ik op de gezichten van alle leden van de Regenboogbende. We hadden de instelling geleerd om zoveel mogelijk te geven, niet om zoveel mogelijk te nemen. Door die mentaliteit waren we altijd dankbaar, ook al waren we arm. De arme docenten hadden me een fantastische kindertijd, vriendschappen en rijke zielen geschonken, wat onbetaalbaar was. Misschien heb ik het mis, maar ik ben van mening dat dit de ware kern is van het onderwijs en de ziel van het instituut dat school heet.
Uiteindelijk is niet de onderwijsinspecteur de grote bedreiging voor het voortbestaan van de school. In de grond onder de school worden grote hoeveelheden tin ontdekt. Elke dag staan er meer graafmachines van het staatsbedrijf rondom de school en komt de sluiting van de altijd al bouwvallige school akelig dichtbij. Maar ook in deze roman is niets te veel voor hen die willen. Dan besluit de lerares het samen met haar klas op te nemen tegen het machtige staatsbedrijf, dat de school wil slopen om zo de kostbare tin te winnen. In tegenstelling tot de vioolbouwer Vedder in Publieke werken van Thomas Rosenboom gaan de lerares en haar klas niet met hoogmoed en holle frasen de strijd aan met het bouwbedrijf maar het iets kleins en onverwachts: een handvol schoolkrijtjes.
De regenboogbende is al met al een spannend en sprookjesachtig verhaal over onderwijs, armoede, hoop, inspiratie en de strijd van kleine mensen tegen een machtige overheid. Daarbij gaat het verhaal niet altijd de diepte in maar het boort wel voldoende boeiende en actuele thema’s aan waardoor dit boek het verdient om overal ter wereld en dus ook in Nederland door een breed publiek gelezen te worden.
Robert Koobs
Andrea Hirata – De regenboogbende, Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen. 318 blz. € 19,99.