Recensie: Primo Levi – Ik spreek je aan
Mijn herinneringen zijn rijk, ja, maar ik heb ze verkwist
De Italiaanse grootheid Primo Levi (1919 – 1987) was van beroep chemicus, maar is natuurlijk wereldwijd bekend door zijn bijzonder ingetogen, filosofisch en psychologisch ijzersterke romans over het kwaad, over misbruik en onderdrukking, over zijn tijd in het concentratiekamp. Zijn boeken, zoals bijvoorbeeld Is dit een mens en Zo was Auschwitz zijn de aanklacht voorbij. Het is een waar kunststuk om over een dergelijk zwaarbeladen onderwerp zo onsentimenteel, zo zuiver analytisch, zo wetenschappelijk te schrijven en tegelijk literair krachtig te blijven. Juist omdat het geen klaagzangen zijn, blijven ze onverminderd sterk. Zo vergeet je het onzegbare nooit. Dat is het zuivere herdenken. Hoe een man rechtschapen blijft, terwijl men zijn wezen, zijn ziel ontkent.
De Italiaanse criticus en filoloog Giovanni Tesio was van plan om de biografie te schrijven van Levi. Daartoe voerde hij in 1987 enige gesprekken. Deze zijn nu letterlijk, zonder veel omhaal, gebundeld in Ik spreek je aan. Dat past wel bij de methode die Tesio heeft gehanteerd. Geen vooropgezette vragen en richtlijnen, geen onderzoek naar dwarsverbanden of methodische determinatie betreffende werk of levensloop. Voor de vuist weg zo veel als mogelijk informatie verzamelen, in chronologische volgorde. Nadeel hierbij is dat het letterlijk weergeven van vraag en antwoord, mede door een zekere voelbare terughoudendheid van Levi, af en toe zorgt voor een vrijblijvend karakter, een Beckettiaans stuk theater.
Zie je haar nog? Ja, ik zie haar nog
En is ze nog bij, is ze nog helder? Ja, ze is volkomen helder.
Ze weet dus nog alles van vroeger? Ja, ze weet nog veel over de familie.
En even verderop:
Er veranderde dus niets in die drie jaar? Nee.
Heeft Azelia Arici jullie drie jaar lang Italiaans gegeven? Ja.
Tja, gelukkig kom je iets meer over de vader en moeder van Levi te weten, over de verhouding in de welgestelde familie. De vader was een charmeur die veel anekdotes vertelde, die daarnaast ook bijna spreekwoordelijk ‘prijsbewust’ was, met een rekenliniaal naging of de nota van de boodschappen wel klopte. Er was weinig contact met de vader. Zoals Primo het zelf zegt: ‘Het was een behoorlijk bloedeloze bedoening.’ Primo kreeg een seculiere opvoeding mee. Op de lagere school werd hij daardoor bijna niet aangekeken op zijn ‘joods-zijn’.
Zijn moeder was vijftien jaar jonger dan zijn vader, en ook bijzonder gereserveerd. Niet wonderlijk dat Primo een bedachtzaamheid karakter had. Al voordat hij naar school ging, kon hij lezen. Hij was duidelijk veel op zichzelf aangewezen, deed spelletjes met getallen en met woorden en was bijzonder schuchter ten opzichte van de andere sekse. Een blokkade die, zo blijkt, pas na Auschwitz werd opgeheven.
Af en toe zijn er mooie uitspraken van Primo zelf: ‘Mijn herinneringen zijn rijk, ja, maar ik heb ze verkwist, tot op de draad uitgeplozen, er blijft vrijwel niets meer over.’ Feitelijk schemert door de gesprekken heen dat hij vindt dat je hem eigenlijk alleen maar kunt kennen door zijn fictie te lezen. Veel spullen heeft hij zelf ook niet bewaard. En dat is eigenlijk wel begrijpelijk. Er is tenslotte een wereldoorlog overheen gegaan. Hoe overleef je het overleven. Ergens moet Levi over een bepaalde oerkracht hebben beschikt. Het schrijven van Is dit een mens en de ontmoeting met zijn latere vrouw hebben therapeutisch gewerkt.
Tesio probeert zo veel mogelijk contacten uit Primo te krijgen, mensen die eventueel nog te interviewen zijn. Primo’s moeder leefde in die dagen bijvoorbeeld nog. Zij had nog veel kennis van familieleden, maar eenvoudig geen puf meer om haar herinneringen aan te spreken. Die biografie zou hoe dan ook een lastige klus worden, zo niet een vrij onmogelijke zaak.
Primo spreekt nog over een onuitgegeven verhaal en over het feit dat twee verhalen, die gepresenteerd zijn als jeugdwerk in Het periodiek systeem, op een later tijdstip zijn geschreven. Hij tilt daar nog steeds zwaar aan. Het strookt niet met zijn consequente karakter. Maar dat is toch het wezen van fictie, het construeren van een eigen waarheid? Het werk van Primo Levi is van grote historische waarde. De weergave van deze gesprekken is wat mager, wel interessant voor literatuurvorsers. Uit de bijgevoegde noten valt wel een hoop te halen. Daar zit de ware goudmijn van Ik spreek je aan.
Guus Bauer
Primo Levi – Ik spreek je aan. Vertaald door Leen Van Den Broucke. Meulenhoff, Amsterdam. 144 blz. € 17,99.